Weerprofeten krijgen steun van natuur 1. Hoe losser de wind, hoe vaster het weer 2. Morgenrood, water in de sloot 3. Als Sint Margriet aan 't regenen is, regent het zes weken gewis 4. Vorst met afgaande maan houdt meestal aan 5. Avondrood, mooi weer aan boord «eg 6. Wind in de nacht, water in de gracht 7. Vrijdagsweer, zondagsweer Weersverwachtingen maken is niet al leen de kunde van de knappe KNMI- koppen in De Bilt. ledereen kan zijn eigen weerprofeet zijn. Want de natuur is gul met haar aanwijzingen. Vroeger waren vooral de plattelanders ware weerkundigen. Zij wisten dat je mooi weer kunt verwachten als de kik kers langdurig kwaken, als 's avonds een zware nevel neerslaat, als zwaluwen hoog vliegen. Een haan die 's avonds of 's nachts kraait, kondigt verandering van het weer aan. Meeuwen aan land duiden op storm. Stekende vliegen, laag over het water scherende zwaluwen, luid ruchtige spechten en bijen die in hun korf blijven, voorspellen regen. En het zal niet lang meer regenen als de kippen gaan schuilen en muggen gaan dansen. Deze en talloze andere wijsheden wer den in al dan niet rammelende rijmpjes gevat. Wij kozen voor de vuistweg tien uit on heuglijke tijden overgeleverde volks weerspreuken en stapten er mee naar meteorologen van het KNMI. Zij toetsten de oude volksweerkunde aan hun moderne wetenschappelijke kennis. Zwakke winden uit uiteenlopende rich tingen treden doorgaans op in de nabij heid van de kern van een hogedrukge- bied, dat meestal een 'vast' weertype met zich meebrengt. De uitdrukking komt meestal in kuststreken voor. Men wil er mee zeggen: 's nachts landwind, in de middag een (ruimende) zeewind. Dit is een oeroude wijsheid die meestal opgaat. Of beter: vroeger opging. Voor de industriële revolutie en het tijdperk van olie, benzine, gas, fabrieken, auto's, straaljagers en elektriciteitscentrales werd een in ochtendrood badende hemel veroorzaakt door een hoog gehalte aan waterdamp in de atmosfeer. In de loop van de dag leidt dit, onder meer door de toenemende onstabiliteit in de atmos feer, tot regenbuien. Tegenwoordig is de ochtendhemel her haaldelijk rood gekleurd ten gevolge van in de lucht zwevende rook- en roet deeltjes, stof en afval van uitlaatgassen en verbrandingen. Dit rood is een ander rood dan wanneer de verstrooiing van het licht door een hoog gehalte aan wa terdamp en door wolkendruppeltjes plaatsvindt. Het industriële ochtendgloren heeft een tint die meer naar het paars neigt, en dat is de kleur van de dood Dit violetachtige ochtendrood is het sterkst tijdens een luchtdrukverdeling waarbij men in de nabijheid van de kern van een hogedrukgebied vertoeft. Dan kan bij ons, bij zuidoostelijke wind, het door het Ruhr-gebied geproduceer de uitbraaksel in de onderste luchtlaag van 1 tot 11/2 km dikte blijven hangen. De invloed op de violetkleuring is dan zeer groot. Maar 't wordt toch een mooie dag. Dus: morgenrood, water in de sloot, ochtendviolet, zon op de pet. Uit een onderzoek, verricht over de ja ren 1904 t/m 1947 bleek dat na een droge Sint Margriet (20 juli) de kans op een reeks droge dagen ongeveer zeven keer zo groot is als na een natte Sint Mar griet. De kans op een reeks natte dagen is na een natte Sint Margriet ongeveer vier keer zo groot als na een droge dag op 20 juli. In de periode van zes weken na Sint Margriet (tot 1 september dus) kwamen er na een droge Sint Margriet dag geen weken voor die geheel nat waren, dus verregenden. Evenmin kwa men er na een natte Sint Margriet-dag weken voor waarin het in het geheel niet regende, hetgeen zich wel voordeed na een droge Sint Margriet! Het laat zich aanzien, dat met de regel wordt bedoeld te zeggen: een onbesten dig weertype met afwisselend regen, wind en opklaringen rond Sint Margriet heeft een grote kans de gehele verdere zomer voort te duren. Heeft het weer rond Sint Margriet een droog en meer standvastig karakter, dan is de kans groot dat ook de rest van de zomer een fraai beeld te zien zal geven. In vele ge vallen gaat de Sint Margriet-regel dus op. Van de vele spreuken die een verband leggen tussen de maan en het weer komt in onze streken maar bitter weinig uit. Hoewel de laatste jaren uit onderzoekin gen is gebleken, dat het weer in bepaalde streken van de aarde (de gordel tussen de subtropen en de evenaar bijvoor beeld) een zekere koppeling met de maanfasen vertoont, is voor West-Euro pa in dit opzicht nog niets aanwijsbaars te vinden. Deze spreuk komt ook in een andere vorm voor: ('Vorst met wassen de maan, houdt meestal aan') en dat is juist het tegenovergestelde. Bedoeld wordt een zonsondergang vrij wel zonder wolken, waarbij de hemel nabij de horizon lichtrood is gekleurd. Dit rood wordt veroorzaakt door stof, dat in de loop van de dag door de sta biele opbouw van de atmosfeer in de onderste 1 tot 2 kilometer is blijven han gen. Dit duidt op de aanwezigheid van een hogedrukgebied. Is de avondhemel donkerrood gekleurd (bijv. in het voorjaar bij noordwesten wind, wanneer de lucht vrij van stof is) dan gaat de regel vaak niet op. Wordt het eerder genoemde avondrood gevolgd door een grauwe ochtendschemering, dan is de kans op een stralende zon aan een blauwe hemel groot. Die 'grauwe ochtendschemer' is een benaming die nog dateert uit het tijdperk van vóór de industrie. Tegenwoordig is die ochtend- schemer meer violet. Een algemene weerregel is dat het 's nachts minder sterk waait dan over dag. Komt er in de loop van de nacht meer wind dan er de voorgaande avond of dag was, dan wijst dit op de nadering van een depressie. De kans op regen wordt dan wel erg groot. Bij een wisselend weertype door grote depressie-activiteit wordt de ene depres sie vaak met een dag tussenruimte door

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Raboband' | 1976 | | pagina 16