Juffrouw Alie houdt van netjes -m Veertig jaar op de bres voor orde en netheid Vraag in Landsmeer naar de dochter van bakker De Boer en ze weten ge noeg. Het unieke jubileum van 'juf frouw Alie' ligt de bevolking nog vers in het geheugen, inclusief de onder scheiding die er het hoogtepunt van vormde. Een eremedaille in brons, verbonden aan de Orde van Oranje Nassau. Burgemeester Martini, de kersverse eerste burger van Lands meer, kwam de versierselen hoogst persoonlijk aanbieden toen de Rabo bank Landsmeer een ongedwongen huldiging op touw zette voor de vrouw die al veertig jaar een garantie voor orde en netheid is binnen het bank gebouw. De gedecoreerde is er nog een beetje beduusd van. 'Eigenlijk hou ik niet zo van plechtigheden, maar het is fan tastisch geweest. Geen ijlerige toe spraken, en zo genoeglijk. Schitteren de cadeaus. Al meteen bij aankomst kreeg ik een struik bloemen in mijn armen gedrukt. O en het zat helemaal vol in dat lokaal toen ik binnenkwam. Je wacht maar af, hadden ze gezegd. Nou dat was dan afgesproken. Ik kijk rond en opeens zie ik zomaar de bur gemeester zitten. Enorm. Ik voelde me de koningin, zo geweldig.' Nakaartend vertelt mejuffrouw De Boer en passant wat over het begin van haar langdurig dienstverband: 'Thuis hielden we van oudsher een den. In 1916 waren het er al 6000. Maar in de crisis ging alles naar zijn groot je. Het kon niet meer uit op het laatst. Het was ook geen doen haast voor mijn vader, met de bakfiets eieren venten naar Amsterdam. Hij lag veel ziek. We zijn-tenslotte een broodzaak op gaan bouwen. Ik sprong in. Toen ben ik ook als schoonmaakster bij de bank begonnen. Aanvankelijk onder mijn oom als kassier. Dat zal, eens kijken-, op 23 jaar geweest zijn. Eerst als invalster voor mijn zieke tante An-tje. 'Ken ik het dan- blijven doen?' heb ik na haar dood gevraagd. Dat mocht. Mijn oom, een-echte rommel pot met stapels paperassen op zijn bureau, liet me thuis ook wel eens helpen een enkele keer. Het kantoor ziet er best nog netjes uit, zei hij dan. Bij iedere nieuwe directeur kreeg ik wel even de beverd. Maar achteraf viel dat altijd 100 porties mee. Ik was er erg mee thuis toch wel. Me neer Pouwels van nu houdt ook van netjes. En hij ziet je werk. Want het is een hele toer om zo'n kantoor knap te houden hoor. De keuken, de toiletten. Kopjes wassen, asbakken een beurt geven. En de bureaus niet te vergeten. Dinsdags heb ik hulp, vrijdags ben ik er in mijn eentje dan.' Veertig jaar geleden gestart voor een salaris van honderd gulden per jaar, heeft Alie de Boer in de loop der jaren heel wat loonrondes gekend. 'Mijn oom zei het eerst dat ik tekort ver diende. Nu draai ik op de computer en gaat alles vanzelf.' Ook het werk onderging in de loop der jaren de nodige veranderingen. Bij de bouw van het nieuwe bankgebouw be gon juffrouw De Boer toch wel even te twijfelen-. 'Al die ramen erbij, nou weet ik het niet meerverzuchtte de vrouw die buiten de Rabobank ook nog - gedurende 26 jaar alweer - schoonhoudt en koffiezet bij een plaatselijk accountantskantoor. En als of dat niet genoeg is neemt ze op ge zette tijden verder de kantoorruimte van de Nederlandsche Middenstands- bank nog onder handen. Bij de Rabo bank kregen juffrouw Alie en haar rechterhand inmiddels assistentie van een glazenwasser, zodat het tweetal geen omkijken meer heeft naar 'de buitenboel'. De komst van die assistente, zes jaar geleden, heeft wel wat voeten in de aarHpnphaH '7npLr Pr maar ppp mpicip bij,'zei men-op de bank in- Landsmeer. Juffrouw De Boer: 'Had je gedroomd. Die doen dit werk niet meer zodat nu mijn buurvrouw helpt. Het woord werkster heeft een akelige klank, ja. Maar uiteindelijk is dat grote onzin. Werksters zijn er net zo goed nodig. Vroeger had je dienstbodes. Nu heb je gezinsverzorgsters en bejaarden helpsters. Het is heus geen ander werk wat zij doen. Verkapt zijn er nu net zo goed nog werksters. Ze bedenken er alleen allerhande woorden voor. Maar niettemin, je voelt je wel eens minderwaardig. Daarom heb ik ook nooit een andere betrekking willen aannemen in plaats van de bank. Bij een particuliere mevrouw word je als maar gestuurd. Hier kun je zelf de za ken inkleden. Het lopende werk, alles. Vooral als je ouder wordt wil je niet meer gedrild worden. Ik ben geen type dat erg van veranderen houdt. Zo'n ge zinsverzorgster? Ik moet er niet aan denken, iedere maand weer wennen aan een ander gezin Vandaar misschien ook dat ik die bank erbij bleef houden, wat er ook gebeurde. En wat ook scheelt? Je wordt als mens gewaardeerd, al heb ik een geringe functie.' Alie de Boer wil geen aanmerkingen maken op de gewijzigde opvattingen met betrekking tot het huishoudelijk werk. 'Je moet erover heen leren zien,' stelt ze nuchter vast. Toch zou zij niet kunnen aarden- achter 'ramen-waar je in kunt schrijven.' Zij: 'Die zou ik soms toch zomaar wel eens lekker willen af- lapen. Ik hou van opgeruimd, ja dat wel. Maar niet meer zo overdreven, de hele dag met een stofdoek in de weer zijn. Denk niet dat ik een werknummer ben.' De dochter van bakker De Boer uit Landsmeer constateert het met extra nadruk. Wel wil ze weten dat ze graag mensen om zich heen heeft voor wie ze zich nuttig kan maken, voor wie ze wat kan betekenen. Dat geldt zelfs gedeeltelijk voor haar vrije-tijdsactivi- teiten: de gezinsbezoekjes die ze af legt als ouderling van de gereformeer de kerk, haar onblusbaar enthousias me voor het kerkkoor en het weke lijkse partijtje scrabble met vriendin nen dat iedere zaterdagavond voor komt op haar ontspanningspro-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1976 | | pagina 6