8
gaan, werd alleen terloops gezin
speeld. Drie kan anders wel toe, zou ik
menen. Spannend was het genoeg. De
geboorte vond gevaarlijk vroeg plaats,
negen weken eerder dan normaal. De
dokter had gezegd: hoeveel het ge
wicht is, maakt niets uit. Mits de ba-
bies tenminste 32 weken zijn als ze
ter wereld komen. Dat hebben ze net
niet gehaald. De geboorte op 11 maart
viel precies een dag voordat ik eigen
lijk opgenomen zou worden.'
Die gedenkwaardige donderdag ver
geet ook echtgenoot Joop Meester
niet licht. Met achterin de auto zijn
vrouw en de ijlings gealarmeerde huis
dokter jakkerde hij die ochtend in alle
vroegte van Wervershoof naar Hoorn.
De snelheidsmeter bibberde constant
rond het cijfer 120 op de gevaarlijke
weg waar zo frequent een bordje
Vaa rt ve rmi roderen spa a rt ki n d e re n
langs de waterkant prijkt. Het werd
een race tegen de tijd die Joop
Meester op het nippertje won.
Een stukje werkelijkheid achter de
simpele zinnetjes op het geboorte
kaartje!
Na alle spanning die met de eigen
lijke geboorte verband hield, volgde
nog een wekenlange oefening van ge
duld vooraleer de drieling van
Wervershoof ook daadwerkelijk tot de
bevolking van het dorp gerekend; kon
worden.
Bij hun geboorte wogen Joost, Yvonne
en Sandra achtereenvolgens 1600,
1700 en 1400 gram. Er werd een com
plete boekhouding opgezet om van
dag tot dag hun gewichtstoename te
kunnen bijhouden. De wetenschap dat
een groei van 50 gram per dag als
normaal beschouwd kon worden,
werkte allerlei speculaties in de hand
over het tijdstip waarop het drietal de
couveuse dan wel het ziekenhuis
mocht verlaten. Yvonne won de race
met glans. Zij maakte rond Pasen als
eerste kennis met de wiegjeskamer in
de ouderlijke woning. Broer Joost en
Vera en Joop Meester, toebereidselen treffend voor de thuiskomst van de drieling
zusje Sandra volgden enkele weken
nadien.
Vanaf dat moment begon de drukte
op het adres Olympiaweg 13 te Wer
vershoof eigenlijk pas goed. Wasma
chine en droogtrommel ('speciaal aan
geschaft met het oog op de komst van
het drietal omdat we dachten dat zo'n
ding nu wel van pas zou komen')
draaien vrijwel constant op volle toe
ren. Vera: 'Familieleden hebben al
lang van tevoren aangeboden dat ze
eventueel best willen inspringen als
het me allemaal wat teveel zou wor
den. ledereen zit erover in, veel meer
dan wijzelf eigenlijk. Ze denken alle
maal dat ik hulp nodig heb. Maar dat
zie ik werkelijk nog niet zo in. Als je
vier jaar kraamverzorgster bent ge
weest, dan weet je wel iets van werk
indeling. De oudste dochter zal zeker
wel wat minder aandacht krijgen
voortaan en de drieling zal met eten
heus weieens even op elkaar moeten
wachten. Maar dat zullen ze wel meer
moeten. Nee hoor, niks geen geteut.
Daarhou ik niet van.'
Evenmin als haar man wekt mevrouw
Meester de indruk dat de opmerkelijke
gezinsuitbreiding tot panieksituaties
aanleiding zal geven. Mentaal hebben
ze er zich met zijn tweeën terdege op
voorbereid. 'Je weet,' aldus de drie
lingmoeder, 'dat er een aantal zaken
extra geregeld moet worden. Daar
moetje op ingesteld raken. Dat geldt
voor de kleertjes, net zo goed- als voor
het bedenken van namen. Je moet ge
woon uitgaan van zes verschillende
namen, want het hadden net zo goed
alle drie meiden of jongens kunnen
zijn.' Slechts een enkele teleurstelling
heeft ze moeten incasseren: 'Ondanks
dat we stad en land hebben afgereisd
is het niet gelukt een kind-er- of wan
delwagen op de kop te tikken. Er is
op dit gebied totaal niks voor drie
lingen in de handel. Dat ik zo'n wan
delwagen niet heb kunnen bemachti
gen, is nog wel het ergste.'
Vader Joop Meester op zijn beurt,
filosoferend over diens toekomstige
taak als opvoeder: 'Bij de plaatselijke
voetbalclub waarvan ik lid ben, kreeg
ik al te horen dat mijn ervaringen als
jeugdleider me straks goed van pas
zullen komen.'