Knap werk van Noordlimburgse speurneuzen e>^(VR° u het andere loket nemen? Als ge dan een nummer zegt, klopt het ver domme nooit! Want naderhand schiet u te binnen, dat ge het registratienummer hebt genoemd uit de tijd van de mobili satie. Of het nummer dat vroeger op uw melktuiten stond ten gerieve van de stoomzuivelfabriek. Verholen hilariteit bij uw familieleden, wanneer deze dwaling tijdens een bezoek ontrafeld wordt. Een ander loket nemen mijnheer, want dit is de snelkas. Beleefd, maar keihard wordt u dit onder de door lopend vochtige neus gewreven door die jonge parelhoenders. Voor hij het weet, staat hij met zijn verwarde gedachten in de immense bankhal. Het personeel is toe aan het half- elfje. 'Toch nog gauw even die mijnheer helpen,' denkt Nancy. Als ze hem nadert, realiseert ze zich, dat ze nu het 'gauw-even' wel kan vergeten. Het snelle element wordt ingekap seld in het geestelijke oerwoud van de bejaarde baas. 'Ik kom mijne bijstand halen om te kunnen proeven en roken,' roept de oude man met een overvloed aan decibels. Desgevraagd geeft hij een nummer op. Het nummer van de kerkbank, die hij vroeger eens ge pacht heeft onder het bewind van pastoor Hagemans zaliger. Voor hem staat de tijd zeer duidelijk stil. Voor de bank niet, hetgeen ook over vijftig, zestig jaar niet het geval zal zijn. Wie weet, wat voor een lastig gedoe het dan voor ons zal zijn om een geld opname voor een extra bete broods of versnapering los te krijgen. Zo we het beleven mogen, natuurlijk. Ver moedelijk zal ons dan gevraagd worden, het dagafschrift dat wij het laatst ontvangen hebben, haarsecuur van buiten op te zeggen. Inclusief valutadata en kantoornummer. En hier zwijgt dan de man, voor wie het heilzamer zou zijn geweest te spre ken. Want hij wordt heengezonden door het bankpersoneel. Terug naar de directeur van het verzorgingstehuis, die voor ons een briefke moet maken. We onder tekenen dit briefke met een hand schrift, dat op verdord onkruid lijkt. Op deze wijze en helemaal niet anders zullen wij in het bezit kunnen komen van genotmiddelen, gepro duceerd door de heren Willem II en Dujardin of Bokma. De Knipbeurs Een vrijdagmiddag bij de Rabobank in het Noordlimburgse Broekhuizen- vorst. Aan een van de loketten ver voegen zich rond drie uur twee kleuters. 'We hebben zoëven een briefje van honderd buiten op de parkeerplaats gevonden. Het zal wel van jullie zijn,' laat de woordvoerder stralend weten. Vooral de vanzelfsprekendheid waar mee verondersteld wordt dat het bankbiljet op de bank zou thuis horen, wekt wel even wat hilariteit. Een ogenblik denkt de dienstdoende medewerker ook dat hij gefopt wordt. 'Nou, laat dan maar eens kijken,' informeert hij afwachtend. En jawel hoor, als ze op hun tenen gaan staan zijn beide knapen net bij machte het onvervalste honderdje aan te reiken. Het biljet wordt door bankdirecteur Gerard van Meijel na beraad in be waring genomen met de mededeling dat hij de namen van de eerlijke vinders zeker zal doorgeven indien zich een verliezer mocht melden. Op de bank herneemt het leven zijn normale gang. Maar helemaal ver geten kan niemand het amusante voorval. Rechercheursinstincten worden wak ker. Aan de hand van de kasstaat valt een globale selectie te maken. De kring van potentiële verliezers is niet groot gezien de geringe drukte die middag op de bank, de vindplaats in combinatie met de wijze waarop de Broekhuizenvorster cliëntèle de bank bezoekt, en de vorm waarin men die middag uitbetalingen heeft verricht. Maar de naspeuringen blijven aanvan kelijk vruchteloos. Niet alle kandida ten kunnen achterhaald worden trou wens. Er verstrijken enkele dagen. Dan volgt toch nog de ontknoping als een van de mogelijke gegadigden zich persoonlijk aan de balie vervoegt. Op de vraag of zij soms geld mist, reageert de dame in kwestie met de mededeling dat een haar vergezel lende zus een briefje van honderd gulden is kwijtgeraakt bij het vorige bezoek aan de bank. Op de bank kan men tevreden zijn over het resultaat van de naspeuringen. Maar de verbazing kent geen grenzen als uitgerekend daags na dit voorval een cliënte opbelt met de boodschap datook zij op de par keerplaats naast de bank een biljet van f 100 gevonden heeft. Sinds mensenheugenis is er op het terrein van de Broekhuizenvorster bank al geen geld meer gevonden en dan zouden er nu ineens binnen een week twee biljetten van f 100 aan getroffen worden? Er zit niets anders op, men moet het wel geloven. Opnieuw wordt voor de aardigheid besloten een onderzoek in te stellen. Als een bezoeker van de bank de verliezer zou zijn, zo luidt ditmaal de conclusie, dan is er maar één moge lijkheid. 'Een kwestie van elimineren,' aldus de Limburgse bankmensen. Ze besluiten de gok te wagen door de echtgenoot van de vermoedelijke gedupeerde op te bellen met de vraag of diens vrouw mogelijk over het een of ander in de rats zit. En de stem aan gene kant van de lijn: 'Nou en of man. Hoe raad je het zo? Mijn vrouw heeft honderd piek verloren zonder er ook maar het flauwste benul van te hebben waar dat kan zijn gebeurd. Bakker, slager, melk boer- iedereen heeft ze tevergeefs al aangeklampt. Overal hebben we al navraag gedaan.' Opnieuw verschaft de Broekhuizen vorster bank uitkomst. 'Stel je maar met die en die mevrouw in verbin ding en de zaak is in orde,' zo weet men ook deze onfortuinlijke dorps- genote te vertellen. Voor de tweede keer in een week. Gerard van Meijel: 'Och, dat is het voordeel van een kleine bank hè. Je herinnert je veel dingen wat gemakkelijker.'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1976 | | pagina 5