Appeltern draagt vanzelfsprekend een wat weemoedig karakter. Erg lang trouwens kan het niet duren, want buiten zijn bankbedrijf heeft de heer Hoogendijk nog de zorg over een veebedrijf van 13 hectaren met acht melkkoeien. Hij vertelt er net wat over als vanuit de keuken de uitroep 'Vollek' weer klinkt. In het deurgat verschijnt een moeder met kind. 'Kan het even?'. Bankdirecteur Henk Hoogendijk gaat het tweetal voor naar zijn werk terrein. Hij vertelt hoe het met de officiële kantooruren is gesteld: van dinsdagavond half zeven tot half acht en tussen één en drie op vrijdag middag. Maar de meeste klanten storen er zich niet aan. Ze komen voorbij en kijken even of ze terecht kunnen. Meestal lukt het wel. Anderen bellen op. Er wordt niet gevraagd of ze op de bank terecht kunnen, maar simpel weg 'Is Henk thuis?' Als je ja zegt, hebben ze al hun antwoord klaar: 'Mooi, dan ben ik er wel tegen koffietijd'. Mevrouw Hoogendijk ver telt het met smaak. 'Dat aanloopje zul je wel missen,' heeft men haar al voorspeld. Dank zij de huiskamer- bank van haar man hoort ze ook aardig wat nieuwtjes. 'O, er wordt zo van alles verhaald hier hoor. We hebben er echt wel schik aan gehad. Vooral als aan het begin van het jaar de rente op de spaarbankboekjes werd bijgeschreven. Dat werd te- 4 voren bekendgemaakt. Van een tot vier uur 's middags en van zeven tot negen uur 's avonds. Jong en oud kwamen dan opdagen, met spaar potten en al. Wel 95 procent van de totale clientèle. Best gezellig eigen lijk. Iedere spaarder-en dat zijn de meesten - gaven we dan ook een attentie. Aan de jaarlijkse traditio nele spaarweek deden wij hier hele maal niets. Je bent er toch bij betrok ken, ook al ga ik niet over de bank. Laatst nog belde een boer me op, een paar dagen nadat hij bij Henk geld te leen had gevraagd. Het be drag was nog niet besteld, maar toen hoefde het ook niet meer. Hij had een koei kunnen verkopen, zei de man.' Handwerk De heer Hoogendijk gaat dan wat dieper in op enkele banktechnische details. 'We hebben 126 spaar rekeningen in totaal. Op het moment van de fusie waren er 54 leden. Als je het balanstotaal van onze bank neemt kom je tot acht ton.' En dat in een tijd vol inflatie. Even knipper je met de ogen, want het is een cijfer dat in schril contrast staat met de vele miljoenen guldens die de door snee Rabobank tegenwoordig in haar boeken schrijft. Voor Henk Hoogen dijk is het bankieren nog grotendeels handwerk gebleven. Elke mutatie in rekening-courant moest met de hand uitgewerkt worden. Datzelfde gold voor de dagafschriften. 'Van auto matiseren kon geen sprake zijn en dus typte ik alles maar met de hand,' legt de heer Hoogendijk uit. 'Jazeker, ik zit hier bijna nog monnikenwerk te doen.' Dan vertelt hij iets over de daginde ling van een part-time bankdirecteur. 'Zo rond negenen ga ik als er niks bijzonders is naar kantoor. Daar werk ik tot half elf zowat. Vervolgens wordt alles meteen maar netjes op het postkantoor afgeleverd en dan kan ik achter aan de slag bij het jong vee.' Er komt, zo blijkt, ook bij de verzorging van een bescheiden vee stapel nog heel wat kijken. 'Als het bankwerk er door de week wegens drukte op de boerderij eens wat bij inschoot kon het goed zijn dat ik ook zaterdags naar kantoor ging.' Mevrouw Hoogendijk: 'Zo vrij als een viske was hij. Dat zal straks wel niet meevallen, maar je hebt aan de andere kant ook heel wat zorg min der.' Eendrachtig samenwerkend trachten de heer en mevrouw Hoogendijk vervolgens een reconstructie te geven van de periode Hoogendijk. Zij: 'Ik herinner me nog dat de brand kast voor jij ermee begon bij Adriaan Pieter Backer in de keuken heeft gestaan. Nog zie ik je de dijk uit komen fietsen. Op hetfietswagentje waarmee je ook ging melken lagen alle boeken. De geldkist stond er bovenop. Later hebben ze de brand kast gebracht. Eerst dat oude geval, en 's jaars daarop de nieuwe. We hebben de vloer er nog voor laten versterken, weet je nog? Toen puntje bij paaltje kwam moest er bij de gangdeur mooi een stuk uit de deur stijl. Ze hadden net iets te krap ge meten, precies waar ik al bang voor was geweest.' Hij: 'De man voor me was vijfenzeventig toen hij stopte met dit werk. Tja, wat wil je zonder oudedagsvoorziening? Op 1 mei was ik precies 16 jaar in functie. Ik moest solliciteren met mijn vader als be stuursvoorzitter. Het werk heeft me altijd wel getrokken. Je groeit er in hè. Als administrerend kerkvoogd doe je wat ervaring op.' Weinig veranderd Henk Hoogendijk sleept gemakshalve een hoogst deftig notulenregister aan ter informatie over het prille begin van de Appelternse huiskamer- bank. Over de oprichtingsvergade ring van 9 oktober 1919, gehouden te 6 ure in de protestants-christelijke school, lezen we dat er 'langs be trekkelijk voorspoedige weg pogin gen tot oprichting in het werk zijn gesteld.' Vierenveertig mensen gaven gehoor aan de oproep van school hoofd en dominee om de bijeen komst bij te wonen. Een van de kers verse bestuursleden moestal meteen voor de aanschaf van een solide tweedehands brandkast mee op dienstreis naaf Amste/dam, 'waar de kassier een goed adres wist'. Dat eerste jaar konden er acht spaar bankboekjes worden uitgegeven; er was een totaalbedrag van f 13.253,72 mee gemoeid. Op een van de vol gende bladzijden lezen we dat de bedrijfsuitkomsten als geheel 'reden geven tot moed houden' en dat het ledental tot 76 oploopt. Tijdens een van de vergaderingen rijst de vraag of wellicht de organisatie van een verloting geen bruikbaar middel zou zijn om de tanende belangstelling voor dergelijke bijeenkomsten wat op te vijzelen, 's Jaars daarop wordt van uit de vergadering geïnformeerd naar de reden voor het weer achterwege blijven van deze kleine attractie. Uit het antwoord valt op te maken dat de wens om geen extra onkosten te maken bij de afschaffing een rol heeft gespeeld. Omstreeks diezelfde tijd registreert de notulist - voor de zoveelste keer - ook weer het dringende verzoek zich te houden aan de vastgestelde zittingsuren. Geconfronteerd met die zinsnede lacht de heer Hoogendijk maar eens fijntjes voor zich heen: 'Ik zei het toch al. Er is nog haast niks ver anderd sindsdien B

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1976 | | pagina 4