Hart landen de wentelwieken met hun
j vaak totaal verzwakte vrachtje. De
kordate Groningse ontfermt zich over
zo'n machteloos dier en dan begint
een langdurig proces waarbij zij ge
holpen door een groot aantal hulp
vaardige handen van vrienden en vrij-
j wiliigers begint aan haar revalidatie-
i werk. De zieke dieren blijven net zo
1 lang tot ze weer sterk genoeg zijn om
zich in de vrije natuur te handhaven.
1 Is dat stadium eenmaal bereikt, dan
aarzelt Lenie 't Hart ook geen moment
meer om haar dierlijke pensiongasten
I hun vrijheid te hergeven. Zij vertelt
daarover: 'Je merkt automatisch wel
wanneer het zover is. De dieren gaan
zelf hun vis vangen in het bassin, ze
doen pogingen om uit te breken en
dan wordt het hoog tijd om ze weer
terug te zetten in hun natuurlijke leef
omgeving. Het kan soms pijn doen,
dat moment, want je gaat verschrikke
lijk gauw hechten aan dieren die je
weken en maanden omringd hebt met
zoveel zorgen. Ze kunnen je toch zo
aanhankelijk aankijken met die
fluweelzachte ogen. Maar zodra ze er
weer bovenop zijn, moeten de dieren
onherroepelijk weg. Iedere minuut die
je ze dan langer vast gaat houden is
een bewijs van puur egoïsme. De zee
honden zijn er niet mee gebaat; ze
voelen zich hier dan hoogst onge
lukkig.'
Slechts dankzij een Spartaanse dagin
deling gelukt het Lenie 't Hart om zich
te blijven inzetten voor haar lievelings
dieren. Ze vergen de uiterste zorg en
aandacht. Er is een voortdurende angst
dat de verzwakte dieren de een of an
dere ziekte oplopen. Zonder optimale
verzorging zijn de levenskansen voor
zeehonden in gevangenschap nog
kleiner dan in de vrije natuur. Om
streeks juli begint voor de zeehonden- j
moeder in de crèche van Pieterburen
de grote drukte weer. Dan kan ze er
staat op maken dat manschappen van J
de rijkspolitie wel weer spoedig de
eerste pasgeboren zeehondombabies j
bij haar af komen leveren. Zij: 'Dat zijn
de zogenaamde huilers. Kort na de
geboorte tijdens een laagwaterperiode'
zijn ze verdwaald. Moeder kan haar
zeehondekind niet meer vinden en dan
ligt zo'n jong daar hulpeloos op zo'n
zandbank of op het strand. Ze huilen
werkelijk aangrijpend. Het is bijna
menselijk. De beestjes verzwakken
snel, maar als ze bijtijds worden ont
dekt kunnen wij de voeding hier over
nemen totdat het weeskind zich heeft
ontwikkeld tot een normaal volgroeide j
rob.'
Met behulp van een trechter en een
slangetje krijgen de pasgeboren zee
honden in Pieterburen op gezette tij
den hun menu van fijngemalen haring
toegediend. Er moet vijf maal per dag
gevoerd worden. Het betekent dat
Lenie 't Hart in de zomermaanden van
af half zes 's morgens tot na elven
's avonds in de weer is. Alle gebruikte
spullen moeten telkens weer opnieuw
ontsmet, uitgekookt en afgewassen
worden, De plateaus naast de bassins
moeten een reinigingsbeurt ondergaan
teneinde de infectierisico's te verklei
nen. Zo zijn er nog duïzend-en-een kar
weitjes die gedaan moeten worden in
het belang van de patiënten.
Om het opvangcentrum draaiend te
houden is jaarlijks een bedrag van
7000 gulden en veel belangeloze me
dewerking van vrijwilligers nodig.
Lenie 't Hart hoeft niette klagen: de
dierenarts helpt waar hij kan, maar net
de vis die ook deel uitmaakt van het
menselijke voedselpakket. Schadelijke
gifstoffen die de dieren op die manier
mee binnen krijgen, stapelen zich in
hun lichamen op naarmate de zeehon
den ouder worden. Hun conditie gaat
in een aantal gevallen achteruit, ze
betekent een verhoogde kwetsbaar
heid voor ziekten en parasieten. Je
merkt het aan de steeds toenemende
getallen volgroeide robben die wor
den binnengebracht. Ze hebben last
van lint- of longworm. Andere dieren
sterven omdat de gifmaat vol is. Het
voortbestaan van de zeehond in de
Waddenzee wordt verder in stijgende
mate bedreigd door militairen (schïet-
zo goed de bevriende vishandelaar uit
Warfum die zorgt voor de geregelde
aanvoer van de benodigde leeftocht
voorde blauwgrijze pelsdragers. Da
gelijks maken ze enkele tientallen
kilo's vis soldaat, in keurig afgepaste
porties opgediend. De dieren, onhan
dig hobbelend over de grond maar
uiterst behendig in het water, weten
instinctief wanneer hun tafeltje wordt
gedekt. Een dagje uitslapen is er niet
bij, want met gebrul geven de dier
lijke kostgangers stipt om half zes
blijk van hun hongerigheid'. Het dage-
lijkt ritueel begint: er moet vis uit de
diepvries worden gehaald, de dieren
verhuizen van de schuur naar het
bassin, en aansluitend moet dan weer
de ontbijttafel voor man en kind in
gereedheid worden gebracht. Vrije
dagen zijn er in het geheel niet bij.
Maar Lenie 't Hart gaat er niet onder
gebukt. Haar reddende werk voor de
zeehond verschaft haar zoveel kracht j
en voldoening dat ze tussen de bedrij- j
ven door zelfs nog tijd vindt om rond
leidingen te verzorgen voor de school
jeugd die ze bewust maakt van wat er
mis gaat in de natuur. De bedreigin
gen waaraan de zeehond is blootge
steld ziet ze als een teken aan de
wand. 'De zeehond staat aan het ein
de vaneen voedselketen. Hij leeft van
of vliegoefeningen) en toeristen die
de rust van de dieren verstoren. Zee
honden zogen hun jongen uitsluitend
bij laagwater op de zandbanken. Bij
een verstoring gaan de dieren ogen
blikkelijk te water. Pas als de rust na
geruime tijd is weergekeerd, dan
wordt het zogen hervat. Maar het be
tekent wel dat de etenstijd voor een
jong aanzienlijk wordt bekort, met als
gevolg ondervoeding en een ver
hoogde kwetsbaarheid. Ook onder
zoekingen en boringen van oliemaat
schappijen brengen de nodige onrust
te weeg.'
Het betoog van Lenie 't Hart wordt
aangrijpend geïllustreerd aan de hand
van gegevens die bij officiële tellingen
beschikbaar kwamen. In 1968 werden
er in Nederland nog bijna 1500 zee
honden geregistreerd vanuit de lucht,
terwijl men verleden jaar niet verder
kwam dan 450. Ieder jaar worden er
ongeveer honderd geboren, waarvan
vijftig procent niet levensvatbaar is.
Gezien het 'gastenboek' dat in de zee
hondencrèche van Pieterburen bijge
houden wordt, leert een snelle bere
kening dat Lenie 't Hart zowat 20 pro
cent van de overblijvende dieren in
leven houdt. Met veel liefde en tijd.
Zonder er zelf ook maar een cent wij
zer van te worden.