'Een bank van klanten'
De Rabobank is een coöperatie. Maar wat
houdt dat precies in? En waarom is de Rabo
bank van oorsprong niet gewoon een NV,
zoals de andere banken? En als die Rabobank
"Helaas zijn de
coöperatieve marges
soms veel kleiner dan
we zouden willen
zo anders is, waar blijkt dat dan uit?
De partij die tevreden gesteld moet
worden is de klant en niemand an
ders. Vandaar dat we ook pas tevre
den kunnen zijn als die klant ervaart
dat wij er voor hem zijn. En wie op
een verjaardag eens goed luistert of
onderzoeken erop na leest, zal zien
dat heel veel mensen dat niet zo erva
ren. Die vinden de Rabobank een
bank als alle andere, een die je goed
in de gaten moet houden en kort op
het bit."
Meijs: "Voordat men nu gaat roe
pen: dat klinkt allemaal wel mooi en
idealistisch, maar we moeten toch
ook geld verdienen, wil ik zeggen: in
derdaad, we moeten solvabel blijven.
Maar in feite is ook dat weer volstrekt
logisch als je vanuit de klant rede
neert. Niemand is er bij gebaat als de
Rabobank aan zijn idealen ten onder
zou gaan, de klant al helemaal niet.
Wij zijn immers de enigen die echt
die er wordt gemaakt, blijft
binnen de bank. Daardoor
kan de Rabobank een eigen,
onafhankelijke koers varen.
voor zijn belangen opkomen. En om
die rol te kunnen blijven vervullen,
moeten we solvabel genoeg zijn. Elet
enige nadeel aan die voorwaarde is
dat daardopr meteen ook de coöpera
tieve marges veel kleiner zijn dan we
soms zouden willen. Want die voor
waarde bepaalt bijvoorbeeld dat wij
onze hypotheekrentes niet met pro
centen kunnen verlagen. Of 25%
rente kunnen geven op spaarrekenin
gen. Of één cliëntadviseur op elke tien
klanten kunnen aantrekken. Finan
cieel gezien is de speelruimte beperkt.
Dat vraagt dus inzet en creativiteit bij
het werken voor die 'bank van klan
ten' die wij zijn."
Ook bestuur en structuur
komen aan de orde. De coö
peratieve banken zijn opge
richt door mensen die elkaar
wilden helpen, met steun van
een aantal vermogende men
sen uit de gemeenschap. Die
banken waren destijds van de
leden, zonder dat daarbij in
eigendomsverhoudingen kon
worden gesproken, en dat is
nog altijd zo. Elke lokale
bank wordt bestuurd door
een vereniging. De leden van
die vereniging kiezen uit hun
midden vertegenwoordigers,
die namens hen, samen met
de (algemeen) directeur het
bestuur vormen. Tijdens de
coöperatiediscussie is afge
sproken dat banken meer
leden en meer betrokken
leden zullen werven. De ware
kracht van de Rabobank
schuilt namelijk in de worte
ling in de lokale gemeen
schap, die via een levende
vereniging de bank haar rich
ting geeft.
Bij vijf van de acht hoofd
stukken van het boekje is, loa
van de lopende tekst, nog
extra uitleg opgenomen, bij
voorbeeld over tariefstelsels,
klantgerichtheid en klantge
drevenheid, coöperaties, de
wensen van de klant, et cete
ra. Het is geïllustreerd met
behulp van fotomateriaal
met mensen die allen op de
een of andere manier met de
bank te maken kunnen heb
ben. Enkele van de foto's zijn
ook op deze pagina's van het
Dossier opgenomen.
om is deze
bank er?',
'Wat is haar
bestaans
recht?', 'Wat
beweegt onze
organisatie?',
'Waarom doen
we, zoals we
doen in ons
bancaire han
delen?'"
Om het inzicht op onder
meer dit soort punten te be
vorderen, verschijnt dezer
dagen het boekje 'Een bank
van klanten'. Het is geba
seerd op opstellen van Cees
Bottema en bedoeld voor me
dewerkers en management en
voor leden van besturen en
raden van toezicht. Uit de
verantwoording: "Dit boekje
gaat over de grondslagen van
de Rabobankorganisatie. Het
geeft inzicht in het concept
van onze organisatie en be
schrijft haar ambities." Het
is bedoeld als 'een kompas',
zo meldt de verantwoording
verder. De lezer hoeft er niet
in te zoeken naar praktische
aanwijzingen of raadgevin
gen voor het werk van elke
dag. "Wél geeft het ant
woord op vragen als: 'Waar-
Uitgaande
van de door
Raiffeisen des
tijds al ontwik
kelde grondsla
gen beschrijft
'Een bank van
klanten' wat de
opdracht van
de bank is en
wat de klant
van haar mag
verwachten,
maar ook wat de samenle
ving van 'de mensen van de
bank' mag verwachten. De
bank maakt dit waar door
primair een bank van klanten
te zijn. Het boekje beschrijft
ook hoe de coöperatie func
tioneert en waarom de coö
peratieve vorm voor de Ra
bobank de juiste vorm is.
Het boekje staat onder
meer stil bij het principe van
het geen winst uitkeren. Zo
was het al bij de banken die
door toedoen van Raiffeisen
destijds werden opgericht.
Geld dat aan het eind van het
jaar 'overbleef', bleef in kas,
waardoor er een stevige re
serve werd opgebouwd voor
moeilijke tijden. Dat principe
geldt anno 1998 nog altijd
bij de Rabobank. De winst