Wintersport inspireert 40.000 kinderen Jury bekeek topje van een ijsberg inzendingen 'Jaaaaa. Als twee druppels water. Dit soort idioten teken ik ook.' Er ont snapte illustrator Dik Bruynesteyn een verraste kreet van herkenning. Op zijn tocht langs borden met honder den tekeningen haalde de man die zijn leven lang gewend is tekenwerk te bekijken, er met onfeilbaar instinct bliksemsnel de imitatie van zijn eigen stijl uit. Om even later opnieuw vlekkeloos te reageren bij de aanblik van een werkstuk dat een getrouwe kopie bleek van een prent die Bruynesteyn zelf eens maakte voor een levensmiddelenconcern. Nee, wat hem betrof hoefde aan beide inzen dingen geen prijs op grond van originaliteit te worden toegekend. Maar er bleef ook zonder dat nog meer dan genoeg te bewonderen over bij de jurering van inzendingen voor de jeugdprijsvraag zoals de Rabobank die nu al voor het zesde jaar samen met vijf zusterorganisaties in om ringende landen op touw zet. Televisiepresentatrice Ria Bremeren sportcommentator Herman Kuiphof waren het in dit opzicht roerend met hun mede-jurylid eens. Er viel zelfs zoveel moois te bewonderen dat het drietal tijdens de selecties herhaalde lijk door twijfels bekropen werd. 'Ja, sorry hoor. Dit is een stelletje mensen dat weieens van gedachten wil ver anderen,' verontschuldigde Dik Bruynesteyn zich op zeker moment zelfs toen hij volijverig kwam aan zetten met weer een nieuw werkstuk dat volgens hem eerlijkheidshalve toch onmogelijk buiten de prijzen kon vallen en dat hij op het laatste nipper tje nog ontdekte op een van de vele toontafels. Slijtageslag Voor het beproefde jurytrio werd de beoordeling een urenlange slijtage slag waarbij het zich manmoedig weerde. Dik Bruynesteyn had na een vluchtig kennersonderzoek al be grepen wat hem te wachten stond: zijn jasje ging over een stoel en energiek werden de hemdsmouwen opgestroopt. Herman Kuiphof haalde de eerste van zijn befaamde lange- afstandssigaren te voorschijn. En ver volgens startten de heren onder leiding van 'veterane' Ria Bremer - zij heeft reeds enkele jaren op rij zitting in de beoordelingscommissie voor de jeugdwedstrijd - hun afvalrace langs honderden creativiteitsuitingen. Ze vormden trouwens nog maar het selecte topje van een 40.000 inzen dingen omvattende ijsberg. Dit enorme aantal reacties kwam via de plaatselijke Rabobanken in een tijds bestek van twee maanden binnen. Overal in het land voelden kinderen zich aangesproken door de winter sport als wedstrijdthema. Terwille van de objectiviteit in de beoordeling werd onderscheid ge maakt in twee leeftijdsgroepen. De ene categorie betrof deelnemers tot dertien jaar; voor de senioren gold een maximumleeftijd van zestien jaar. Overduidelijk bleek dat de leeftijd 10 en 11 jaar het sterkst vertegen woordigd was. Verhoudingsgewijs lag de deelname bij de jeugd van dertien jaar en ouder erg laag, terwijl het er ook wel aan fantasie ontbrak. Dik Bruynesteyn verbaasde zich er amper over. 'Na de lagere school worden de meeste kinderen in zulke dingen minder goed. Ze beginnen over van alles te dénken. Het frap peerde hem net als de mede-jury leden wel heel sterk dat er zoveel reclame-indrukken bleken uit de in zendingen. Zelfs bij tekeningen van de allerjongste deelnemers kwamen al volop reclameborden en -bood schappen voor langs schaatspistes of ijshockeyvelden. Verschuiving Ria Bremer signaleerde ogenblikkelijk enkele opvallende verschuivingen vergeleken met voorgaande jaren: het aantal tekeningen leek te zijn ver minderd ten gunste van het aantal werkstukken. Ze waren er werkelijk in de meest uiteenlopende uitvoe ringen en technieken. Naast een ►li* TT»

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1976 | | pagina 6