'We hebben elkaar hard nodig' "Men is soms vergeten dat zo'n plan door mensen moet worden uitgevoerd" kristalliseerd, maar hoe staat het ermee bij de banken? Die moeten het lef hebben om die visie van Rabobank Nederland lokaal bespreekbaar te maken. En als je dan met z'n allen om tafel hebt gezeten en hebt gekeken waar ten opzichte van Visie '98 de plaatselijke situatie verschilt, dan moet je een lokaal strategisch plan maken en ervoor zorgen dat iedereen zich daar hard voor maakt." Is dat dan niet gebeurd? Coenen: "Ik denk eerder dat veel mensen de consequenties niet hebben overzien. Ons bestuur heeft de scriptie over Visie '98 gelezen en weet je wat de voorzitter zei? 'Tonnie, totdat ik dit las, heb ik nooit begrepen dat wij nu mogen zeggen: de winst hoeft niet per se vijf miljoen te zijn. Ik werk nog altijd alleen maar met cijfers en nu lees ik dat ook wij als bestuur anders moeten gaan kijken naar de bank. Ik ben bang dat we ons de gevolgen van Visie '98 gewoon niet hebben gereali seerd'." En nu? Stevens: "Waar ik voor pleit is dat de lokale banken binnen Visie '98 hun eigen mening ontwikkelen, die op on derdelen kan afwijken. In Tietjerkste- radeel leven wellicht andere behoeften dan in Beesel-Belfeld-Reuver-Tegelen. Maar dat is nu juist ook onze kracht, dat we ons kunnen aanpassen aan de lokale situatie. Het begint ermee dat de beleidsverantwoordelijken op lo kaal niveau - alle bestuurders en ma nagers, maar ook de ondernemings raad - het lef hebben om hun eigen visie te ontwikkelen. In samenspraak met de medewerkers en met de klan ten. Want dat is de coöperatieve uit daging waar we ook voor staan." 'Waartoe op aarde?' [s n;et een Jgg) van het probleem, dat de organisatie niet alleen Visie '98 moet verstouwen, maar ook nog de coöperatiediscussie? Stevens: "Dat denk ik wel. De coöperatiediscussie draait plat gezegd om de vraag: waartoe zijn wij op aarde? Achteraf gezien lijkt het logi scher om eerst die discussie te voeren, voordat je met een plan als Visie '98 gaat reorganiseren." Kanen: "Aan de andere kant moet je niet te bang zijn af en toe fouten te maken. Tenslotte is een operatie als deze een leerproces." Stevens: "Dat is zo. Het is ook wel te begrijpen dat niet het gehele veran deringsproces vlekkeloos is verlopen en nog verloopt. Mensen hebben de neiging te handelen vanuit wat ze kennen. En dat is nu juist het pro bleem met Visie '98: de uitkomst van dat proces is nieuw, die kennen we nog niet. We zijn over het algemeen nog hiërarchisch georiënteerd en we moeten toe naar een 'klantencratie', een organisatie waarin de klant cen traal staat. Maar hoe proberen we die verandering tot stand te brengen? Via de principes van de bureaucratie. Dus: strategie uitzetten, organisatiestruc tuur erbij bedenken en da's dat. Ter wijl als je echt klantgericht wilt wor den, je een organisatie moet bouwen die nooit af is, die steeds iets nieuws bijleert." "En zo'n organisatie begint bij de mensen aan het front, de mensen die met de klanten omgaan. Dus waar had ook het veranderingsproces moe ten beginnen? Precies, bij die mede werkers. Met hen in discussie gaan over de vraag 'hoe gaan we betekenis geven aan een aantal principes uit zowel Visie '98 als de cooperatiedis- cussie'. Hen ook vragen hoe zij vin den dat we het beste met klanten kun nen omgaan?" Cultuuromslag Maar menjge bank heeft dat inmiddels toch ook gedaan? Coenen: "Wij zijn bij heel wat banken geweest, ook heel grote. Toen "Een deel van het probleem," zegt Alfons Smits, collega-stu dent van Martien Stevens, "is de kloof die er is ontstaan tussen Rabobank Nederland en de lo kale banken. Door de vele fusies van de afgelopen jaren zijn veel lokale banken een stuk groter en vanzelf ook volwassener gewor den. Ze hebben daardoor de be hoefte hun zaken zelfstandiger te regelen. Het apparaat van Rabo bank Nederland is daar nog niet op ingesteld. Daar werkt men nog teveel vanuit de gedachte 'Wij zullen wel vertellen hoe het moet'. Die opstelling werkt niet meer en gelukkig begrijpen steeds meer mensen dat. Waar we naartoe moeten zijn volwas sener verhoudingen, waarin we elkaar in onze waarde laten. We moeten wel, want we hebben el kaar hard nodig. "Ik denk dat het al met al wel de goede kant op gaat, maar we moeten wel blijven opletten. Er zijn de nodige verschillen, zowel tussen lokale banken onderling als tussen afdelingen binnen Ra bobank Nederland. De ene bank stelt zich bijvoorbeeld meer op als coöperatie dan de andere. Waar je voor moet waken is dat die verschillen al te groot wor den. Het kan niet zo zijn dat sommige banken de coöperatieve identiteit laten voor wat die is en zich in de praktijk gedragen als willekeurig welke ING- of ABN AMRO-bank. We hebben collec tief gekozen voor de coöperatie en dan moet je ook consequent zijn. "Wie even nadenkt ontkomt overigens ook niet aan de con clusie dat de coöperatie voor ons de enig juiste weg is. Als je ons vergelijkt met andere banken zie je dat wij een levensgroot voor deel hebben ten opzichte van die concurrentie en dat is die coöpe ratieve identiteit. Een beetje ver standig zakenman laat zo'n voordeel niet liggen, maar pakt het op en nut het ten volle uit.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'RaboMagazine' | 1998 | | pagina 7