W ia II lil fH rt «UB weemaandelijks orgaan oor het personeel an de Rabobanken jaargang 2, nummer 1 februari 1976 edactieraad: ïr. Jan R. Haverkamp, voorzitter* Centrale Rabobank) rs. Jan G. A. Dorresteyn, plv. voorzitter Jentrale Rabobank) en J. M. M. Bartholomeus (Pey-Mariahoop) lubert J. Bisschops (Utrecht)* ryntsje de Boer (Sneek) enk Christians (Leens) an H. Derene (Oud-Gastel) letty B. van Hal (Lichtenvoorde) d J. H. M. Hulsbosch (Valkenswaard) anny Venema (Stadskanaal) uibert Zuur (Gouda)* leden hoofdredactie edactie: Vim G. M. Aerts ureauredactie: arel de Mol edactieadres: Igemene redactiestaf, /a Beneluxlaan 33, itrecht ilefoon (030) 36 23 96 f 36 28 94 bonnementen- dministratie: lefoon (030) 36 26 91 Vormgeving: Herman Jonkman Ed van Spall Fotografie: Wim G. M. Aerts Theo van Zwam (pag. 2) Tekeningen: Henk Gijsbers Herman Jonkman Druk: Hoonte-Holland, Utrecht teit), zijn begonnen met het inventa riseren van de wensen die er onder de personeelsleden leven. De com missie arbeidsvoorwaarden heeft daartoe onlangs een enquêteformu lier aan alle contactpersonen doen toekomen. Ook verschijnt er in de loop van dit jaar ten behoeve van de verenigings leden een eigen informatiebulletin. Resultaten van besprekingen, af spraken en onderzoekingen zullen via een dergelijk bulletin aan de leden bekend worden gemaakt. Het bestuur heeft begrip voor de wens dat mensen die aan een vereniging contributie betalen ook graag infor matie ontvangen welke uitsluitend voor hen toegankelijk is. Voorlopig hoofdbestuur Vereniging Personeel Rabobanken, Postbus 1002, Hoogeloon itgave: ^operatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank g.a. [il) Soms denk ik, met enige weemoed, terug aan de tijd toen ik alle werk op een kleine bank alleen deed. Tot het dichtlikken van de enveloppen toe. Je wist alles van iedereen. Niets ontging je en overal wist je alles van. Dat is veranderd. Het bedrijf is groter geworden, een aantal werkzaam heden wordt door medewerkers ver richt. En het aantal werkzaam heden wat door anderen gedaan moet worden wordt steeds groter. Je kunt te enen male niet meer alles zelf doen. Dat vereist enige mentale aanpassing; een stuk werk uit handen geven waarvoor je wel de eindverantwoor ding blijft dragen. Belangrijk hiervoor is (lijkt mij) datje goede medewerkers kiest. En dan bedoel ik niet alléén kwalitatief goed geschoolde mensen, maar dan doel ik ook en met name op personen die qua karakter bij je passen, die de wil hebben om samen te werken, om samen een bepaald doel te hebben, om samen de zaak te runnen. Van twee kanten zal dat een kwestie blijken te zijn van geven en nemen. En van samen praten. Dat lukt niet altijd even goed. Sommige mensen, ook directeuren, komen nu eenmaal niet zo makkelijk tot een dialoog met hun medewer kers. Mogelijk zijn zij beangstigd voor verlies van gezag, of misschien hebben zij over de kwaliteit, het niveau, van hun medewerkers zo hun eigen mening. Ik bemerk dit soort zaken, dit gebrek aan onderling contact soms als ik van collega's, maar ook van personeels leden (van andere banken uiteraard) hoor, dat b.v. het vacatureblaadje niet ter inzage wordt gegeven, of dat men onkundig wordt gehouden over wijzigingen in b.v. de secundaire arbeidsvoorwaarden. Mogelijk dat een zekere terug houdendheid in de bekendmaking van deze gegevens wordt geïnspi reerd door de vertrouwelijke toezen ding van de betreffende circulaires van de zijde van de Centrale Bank. Ik ben overigens van mening dat een bepaalde openheid, ook over deze vertrouwelijke en persoonlijke zaken, in een modern personeelsbeleid niet meer gemist kan worden. Waarbij ik graag in het midden laat hoever de openheid kan of moet gaan. Voor een groot stuk zal dit ook mede afhanke lijk zijn van situaties die wat historisch zijn bepaald. Niet overal in het land, ook niet bij onze Rabobanken, is de democrati sering even hard gegaan. Op som mige plaatsen schijnt zij nog nauwe lijks op gang te zijn gekomen. Niet dat ik zo'n voorstander zou zijn van allerhande vernieuwingen om de vernieuwingen zelf (b.v. democratise ring, wat dat dan ook zijn moge), maar eenmaal op gang gekomen ontwikkelingen kun je niet meer tegenhouden, (nog daargelaten of je dat zou willen) en dien je op de voet te volgen. Hetgeen iets anders is dan voorop lopen. Waarmee maar gezegd wil zijn dat datgene wat verandert, blijvend is. H. J. J. Reintjes

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1976 | | pagina 31