ÏLJ
15
1
Aanvankelijk denk je nog aan stom
toeval of een vergissing, later aan
doorgestoken kaart, een boosaardig
spel onder regie van de plaatselijke
VVV en bedoeld om vreemdelingen
te misleiden. Maar twee dagen lang?
Dat bestaat niet.
Het wordt tijd een misvatting met de
kraakwagen mee te geven. Zeker
voor zover ze leven in Franeker valt
er bij de Friezen niets van een ver
onderstelde stugheid te bespeuren.
Waar je ook komt, alleen of in gezel
schap van streekbewoners, overal
zeggen mensen je nadrukkelijk gedag
of ze beginnen een praatje. Zou het
iets te maken hebben met de eerder
gehoorde constatering 'Je moet
Franeker plaatsen op de helft van
klein en groot!'
We zullen zien hoe ver de gemoede
lijkheid hier reikt in de geboorte
streek van dr. Jelle Zijlstra. De
huidige topman bij De Nederlandsche
Bank heeft in het naburige Ooster-
bierum eens nog zijn eerste optel
sommetjes gemaaktFraneker
met zijn centrumfunctie voor de
omringende dorpen is er trots op. De
wekroep 'stêd en lan, ien ban' onder
schrijft heel de streek zonder aarze
ling. Bij tal van evenementen blijkt
altijd nog die hechte band van stad
en land.
Niets wijst op een stads superiori
teitsgevoel, van waaruit neerbuigend
en met een minzame glimlach wordt
neergekeken op het dorpsgewriemel
daar ergens diep in de diepte. De
stad voelt zich best in haar koeste
rende rol van de zorgzame moeder
kip, omgeven door jong grut. Niets
moeten de Franekers hebben van de
heel andere mentaliteit op dit punt
die elders weieens hoogtij viert. Om
het te illustreren is daar een legen
darisch verhaal, stammend uit een
tijd toen dieren nog praten konden.
Een ooievaar vliegt richting Har
lingen met in zijn bek een in Franeker
verschalkte kikker. Na een poos
komt de vraag: 'Zal ik je opeten of
laten vallen?' De kikker weegt zijn
overlevingskansen af. 'Waar zijn
we?' wil hij weten. Als het slacht
offer hoort dat Harlingen net onder
hen voorbij glijdt zegt hij dapper:
'Nou vreet me dan maar op.' Waarbij
kenners van de streek aantekenen
dat het beest tegenwoordig mis
schien toch wel anders gereageerd
had.
Sl, 'lm te i* om>
i, 3^%
slu
<pt t u
OmV#
lm-int lwn*i intern km J
Maar de verhouding tussen Har-
lingens bevolking en die van
Franeker blijft wat moeilijk,
koeltjes en afstandelijk. 'Harlingers
dat is toch een wat ander volk. Of het
nou komt door die vele contacten
overzee? Ze zijn gek met de zee,
voelen zich wat meer wereldburgers.
Franeker groeit cok meer sociaal dan
het onstuimige Harlingen.' Zulk een
ondertoon klinkt door in menig ge
sprek.
Men wijst op de aanwezigheid van
diverse bejaardencentra, de woon
functie. In tegenstelling tot Harlin
gen, heeft Franeker zich sterk ont
wikkeld als woongemeente, in trek
bij heel wat mensen die hun werk
elders vinden. Aardig veel personeel
van de vliegbasis Leeuwarden met
name is in de loop der jaren metter
woon te Franeker aangeland. Nog
altijd vertoont het bevolkingscijfer
van ruim 11.000 een gezonde groei.
Het historische stadscentrum be
hoort vast en zeker tot de bekoorlijk
heden. Statige panden houden de