plan. Op basis daarvan wordt de fi nanciering beoordeeld. De lasten van de financiering moeten goed op te brengen zijn. Die drukken door op de kostprijs. De kostprijs moet wel onder de opbrengstprijs liggen. Want als je de lasten een paar jaar niet kunt op brengen, wordt het onderpand, door verliesfinanciering, zwaar belast." Henk: "Dat hebben we gemerkt. Nadat we in 1991 dat tweede bedrijf hadden gekocht, kregen we een paar heel slechte jaren met de tomaten. Het hele Westland ging daaronder gebukt. Het zat toen bij ons ook fout. De bank waarschuwde wel, maar ver- Wilbert: "Toen gingen we zelf na denken. Nieuw bouwen, een paar jaar later op het andere bedrijf nieuw bou wen. Bovendien had je dan twee be drijven die eigenlijk te klein waren om zelf voort te kunnen bestaan. Daar zou je nooit uitgekomen zijn. Dat werd veel te duur." Alfred: "Je moest zoveel extra af lossen om weer te proberen na een aantal jaren te vernieuwen. Dan zit je met een te hoge kostprijs. Is het dan nog wel rendabel^ Hl NK: "We wisten niet toen wc gingen kopen in 1991 dat er zulke V.l.n.r.: Henk Vollebregt, Alfred Pronk, Wilbert Vollebregt hoogde de druk niet nog een keer extra." Onderste uit de kan ALFRED: "Ik ben blij dat het zo is overgekomen, want het was een slechte situatie. We heb ben het onderste uit de kan gehaald om bij te financieren. Daar hebben we veel gesprekken over gevoerd. Het tij is gekeerd toen 1996 eindelijk weer een goed jaar was. Toen kwamen de plannen op tafel om dit bedrijf te kopen." Henk: "Maar al in 1995 wilden we dat tweede bedrijf vernieuwen. Maar door Alfreds opmerkingen over de noodzakelijke investeringen in de na bije toekomst vroegen we ons af of we dat wel moesten doorzetten." slechte jaren zouden volgen. We heb ben, gewoon om te vergelijken, een offerte gevraagd bij ABN AMRO. Zelf zagen we geen verschil, maar de accountant maakte ons erop attent dat we bij ABN AMRO de rente iede re maand en de aflossingen eens in de drie maanden moesten betalen. Nu doen we dat eens in het halfjaar. Het verschil was minimaal. Ik was opge groeid met de Rabobank als de bank voor agrariërs, dan kies je daarvoor." 'Reken zelf maar uit' WiLBERT: "Zake lijk gezien was de offerte van de Ra bobank trouwens ook de beste hoor, al hebben we dat nooit gezegd. We gingen er toen vanuit dat we binnen twee jaar zoveel hadden afgelost dat de lasten al niet meer zo zwaar zou den wegen. Als het goed gaat, maakt het eigenlijk niet uit waar je bankiert. Pas als het slecht blijft gaan, merk je dat verschil. De Rabobank zit zo sterk in de agrarische sector. Daar weten ze gewoon dat het over een aantal jaren weer beter gaat. Bovendien hebben ze hier in het Westland een torenhoog marktaandeel. Als ze de tuinbouw zo veel mogelijk zouden afstoten, dan verliezen ze wel hun business. Bank en ondernemer hebben hetzelfde be lang. Natuurlijk doen ze dat alleen in twijfelgevallen. Als je dan bij een bank zit waar de land- en tuinbouw maar een klein onderdeel is. dan is het gemakkelijker om je verlies te nemen. Zo'n ABN AMRO zou misschien di rect een zaak afstoten." Alfred: "Er zijn wel bedrijven waar we ons verlies hebben genomen. Bij de beoordeling of het verlies geno men wordt, komen verschillende zaken aan bod. Van belang is de on dernemerskwaliteit, het onderne mingsplan en het toekomstperspectief. Blijkt uit het ondernemingsplan dat geen toekomstperspectief aanwezig is, dan is het voor beide partijen beter om die bedrijfsactiviteit te beëindigen. Uiteraard zal de ondernemer zich voor meer dan 100 procent moeten inzetten. Een overlevingsplan heeft pas kans van slagen als de onderne mer de juiste beslissingen neemt." Wilbert: "Wat ik eigenlijk had verwacht van de bank is dat ze meer zouden meedenken over wat je moge lijkheden zijn. Maar je krijgt de op dracht: reken het zelf maar uit. Zo kom je er zelf achter of het iets is. Als het niets is, dan zet je het ook niet door. Dat spaart hen natuurlijk weer een slecht nieuwsgesprek. Dat is best slim." Alfred: "Zo komt de ondernemer er zelf achter wat er gaat gebeuren. Vroeger maakte de bank ook begro tingen voor klanten. Dat doen we niet meer, omdat als die begroting achteraf niet klopte wij het verwijt kregen dat we haar niet goed hadden gemaakt. We gaan niet op de stoel van de on dernemer zitten. Uiteindelijk zal hij de beslissing moeten nemen en de begro ting opstellen." iV

Rabobank Bronnenarchief

blad 'RaboMagazine' | 1998 | | pagina 8