gat zitten slaan of scharnieren door zagen? Alleen een grote prutser. Je denkt toch niet dat zo'n deur dan krimp geeft? Je hebt wel een goeie kans dat hij nooit van zijn leven meer open te krijgen is. Toch voel ik wel, veel mensen - ook bij de banken - zijn bang van hun deur. Ja, je komt op wat adresjes hoor. Behalve banken heb je ook de mini steries, de gelddrukker. Daarnaast veel pastorieën, kloosters en kerken. Dat staat me daar soms vol! Maar ze laten je rustig alleen achter hoor tussen de kostbare kelken en het overige goed. Daar is het de Kerk voor. 'Ik vertrouwt daar op; jij komt toch van Lips', zegt zo'n koster dan, als ik er eens een opmerking over maak. Zeker. En dat ik een sterke vertrouwens positie heb, hoeven ze me evenmin te vertellen. Maar ik blijf ook maar een mens, waar of niet? Sinds het begin is er toch wel veel veranderd. In de kleinste dorpen had je altijd nog wel een bank van jullie. Ook toen al. Moest je vroeger vaak voor een zo'n bank naar een dorp, nu heb je er soms zeven in diezelfde plaats. Alle banken kruipen overal bijeen. Je doorkruist zo heel het land, ieder rayon krijgt een beurt. Er staan dorpjes waar je nog nooit van hebt gehoord. Nu nog heb ik af en toe nieuwe onbekende plaatsen. Het is een sport voor mij. En ik ben er altijd nog gekomen, overal. Maar geloof me, reizen is een routine apart. Neem Nijenveen. D'r gaat geeneens een bus heen. Of Koekange, daar weet je evenmin te komen met de bus vanuit Meppel. Een fiets huren, anders zit er niet op. Neem de Bommelerwaard dan. Ook bar slechte verbindingen. Of som mige stukken van Limburg. Dorpen met 4 bussen per dag. Geen lolletje in de winter met die kou en alle nattigheid. Maar ik heb er nooit aan getild. Je bent erop gekleed. Auto's, dat was niet-in de mode destijds. Wat moet ik ook met zo'n wagen? Dat ding staat maar stil. Soms zit ik heel de dag bij een bank, maar het kan net zo goed drie weken duren als er een heel rijtje van veiligheidswerken na gezien moet worden. Mensen van de bank halen me ook wel. Of ze bren gen me weg. Je moet anders altijd eerst naar de vertrektijd van je bus kijken. De meesten beginnen met eten, en reizen dan door. Grote fout. Eten kan je overal en altijd, de bus nemen niet. Als ik allenig beneden ben met werken, zing ik. Vroeger in het koor had ik altijd de solo's. Klassiek, geen hotjazz. Behalve als je moet tobben, 10 dan gaat het zingen niet. Werkelijk waar, je komt bij kasten waar je vier uur op zit, terwijl het binnen een uur eigenlijk moest kunnen. O man, hou op. De vreselijkste dingen kom je tegen. Geven ze mekaar de schuld ook nog vaak. Het slot blijft hangen, meneer Van Welzenis. De sleutel gaat wat zwaar, meneer Van Welzenis. Sleu tels krom. Ja, ja. En ik maar weer zorgen dat alles in fatsoen komt. Een slot ontzet. Kan ik het zaakje zo wat van de grond af gaan opwerken. Kunt u er nog wat aan doen, meneer Van Welzenis? Mensen tegenwoordig wrikken maar wat. Funest voor de klavieren. Ja, zo noemen wij de palletjes in het slot die met behulp van de sleutel- baard gelicht kunnen worden. Op de tappen van een ingebrachte sleutel zijn de klavieren gesteld. Veel te gejaagd, de moderne mens. Je ziet het ook bij de tijdklokken. Radertjes van het opwindmecha- nisme worden finaal stukgedraaid. Naar rechts dus in plaats van naar links. Nog zoiets. Een deur wordt dichtgooid zonder dat de juiste combinatie op het cijferslot staat in gesteld. Zie er dan maar eens in te komen. Terwijl het gemakkelijk te voorkomen is. Kijk, wil je intelligent doen, dan stel je alle vier de cijfers in. Ze gaan van 1 tot 100, dus keus ge noeg. Voor het goede moet dan tel kens een man de combinatie instellen en een ander controleert bij ge opende deur of zijn collega ook werkelijk op de goede combinatie zit. Simpel als wat. Je weet zeker dat nooit twee mensen tegelijk dezelfde vergissing maken. Toch gebeuren er rare dingen. En in hun onschuld den ken die mensen dan warempel dat ik het in mijn macht heb zo'n cijferslot open te luisteren. Van een filmpie op de televisie hebben ze dat dan ont houden. Nou meneer, ik probeer het ze al jaren uit hun hoofd te praten. Zeg nou zelf, als me dat lukte kon ik ook meteen wel met de lotto mee gaan doen. Dat moet u nou echt als een fantasietje beschouwen hoor. Zulke kerels zoals op de film, meneer, daar lach ik om. Ze liggen wel ingewik keld met hun oor bij die kiesschijf te doen, maar tussendoor zie je ze steeds ook gauw even loeren. Die gasten weten de combinatie. Maar mij geloven, ho maar. Nee hoor, met truukies begin je niks. Vergeet het maar, heus. Erin komen in zulke gevallen is een kwestie van 300 procent geluk. Anders moet je door de muur. Er blijft verder geen keus. Je beleeft zo van alles. Ik kwam eens - het is wel leuk hoor en misschien wil u het wel weten-voor onder houd op een kleine bank. ledereen met de handen in het haar. Ze wisten niet wat te beginnen, want de brand kast kon niet open. De directeur lag thuis. Met hoge koorts plotseling uit geschakeld. Over een uurtje lukt het wel weer, dacht ie. Niemand van het personeel durfde hij de cijfercombi natie van het slot te vertellen. Nog een geluk dat ik er was. Aan Van Welzenis wilde hij het geheim wel kwijt. Die ging toch meteen weer verder, weet je. Mojje nog meer? Vroeger merkte je vaak dat een klant niet wist hoe de cijfers veranderd moesten worden. Zo'n jongen van tien, zoontje van de directeur, liep dan op straat triomfan telijk aan vriendjes te vertellen hoe de kluis open moest. De handige blik sem had het stiekem achterhaald. De ouwe baas radeloos natuurlijk. Dan kun je helpen. Je zorgt dat alles netjes uitgelegen wordt. En het wordt nog gewaardeerd ook. Alhoewel ze je ook rustig vergeten. Jazeker, je wordt vergeten, inderdaad. Geen koffie. Niks. Dan denken ze er op zo'n bank finaal niet meer aan dat je 'r bent. Totdat ze willen gaan sluiten. Toch grappig, nietwaar?

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1976 | | pagina 10