De minst gepeilde diepte in de vaargeul komen. De grenzen werden geëgali seerd. Je kreeg allereerst het zoge naamde 'groen klaren'. Een schip dat een groene vlag voerde gaf daarmee te kennen dat men al varend de grensformaliteiten wilde afdoen. Daarop volgde de centralisatie van klaringsdiensten, wat opnieuw leidde tot verminderd oponthoud. Zo moge lijk nog zwaarder was de klap als ge volg van de doorvaartregeling waarbij 'Invoerrechten en Accijnzen' massaal vergunning kon geven tot het achter af verrekenen van alle heffingen. De regeling impliceerde echter wel een algeheel ankerverbod in het grens gebied. Het zakenleven te Tolkamer zat met de gebakken peren. Nieuwe impulsen bleven heel lang uit en pas de laatste tijd wordt sterk de recrea tieve ontwikkeling gestimuleerd. Het aanwezige watersportcentrum De Bijland (300 ha) zal straks dubbel zo groot worden. Er is parkeerruimte voor 1500 auto's in aanleg; twintig duizend dagrecreanten moeten ver pozing kunnen zoeken langs de op gespoten oevers van deze vroegere zand- en klei-afgraving. Wethouder Ikink hoopt vurig dat de toeristen voldoende compensatie gaan bieden voor de verminderde inkomsten aan Vrijen buiten Pannerden, dat deed je niet Van de veerponten is afgezien van een Rijnpontje voor voetgangers nabij Millingen, alleen nog de drukke dienst 1 Pannerden-Doornenburg in gebruik. Wachttijden van een half uur zijn geen uitzondering. Het is een komen en gaan van schepen, zoals beter j dan waar ook valt te zien bij de zo- j geheten kop van Pannerden, iets meer naar het zuiden. 'De kop', een voudig witgekalkt, maar zeer tot de verbeelding sprekend door z'n dage- I lijkse radiovermelding bij 'de water hoogten van hedenmorgen medege- i deeld door rijkswaterstaat' is een al lerminst imponerende opeenhoping van basaltblokken. Van seconde tot seconde voltrekt zich hier dus ook dat wonder van de watersplitsing tussen Rijmen Waak Zeventig procent gaat naar de Waal en wat overblijft vervolgt via de Rijn zijn weg naar zee. Geen enkel probleem voor de natuur, hoezeer de schooljeugd haar hersens ook pijnigt op de praktische conse- i quenties van die leerstelling. De 1958 kubieke meter water die hier bij nor maal peil (9,50 meter) voorbij golven per seconde, vinden feilloos hun be stemming. Het is er een onophoudelijk komen en gaan van boten. Zeshonderd per dag is wel het minimum. Op drukke dagen zijn duizend schepen geen uit zondering. Alleen zo komt Tolkamer op jaarbasis aan een onvoorstelbaar getal van 210 000 passages. Enig graafwerk naar cijfers brengt aan het licht dat er 2000 passagiersschepen bij zijn die hier 135 000 mensen aan de wal brengen. Alle scheepvaart bedrijvigheid ten spijt, zit het Rijndorp Tolkamer zwaar in de problemen. Op korte termijn liefst zullen de ba kens een heel eind verzet moeten worden, want anders gebeuren er i ongelukken in het dorp waar vloot voogd Karei Doorman werd geboren. De wethouder Cor Ikink is best bereid 12 over de moeilijkheden een boekje open te doen. Zelf als reder ten nauwste betrokken bij het rivier- gebeuren, schetst hij in vogelvlucht de situatie. 'Je had hier enkele jaren geleden op een gebied van amper 150 vierkante meter 7 cafés, 10 kruideniers en 5 slagers. Om zes uur 's morgens ging daar de deur van de knip en na tienen's avonds doofden de lichten pas. En dat ging zo alle I dagen door, zondags inclusief. Zeven- tig varkens per week verwerkte de gemiddelde slager. Maar inmiddels is er wel het een en ander gewijzigd. Kijk maar eens om je heen, de ene sluiting na de andere. Het is een combinatie van factoren. Een reis naar Bazel, duizend kilometer, duurde vroeger drie weken. Daar moest pro viand voor komen. Voor heel de reis en terug werd hier ingekocht. De vrouwen kwamen aan de wal terwijl hun mannen zich om de douane formulieren bekommerden. Nu doen ze de ruk naar Bazel in 80 uur. In de helft van de tijd ben je terug. Hier heb ik wat cijfertjes over de doorvaart. In 1971 kwam 18 pro cent van wat hier passeerde niet aan de kade. Nu zijn het er nog maar 52 000, want 52 procent van het totaal i glijdt voorbij zonder aan de wal te

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1976 | | pagina 12