"Bij particulieren hoefje niet
internationaal, slagvaardig en toon
aangevend te zijn, bij het bedrijfs
leven wel"
De Rabobank onderzoekt sinds 1989 jaarlijks hoe de medewerkers over de orga
nisatie denken en hoe ze het arbeidsklimaat ervaren. Een aantal resultaten van
de eind 1997 gepresenteerde vijfde editie van deze Periodieke Opiniepeiling
Identiteit en Arbeidsklimaat, kortweg POPIA:
het zelfbeeld van de Rabobank ontwikkelt zich vanaf 1994 in een posi
tieve richting
dynamiek en slagvaardigheid kunnen volgens de medewerkers duide
lijk beter
hoe meer betrokken bij de Rabobank-organisatie, hoe meer zelfver
trouwen men heeft
het oordeel van medewerkers over zakelijke financieringsproducten
staat onder druk
positief oordeel over Rabobank als particulierenbank
van alle medewerkers zegt 94% zich bij het werk betrokken te voelen
het vertrouwen van medewerkers in de toekomst stijgt
de werkdruk neemt toe
de tevredenheid met de arbeidsvoorwaarden neemt langzaam af
steeds minder werknemers vinden dat er kostenbewust wordt gewerkt
ons dat niet klopt met de werkelijk
heid. Ze schatten ons lager in. En da's
natuurlijk niet zo prettig."
Jos: "Ik hoor hetzelfde over
schoolverlaters. Op het moment dat
die in contact komen met iemand van
de Rabobank verbaast het ze dat wij
zo'n professioneel bedrijf zijn."
Jan: "Precies. En waar dat allemaal
mee te maken heeft is de manier
waarop wij ons de afgelopen jaren
hebben gepresenteerd. We adverteer
den met You'll never walk alone, lieve
opa's, aardige mensen. Maar nooit
eens met het feit dat wij verrekte goed
in staat zijn om een bedrijf op maat
die financiële constructie te leveren
waar het behoefte aan heeft."
Ivo: "Vanochtend had ik een ge
sprek met een vrouw die bij een recia
mebureau werkt. Ze had de afgelopen
weken de communicatie van de Rabo
bank doorgenomen, advertenties en
dergelijke, en zei: 'Ik krijg bij alles een
heel warm gevoel, maar ik vraag me
steeds af: wat heeft die bank nou te
bieden?' Daar wringt dus kennelijk de
schoen."
Peter: "Een van de aanbevelingen
naar aanleiding van het onderzoek is
ook dat we veel duidelijker laten zien
welke mogelijkheden wij allemaal bie
den."
Jan: "Kijk, op heel veel terreinen
maakt het niet uit dat mensen het ge
voel hebben dat we niet zo modern
zijn. Zeker niet voor de particuliere
markt. Maar voor de top van Finan
cieel Advies, zeg maar voor het maat
werk, is het slecht. In de dagelijkse
praktijk merk je dat ook. Zodra wij
in gesprek raken met de bovenkant
van de bedrijvenmarkt, dan moet je
steevast veel uitleggen. Inderdaad, de
Rabobank zit ook in het buitenland
en zo. Men denkt nog te vaak dat wij
vooral boeren en winkeliers doen. En
het vervelende is dat de concurrentie
haar uiterste best doet om dat beeld
zoveel mogelijk te bevestigen. 'Die lui
van de Rabo, daar hoor je niet thuis,
jöh. Dat zijn die mannen van die ver
keerde pakken en bruine schoenen,
die niet eens Engels spreken'."
Peter: "Reden temeer dus om via
gerichte benadering en seminars aan
te tonen dat wij een professionele par
tij zijn, die klantwaarde als insteek
kiest. Want dat is het coöperatieve
vertrekpunt van waaruit we werken."
Knokken jAN; "p>at laatste is nóg zo'n
punt waarop we heel hard zullen
moeten knokken. De vereniging en de
bank zijn de laatste twintig jaar ge
scheiden opgetrokken. De vereniging
leidde een zieltogend bestaan, terwijl
het bankbedrijf elk jaar met procen
ten tegelijk groter werd. Dat herstel je
niet in één jaar."
Ivo: "Als je goed kijkt zie je dat
op veel plaatsen al wel heel duidelijk
vanuit het coöperatieve gedachtegoed
wordt gewerkt. Zelfs bij Rabobank
International werkt men vanuit de ge
dachte: hoe kunnen wij voor onze
klanten toegevoegde waarde leveren.
En dus niet: hoe kunnen wij een zo
hoog mogelijk rendement halen voor
onze aandeelhouders. Dat uitgangs
punt ligt recht in het verlengde van
onze wortels."
Jos: "De betrokkenheid van de me
dewerkers is natuurlijk ook een heel
positief punt. Uit het onderzoek blijkt
dat maar liefst 90 procent van onze
mensen sterk betrokken is bij het rei
len en zeilen van de Rabobank. Als je
dat vergelijkt met andere organisaties
en bedrijven, is dat heel hoog."
Ivo: "In de praktijk merk je ook
dat er steeds scherper wordt gelet op
coöperatief denken. Nog niet zo lang
geleden sprak ik een chef die niet te
vreden was over een nieuw aange
trokken medewerker. De man was
weliswaar heel resultaatgericht en
maakte zijn opdrachten meer dan
waar, maar als het op samenwerken
en collegialiteit aankwam, scoorde hij
een stuk minder. 'Daarnaast', zei die
chef, 'vertoont hij wat ik maar noem
hoofdkantoorgedrag. Hij heeft niet
het besef dat wij er zijn ter ondersteu
ning van de lokale banken. Kortom,
hij mist een coöperatieve kop'. Tien
of zelfs vijf jaar geleden zou daar niet
zo naar gekeken zijn, nu wordt daar
steeds meer op gelet."