17
3ss
y.|^:
Éi
V-:,
Wat had de directeur van de plaat
selijke Rabobank in Elsloo ook alweer
gezegd? Tot 1972 hielden we zitting
in het Kruisgebouw van Meers. Eens
per maand kwamen de pensioenen
van de mijn. Een uurtje tevoren gaf ik
de boodschap telefonisch door aan de
kastelein van het dorpscafé en om
half drie stond iedereen in de rij. De
een vertelde het aan de ander. Meer
dan vijftig mannen in totaal. Kortade
mig. Ex-kompels. Vervroegd gepen
sioneerd. Vanuit het wachtzaaltje al
kon je ze horen hoesten en rochelen.
Stuk voor stuk hadden ze 'stöb ge-
v ra eten' zoals wij hier zeggen. Silli-
cose ja, ofwel stoflongen. Het is voor
bij nu. Een voor een hebben we ze
voorgoed ter ruste gelegd. Vijftig jaar
oud, 55 misschien. Meers heeft nu
ook zijn bijkantoor, eerst voor halve
dagen maar binnenkort volledig be
zet. Het dorp is tegenwoordig met
DSM getrouwd. In heel de gemeente
zit weinig bedrijvigheid. Van de wer
kende bevolking moeten er honder
den het hebben van DSM. Geen vet
pot. De tegoeden op onze 2500 privé-
rekeningen liggen aardig wat lager
dan het gemiddelde van de hele or
ganisatie. Je merkt het ook aan het
balanstotaal. Met zo'n rekeningenbe-
stand zou je hoger moeten zitten dan
onze 24 miljoen.'
Een eerste rondrit door het werkge
bied van de bank Elsloo illustreert
treffend ook de gehoorde verhalen
over het gebrek aan uitzettingsmoge
lijkheden. Elsloo, dat tot de jaren 50
amper drieduizend zielen telde, biedt
thans nog maar weinig perspectief
aan woningbouwers. Het zit met 8000
inwoners nagenoeg aan zijn top.
Gladde nieuwbouwwijken leggen een
stille getuigenis af van de groei. De Ju-
lianastraat waarmee alles begon heet
in de volksmond niet voor niks nog
steeds de nieuwe weg. Wie had het
ooit kunen voorspellen in deze omge
ving waar geld lenen lange tijd een
schande was en waar getrouwde stel
letjes al genoegen- namen met een
kamer in het ouderlijk huis? Pas zo
dra er kinderen waren stapten som
migen naar de bank. Schoorvoetend
kwamen de eerste financieringen aan
niet-agrariërs tot stand. 'Je hielp waar
het het hoogste nodig was', verklaart
Tjeu Lenssen, de huidige bestuurs
voorzitter en al sinds 1933 nauw be
trokken bij het Elsloose bankwezen.
Datzelfde Elsloo besloot zowat twee
jaar geleden uit veiligheidsoog-punt
toch maar als een van de eerste Rabo-
banken uit de streek het geldverkeer
via een buizenpostsysteem te laten
verlopen. Tjeu Lenssen haalt de schou
ders eens op. Niet direct een buiten
sporig prater, deze man in het nette
witte overhemd. Hij komt naderhand
pas los bij het bekijken van de omge
ving. Je staat dan aan de voet van
een steile berg. Luttele meters naar
het westen ligt het Julianakanaal; di
rect daarachter heb je de onbevaar
bare Maas, tevens de grens met Bel
gië. Hoog op de helling ligt Elsloo.
Een markante kerk met aan haar voet
de serene dodenakker d-ie hier nog
een wezensbestanddeel uitmaakt van
het centrum. Ordeloos dooreen ge
worpen huizengroepen. Het geheel
vormde een levensecht decor voor de
TV-film naar een boek van Willem Els-
sch-ot. Tientallen dorpelingen vervul
den met vuur hun onbeduidende figu
rantenrolletjes. De man die voor lijk
lag gedurende een begrafenisscène
stak tijdens het hoogtepunt van de
opnamen zijn olijke kop uit de kist.
Tjeu Lenssen legt uit hoe vanaf 1927
tot 1934 een groot deel van deze
Maasberg ten offer viel aan scheep-
vaartbelan-gen, 'De Maas hier is meest
al maar klein. Te min water, in com
binatie met een te sterk verval. Dat
maakte de bouw van het Julianaka
naal noodzakelijk. Drieënveertig Els
loose gezinnen moesten hun huizen
uit.' Dat men er zich druk over maakte,
weet hij zich niet te herinneren. Op tal
van plaatsen komen smalle stroom
pjes water uit de bergwand. Tjeu Lens
sen wijst ze aan. Zo zijn er honderden
van deze bronnen in de omgeving.
Lenssen zelf past bronwater toe bij de