•M We beginnen 1976 met een andere omslag. De naam Raboband en die van het maandblad Rabobank lijken zoveel op elkaar dat het uiterlijk van beide bladen wel iets meer mocht verschillen. Met dit nummer staat ons blad eerst helemaal op zichzelf. Zo voelen althans wij van de redactieraad dat. De eerste drie nummers zijn vorig jaar door de goede zorgen van de Cen trale Bank nog gratis aan alle banken gestuurd, voor ieder personeelslid een. Aardig was dat sommige banken zelfs opbelden om even te zeggen dat ze meer personeel hadden dan we blijkbaar hadden gedacht. Nu gaat voor het eerst het blad alleen naar die banken die abonne menten genomen hebben. Eigenlijk kunnen we beter zeggen dat het helaas niet meer verstuurd zal worden aan een groepje banken dat nog niet op onze oproep heeft gereageerd. Want die groep is een kleine uit zondering op de regel. Door 974 van de 1050 banken zijn abonnementen besteld, ongeveer 16000, waarvan zo'n 2500 voor de beheerders. Ons ideaal - alle banken voor alle personeelsleden een abonnement - is nog wel niet bereikt, maar we zijn er toch dichtbij gekomen. Dichter dan we hadden verwacht zelfs. De redactieraad vindt het vooral een goed teken dat de reacties van de lezers zelf beginnen los te komen. U kunt ze in dit nummer vinden. Wij van de redactieraad menen dat we op de ingeslagen weg moeten doorgaan. Voor bijsturen moeten we echter voortdurend voeling met de lezers blijven houden. Aarzel daarom niet ons te schrijven en aarzel vooral niet om zelf een bijdrage te leveren. Natuurlijk kunnen deze bladzijden vanuit 'Utrecht' gevuld worden. Het wordt graag gedaan. Maar als lezers zelf wat laten horen over 'belangrijke' of 'onbelangrijke' dingen (let op de aanhalingstekens!) dan is dat voor ons toch zoiets als het zout in de pap. U hebt al wel gemerkt dat we pro beren uiteenlopende facetten uit onze wijdvertakte organisatie naar voren te brengen. Juist de grootte maakt het echter heel moeilijk te weten welke onderwerpen op een bijzondere belangstelling mogen rekenen. Het zou mooi zijn als zulke onderwerpen juist door de lezers kring worden aangekaart in een brief of in een artikeltje. Dan kunnen wij er mogelijk op doorgaan en zonodig ook naar een antwoord op gestelde vragen zoeken. Kort en goed, ik meen dat we met ons blad nog heel wat verder kunnen komen. Vooral als we de 'band' - denk aan onze naam - meer en meer weten te activeren. En waarom zouden we daaraan twijfelen? schrijf maar op Schrijf maar op Onze rubriek voor lezersbrieven hebben we opzettelijk zo gedoopt om het uitnodigende karakter ervan wat te benadrukken. Bijgaande aflevering beantwoordt aan die opzet vast wel. Het stemt hoopvol voor de toekomst. De redactieraad prijst zich gelukkig met alle brieven, niet in het minst die waarin lezers reageren op de presentatie van Raboband. Doelbewust hebben we de brieven zo min mogelijk van commentaar voorzien en ze gelaten voor wat ze zijn. Bijdragen willen we ook in de toekomst liefst zo min mogelijk van een naschrift voorzien. Slechts indien zo'n toelichting pertinente misverstanden uit de weg kan ruimen of anderszins verhelderend kan werken, zullen we er onze toevlucht toe nemen. Dat er bij alle waardering in de ingezonden brieven ook hier en daar kritische kanttekeningen werden gemaakt is prijzenswaardig. Het verraadt een gezonde instelling. Buitengewoon verheugend was het te constateren dat diverse briefschrijvers zelfs spontaan suggesties deden voor mogelijke artikelen. We schenken thans nog geen aandacht aan het (beperkte) aantal reacties op het artikel uit Raboband 2, waarin lezers de kans werd geboden om op te geven over welk onderwerp zij het liefst iets zouden willen lezen. We komen er in een van de volgende nummers graag nader op terug, zodat de lezersschare van Raboband nog wat extra gelegenheid heeft ook eens een kansje te wagen met het inzenden van zijn of haar lievelingsonderwerp. Wie weet, bent u straks een van de twee gelukkigen die worden uitverkoren om samen met de redactie van Raboband uw favoriete onderwerp journalistiek te gaan aanpakken. Raboband Een snelle enquête over het blad Raboband bij het jeugdige personeel beneden de 25 jaar heeft tot een voor ondergetekende toch wel verrassende conclusie geleid. Wat bleek namelijk? Toen de nieuwste pennevrucht van onze organisatie uitkwam, werden door verschillende stafmedewerkers opmerkingen gemaakt in de zin van 'zo nodig op de populaire toer moeten' en 'overbodige aanvulling op MHiiJUUK Bij de jongeren bleek deze combinatie van brengen wat er aan de orde is en ontspannende informatie, veel beter aan te slaan. Een en ander lijkt naar onze mening in ieder geval de redenering te rechtvaardigen, dat op de ingeslagen weg dientte worden doorgegaan en dat kennelijk het populair-informatieve gedeelte goed aanslaat. Overigens meent ondergetekende, dat bij iets nieuws toch minstens 'benefit of the doubt' verschuldigd is. J. W. v. d. Stam Rabobank Nieuwkoop Raboband Het is natuurlijk moeilijk om na één verschenen nummer al een mening te geven over een blad als Raboband. In eerste instantie doet het blad denken aan de uitgave van de Cen trale Bank 'RABOBANK'. Vooral de artikelen over de organi satie zelf zullen zeker beantwoorden aan hun doel, namelijk de versterking van de band tussen personeelsleden en aangesloten Rabobanken. Persoonlijk waardeer ik het gedeelte 'kijk uit, kijk in' het meest. Overigens vraag ik mij wel af, waarom er niet is geïnformeerd bij de personeelsleden naar de aard en inhoud van een te maken personeels blad. Mischien is een algemene enquête, middels een bladzijde in het blad, nog te overwegen. Voorts wens ik de makers nog veel succes. J. A. van Dam I. M1.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1976 | | pagina 3