'M.
14
yï-ï'K
kwantiteit telt het gebied rond Lobith
behoorlijk mee. Men neemt er tien
procent van de landelijke baksteen-
produktie voor zijn rekening. Anders
gezegd, er worden hier jaarlijks
250 miljoen straat- en metselstenen
vervaardigd in zo'n tweehonderd
variaties. Verregaande mechanisa-
ties maken dat het personeelsbestand
- bijna 500 mensen op dit ogenblik -
in de loop der jaren steeds meer
daalde. Eens lag het vier keer zo
hoog, maar dat was in een periode
dat ook het drankmisbruik hier welig
tierde. Met 'zanden', 'neerslaan' of
'opsnijden' van steen viel niet meer
dan een armzalig bestaan op te bou
wen, zodat velen aan de drank raak
ten. Door armoe overmand.
De afstand tussen Tolkamer en Lobith
is nauwelijks meer dan een steen
worp landinwaarts. De weg erheen
- hoe kan het anders - loopt over een
klein stukje van de 64 kilometer dijk
die bij het waterschap in onderhoud
zijn.
Vanuit het luisterrijk gerestaureerde
'huize Aerdt' wordt in totaal een ge
bied van 24 000 hectaren waterhuis
houdkundig bewaakt. Vanouds heeft
men heel wat te stellen met de om
geving van Lobith. In het dorp zelf
opnieuw dat enge stratenpatroon,
vol bochten waar het autoverkeer
zich door moet zien te wringen. Op
de grens van oud en nieuw ligt daar
de ruime nieuwbouw van de Rabo
bank, als knooppunt in een werkge
bied dat zich over 20 kilometer uit
strekt. Aan niets is nog te merken dat
elders eens de gemiddelde spaargel
den drie keer hoger lagen dan hier.
Vorig jaar kwamen de eerste scheeps-
financieringen van de grond. Het
gaat om een bedrag van ruim ander
half miljoen gulden. Inkomsten uit de
assurantiesector gaan sterk de lucht
in. Twee deskundigen behartigen
de belangen op dit punt. Ergens
tegen een muur prijkt een gigantische
wandkaart, bezaaid met vlaggetjes
in de kleuren wit, groen en geel. Wit
wijstop een middenstander, het
-'è'-V
X
groen kenmerkt de agrariërs en het
geel is aan de particulieren voorbe
houden. Rode draden bakenen in
totaal een vijftigtal rayons af. Blauwe
plakkertjes op een vlaggetje geven
aan dat de bewuste relatie pas recen
telijk bezoek heeft gehad van een ad
viseur. Stuk voor stuk zijn de vlagge
tjes ook voorzien van nummers die
corresponderen met de archiefkast
voor verzekeringsbescheiden. Een
bonte kleurenpracht aan plakkertjes
op de rug van elke map maakt het
voor kenners van de code mogelijk in
een oogopslag te zien welke verzeke
ringen er voor een bepaalde cliënt
lopen. Het systeem werkt perfect,
laat bankdirecteur Derksen met ge
paste trots weten. Hij vertelt ook hoe
er over grondgebied van Herwen en
Aerdt een nieuwe weg in de planning
is tussen Rotterdam en Twenthe. Dat
betekent nieuwe mogelijkheden, de
afbouw van het laatste restje isole
ment. Tevens echter betekent het
doorgaan van de plannen de genade
slag voor een flink stuk van de ver
wilderde Oude Rijnen de onder
gang voor Dries Blijs. Lang voordat de
overheid bemoeienis kreeg met dit
gebied en ze er een gesloten natuur
reservaat van maakte, viste de 78-
jarige Dries hier af op paling. De
droogte van de voorbije zomer maak
te hem ziek en kitterig. Ze veroordeel
de hem tot een langdurig stilzitten,
terwijl hij pas leeft als hij kan zwalken
door de vertrouwde waterwildernis.
Vanaf een onopvallende opening in
het meer dan manshoge riet leidt een
kronkelpad naar de vertrouwde roei
boot. Op de drassige bodem moeten
planken het lopen nog enigszins ver
gemakkelijken. De vroegere water
loop groeit vol waterlelies. Moeizaam
glijdt de aak er door. 'Ik kan hier
werkelijk niks extra's aan de omge
ving zien,' bekent Dries. Maar hij
geeft toe dat hij normaal gesproken
alleen oog heeft voor de inhoud van
zijn fuiken.
De mens als primitieve jager. In deze
Dries Blij leven inderdaad nog oer
oude jachtinstincten voort. Gehard is
hij, gehaaid en geslepen. Maar de
oplettend glinsterende kijkers stralen
ook nog een bijna naïeve oprechtheid
uit. Zijn stem krijgt een ondertoon
van eerbied en ontzag als hij van zijn
merkwaardige jachtbelevenissen
verhaalt. Spreektempo en stem
volume dalen op een manier dat de
spanning wel ten top moet stijgen. In
hettrotse 'En dan heb ik ze', gevolgd
dooreen triomfantelijk lachje trilt
onmiskenbaar een overwinnings
toontje mee. Zo is de glorieuze ont
knoping van zijn jacht op menig
zooike vis. Vangsten zo groot dat de
fuikstaken stonden te schudden in
het water. Paling met ogen zo groot
X j
i
'X
als een vingertop. Terwijl hij voort-
boomt door het water speurt Dries
Blij onophoudelijk langs de modde
rige oever, loerend op sporen van de
bisam, zijn doodsvijand. De bejaarde
palingvisser kan het niet laten af en
toe een fikse mep te geven in de riet
kraag. Feilloos weet hij waar hij zijn
fuiken plaatsen moet om zoveel
mogelijk paling te verschalken. In
stinctief voelt deze kenner wanneer
'de aol goed loopt'. Zodra de maan
halfvol is, dan ligt 'de paol' als regel
stil. Vooral van 'duuster maon' moet
Dries het dus hebben. Opnieuw pro
duceert hij een verlegen grijns. Dan,
aarzelend: 'Die Amerikanen hè, met al
hun gevlieg naar de maon. Zou daar
van nou niemand voor mij dat ding
eens even kunnen kooltarren?'