CHUISKAMER Bank in de verleden tijd 'Appeltern' en 'Functieclassificatie' bij elkaar in één nummer! Ze om spannen als het ware de hele geschiedenis van onze organisatie en ook nog een deel van de toe komst. Dat van Appeltern zal iedereen graag lezen, vooral zo aan het eind van je vakantie. Hoe bestaat het dat we in onze harde tijd nog zo'n één persoonsbankje vinden, waar de directeur niet eens een volle dagtaak heeft, waar alles gemoedelijk in de huiskamersfeer wordt afgewerkt en waar buizenpost of boekhoud machine het tikken van de klok op de schoorsteenmantel niet overstemt! Zó zijn nagenoeg al onze banken begonnen. Je proeft er, achteraf althans, een weldadige romantiek in. Appeltern is de laatste der Mohi kanen en al heeft ze het nu tegen de vereiste zakelijkheid moeten afleg gen, dan verdient ze als rode lantaarndrager toch de eer, dat ze het zo lang heeft volgehouden! Met de functieclassificatie ploffen we meteen weer in heden en naaste toekomst. Of iedereen er na die zomermaanden op af zal vliegen is de vraag. Het zal velen voor iets onbe kends zetten, dat nog niet bemind is. Toch even doorzetten. Een éénmans bank als Appeltern heeft niets te classificeren, maar een doorsnee moderne Rabobank kan er eenvoudig niet meer zonder. Bij de Centrale Bank hebben we dat functie-onderzoek nagenoeg achter de rug. Als het bij de lokale banken net zo gaat als bij de Centrale Bank zal er hier en daar onder de medewerkers wel even een wat onwennig gevoel ontstaan als de 'classificeerders' aan het werk gaan. Goed, de functie wordt onderzocht los van de func tionaris, maar toch je voelt je als persoon vaak dicht bij je functie betrokken. In de praktijk blijkt het gelukkig erg mee te vallen, vooral als we eenmaal weten, waarom en hoe die classificatie gebeurt. Dat staat in ons artikel te lezen. Nu we allemaal, vroeg of laat, met dit 'sorteerwerk' te maken krijgen, zou het goed zijn als we ook in ons blad eens konden laten horen, hoe de lezers er tegenover staan. Vooral als iemand tegen deze nieuwe aanpak aanvankelijk wat huiverig zou staan (dat zal voorkomen), kan het heil zaam zijn dat eens te zeggen of te lezen hoe anderen het zien. Ook juist daarvoor is de Raboband bestemd. JRH m Appeltern in het land van Maas en Waal. Op zoek naar de kleinste Rabobank van Nederland. Onder aan de Maasdijk een boerenwoning, Munseweg 12. 'De Notenboom' staat met ijzeren letters op het toegangs hek. Vanuit de gang betreed je een vierkant vertrek. Aan de wanden prijken spreuken zoals 'Dient den Heere metvreeze'. De bijna mans hoge brandkast staat onverzettelijk in een hoek. Een chaotische stapel ordners vult de overgebleven ruimte tot aan de schoorsteenmantel met zijn pompeuze spiegel. De propvolle prullenmand prijkt naast de uitge doofde kolenhaard. Daarboven een lichtbak, standaardmodel. Slechts het gedoofde opschrift 'Rabobank' in blauw, zondigt tegen de huiskamer sfeer. De bezoeker beseft maar al te goed dat hij hier wordt geconfron teerd met een bank in haar oervorm. Afgezien van de lichtbak, een tel machine op het tafelkleed en de schrijfmachine in de hoek, beant woordt de entourage nog volledig aan het klassieke beeld. Maar wie had het anno 1976 nog voor mogelijk gehouden? Ergens in een hoek ontwaart het speurend oog opnieuw een stapel boekwerken. Helemaal onderop een fel gele band: het indrukwekkende marketingplan. Naast het dressoir met de ingelijste familiefoto's is een pluche fauteuil bedolven onder ad ministratieve paperassen. Ze zijn niet weg te denken uit zo'n huiskamerbank. Maar directeur Henk Hoogendijk (56) heeft toch liever dat het zaakje niet op de foto komt. Ook de overweging dat het binnenkort stukje historie zal zijn, brengt bij slechts een nauw merkbaar schouderophalen teweeg. Toch is het de harde werkelijkheid. Op 1 juli om precies te zijn werd de 'protestantse' bank van Appeltern voorgoed verleden tijd. De beslissing viel eind mei in de ledenvergadering. Er waren zeven aanwezigen, van wie zes bestuurders. Na twee jaar van onderhandelen was een samengaan met de 'katholieke' Rabobank te Appeltern het resultaat. Tot op het laatst liepen de meningen uiteen. 'Dat gaat niet deur; waar moeten we anders straks met ons geld naar toe?' vroegen sommigen zich af die al sinds jaar en dag vanuit Wamel, Lithoyen, Horssen, Batenburg, Leur en Bergharen hun financiële zaken op het vertrouwde adres in Appel tern kwamen afwikkelen. De optimis ten ('Het zal nog wel niet weggaan; het is veuls te gezellig') hebben evenwel ongelijk gekregen. In de toekomst telt het plaatsje Appeltern (600 zielen) nog maar één Rabobank- kantoor. De fusiebeslissing bete kende tevens het einde van de genoeglijke vergaderingen aan de Munseweg, als directeur Hoogendijk maandelijks de drie leden van zijn bestuur informeerde over de gang van zaken. Eén bestuurslid slechts zal binnen de nieuwe constellatie blijven functioneren. Directeur Hoogendijk zelf werkt voortaan part time bij collega J. v. d. Berg, even eens kantoor houdend in een 'ge sloten huis'. Daar behartigde hij in het verleden de belangen voor een bank met circa 150 leden en een balans totaal van om en nabij f 4,5 miljoen. Wel schik Het gesprek over het verdwijnen van de kleinste coöperatieve bank te

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1976 | | pagina 3