Ik voel me meer betrokken bij mijn werk' Rabofacet Zeist ook bezig te 'ontvasten' Cees Boomaars is projectmanager binnen Interpolis. Hij werkt nu anderhalfjaar aan de Spoorlaan. Hij moet er niet aan denken terug te moeten naar de oude situatie."Door het Cocon-concept krijg je meer verantwoordelijkheid en daar ga je naar handelen. Ik functio neer nu anders dan vroeger. Voel me veel meer betrokken bij mijn werk. Echt moeite heb ik met niks. Ja, in het begin misschien, met het opruimen en het werken met de mobiele tele foon. Maar dat is een kwestie van discipline en afspraken maken en elkaar erop aanspreken als het misgaat. Dat zie je ook steeds meer gebeuren, dat de collega's elkaar op kleinig heden aanspreken, net als in een gezin. Nee, voor mij is het perfect." Ook binnen Rabofacet locatie Zeist wordt gewerkt aan een nieuw concept waarbinnen medewerkers niet langer een vaste werkplek hebben. Het con cept was in eerste instantie alleen be doeld voor de nieuw te huisvesten af deling NEWS (Netwerk Werkplek Ser vices). Nu wordt bezien of ook andere afdelingen baat kunnen hebben bij de invoering van een systeem met wis selwerkplekken terwijl bij CCS (Centra le Computer Services) inmiddels een werkplekonderzoek loopt. Vraagje aan Frank van Hees, hoofd huisvesting van de locatie Zeist: is het concept van wisselwerkplekken ook geschikt voor andere kantoren (lees: Rabobank Nederland en de lokale banken)?"ln principe is het voor elk kantoor geschikt maar ik denk dan vooral aan de grotere vestigingen. De schaarste aan vierkante meters en de groei van het aantal medewerkers zul len de ontwikkelingen in die richting zeker stimuleren." Ook Hayo Wijma van Interpolis ziet geen redenen waarom het concept niet toepasbaar zou zijn bij Rabobank Nederland en de lokale banken."Het hangt natuurlijk ook af van het seg ment waar je werkt. Maar bij ons zijn alleen nog vaste plekken ingeruimd voor mensen die met heel bijzondere apparatuur werken en voor het secre tariaat. Dat betreft naar schatting één tot twee procent van het totaal aantal medewerkers. Voor het overige kan niemand meer een eigen bureau clai men en dat geldt tot op het niveau van de directie." Dat klinkt simpel maar werkt het ook in de praktijk? Passen al je spul len wel in een flexikoffer, is het niet reuze vervelend elke keer weer het hele bureau te moeten ontruimen en wie garandeert dat er 's ochtends in derdaad een cockpit vrij is? Wijma: "Laat ik vooropstellen dat het in het begin natuurlijk aanpassen is. Maar wennen doet het zeker en op den duur krijg je er slag van je werk ordelijk en netjes te regelen. Boven dien verloopt steeds meer archivering via elektronische weg dus wat je ziet, is een duidelijke afname van de hoe veelheid papier. Wat die cockpit be treft, via werkplekonderzoek en aan wezigheidsmetingen is tevoren heel precies nagegaan over hoeveel open en gesloten werkplekken een afdeling globaal moet beschikken. In de prak tijk komt het zelden voor dat je lang moet wachten op een geschikte werk plek." Zeker is dat Interpolis via het nieu we concept toe kan met 1100 werk plekken voor 1500 medewerkers. Keuzes maken ]y[aar }loe zit het nu met die gewenste cultuuromslag? Wijma: 'Wat je ziet is dat de nieuwe situatie mensen als het ware uitnodigt keuzes te maken. Dat maakt hen actiever, roept van hun kant initiatief op, hel derheid als het gaat om de indeling van hun werk. Moet ik me vandaag concentreren, dan zoek ik een cock pit. Informeel overleg? Dan neem ik de stamtafel of het zitje. Het concen tratieniveau is door de keuzemogelijk heid duidelijk omhooggegaan." Tegelijkertijd vraagt het Cocon-con cept om veel meer communicatie hoe 'de klus te klaren', stelt Wijma. "In de nieuwe situatie kan het management zich niet meer verlaten op indrukken uit de omgeving. Die omgeving veran dert immers voortdurend en de mensen met wie je werkt, zitten niet meer naast je. Er moeten dus heldere afspra ken worden gemaakt over doelen en tijdslimieten waarbinnen die moeten worden gehaald. De verwachting is dat management en medewerkers veel meer op resultaat zullen gaan werken en dat kunnen we nu al zien. Vroeger, om eens een voorbeeld te geven, was het al voldoende als het management om zich heen zag dat iedereen aan het werk was. Dat berustte op aannames. Nu liggen er duidelijke afspraken en dat maakt het werk inzichtelijker, transparanter, efficiënter ook." Dat lijkt op zijn minst een verzwa ring van de taak van het management maar Wijma wil dat beeld corrigeren. "Uitzondering is de manager die vroe ger al zei: waar en hoe je je werk doet, vind ik niet zo belangrijk. Als je maar die en die resultaten haalt." Dan nog blijft overeind dat het met de sta tus van de manager in het nieuwe concept maar mager is gesteld: weg zijn het grotere bureau, de mooiere stoel, het naambordje op de deur. Wijma: "Afgezien van het feit dat ie dereen zijn vaste plek kwijt is, het is inderdaad zo dat het management een deel van zijn uiterlijke status is verlo ren. Maar op zichzelf vinden wij dat geen negatief gevolg want status kan communicatie in de weg staan."

Rabobank Bronnenarchief

blad 'RaboMagazine' | 1998 | | pagina 11