Van Lubek:
De beoordeling is zo'n punt van de praktijk.
Hoe toets je iemand of hij wel voldoende
waarde biedt voor zijn klanten?"
om die positie alsnog duidelijk neer te
zetten. Want alleen dan zal iedereen
het als vanzelfsprekend ervaren om
zich zo te gedragen als het een mede
werker van de coöperatie betaamt."
Van Lubek: "De beoordeling is
zo'n punt van de praktijk. Hoe toets
je iemand of hij wel voldoende waar
de biedt voor zijn klanten? Voorheen
was met name de omzet een belang
rijk criterium. Maar iemand die goed
met zijn vak bezig is, zal soms ook
zijn klanten adviseren een bepaalde
lening of hypotheek maar niet te
nemen. Vanuit de coöperatieve ge
dachte is dat volstrekt logisch, maar
dan moet zoiets ook blijken in zijn of
haar beoordeling."
Hazen: "Er wordt nu gewerkt aan
methodes die naast financiële ook an
dere toetsingscriteria kennen, ook om
klantwaarde concreet te maken. Het
presteren van een medewerker kan
hierdoor completer worden beoor
deeld."
Van Lubek: "Overigens is ook dat
iets dat niet van de ene dag op de an
dere veranderd is. Bij zo ongeveer elke
bank zitten mensen die er al 10, 15,
20 jaar werken en die tot dusver nau
welijks iets te maken hebben gehad
met die andere manier van werken. Je
kunt van hen niet verwachten dat ze
zich van de ene dag op de andere een
heel nieuwe manier van denken eigen
hebben gemaakt."
Van den Bogaard: "Nee, dat zal
een enorme inspanning vergen. Waar
het vooral om draait, is dat medewer
kers en managers met elkaar in ge
sprek gaan. Daar moet tijd voor geno
men worden en ik heb gemerkt dat
met name het management om allerlei
redenen vaak geen tijd heeft of andere
prioriteiten stelt. En dan zeggen wij:
'jongens, ben je zo niet bezig om iets
wat heel goed en belangrijk is door je
vingers te laten glippen?'"
Van Lubek: "Het is soms ook een
kwestie van mentaliteit. Ik was pas
geleden op een bijeenkomst waar een
collega-directeur zei: 'Zo, laten we nu
maar eens ophouden met die flauwe
kul over die coöperatie en weer ge
woon aan het werk gaan'."
woon met mijn werk bezig'. Want ik
vind eerlijk gezegd dat zoiets niet kan,
zeker niet bij iemand die in een lei
dinggevende functie werkt. Hij of zij
neemt met zo'n opmerking namelijk
wel afstand van datgene wat wij als
essentie hebben geformuleerd voor
het bestaan van onze organisatie."
Van Lubek: "Ik ben het met je
eens, maar ik kan me aan de andere
kant ook voorstellen dat niet alle neu
zen nu al meteen in dezelfde richting
staan. Ik vind dat ook niet zo erg.
Laten er maar banken zijn waar het
sneller gaat en andere waar het wat
langer duurt. Als we uiteindelijk maar
allemaal over de streep komen."
Van den Bogaard: "Ik denk dat
we het soms ook zwaarder zien dan
het is. Met de CAAR komen we regel
matig op themadagen en als je dan
aan medewerkers vraagt: 'Wat is er
vanuit jouw perspectief nu bekend
gen. Ten eerste weet ik uit de praktijk
dat er mensen zijn die - ondanks de
hogere rente die ze op andere rekenin
gen kunnen krijgen - absoluut geen
behoefte hebben om over te stappen
naar een andere spaarvorm. Gewoon,
omdat de condities van die DOS-reke-
ning hen wel bevallen. Maar daar
naast is het de vraag of elke bank het
zich kan veroorloven om zijn reke
ninghouders te adviseren over te stap
pen op een spaarvorm met meer rente.
Nogmaals, vooropgesteld dat die
klant dat zou willen. Je kunt wel zeg
gen: we stellen het klantbelang altijd
voorop, maar daarbij moet je je reali
seren op welke termijn je dat wilt
doen. Klantbelang houdt ook in dat je
als bank solvabel genoeg blijft, zodat
je ook in de toekomst je klanten kunt
bedienen. En ik kan me daarom voor
stellen dat banken die minder winst
maken, hun klanten niet spontaan ad
viseren over te stappen."
Hazen: "Wat ik wel een interes
sant idee vind, is om nieuwe mede
werkers, die worden aangenomen in
een leidinggevende functie, het ambi
tiestatement waar we nu zo druk mee
bezig zijn, letterlijk te laten onder
schrijven als ze in dienst komen. In
dat statement vatten we - zeg maar -
het hele verhaal van wie we zijn en
waar we voor staan samen. Dan kan
het daarna niet meer gebeuren dat een
manager zegt: 'Ja, laat ze maar klet
sen met hun coöperatie, ik ben ge-
JBK
over de coöperatie?' wordt het meest
al even stil. Maar als je dan wat voor
beelden geeft, herkent men ze onmid
dellijk. Dan blijkt dat ze het centrale
thema, het voorop stellen van de
klant, altijd al in de praktijk hebben
gebracht, zonder dat nu meteen te be
kijken vanuit de coöperatie."
Van Lubek: "Het zal altijd balan
ceren blijven. In ditzelfde nummer
van RaboMagazine staat in het Dos
sier een voorbeeld over DOS-rekenin-