Een unieke gelegenheid om zoveel geluiden van klanten te horen" Van links naar rechts: Cock Grandia, Gerrit Oosterkamp, Arie Oudesluijs en Henk Karzijn. begrijpen waarom bij grote drukte de gesloten balies niet open gaan, terwijl achter die balies wel mensen aan het werk zijn. Dat gaat nu anders. Bij rij - vorming gaan er meer balies open. Het is een verandering die ons alle maal is opgevallen. Iedereen was het erover eens: die coöperatieve gedachte is uniek en schitterend. Het greep mij zozeer dat ik nog dagen daarna bij de Rabobank, maar ook bij andere banken keek: waarom doen ze het niet anders?" n de inbreng van je klanten serieus neemt. Ik heb geleerd dat je niet di rect in de verdediging moet gaan. Een veilige, open sfeer waarin iedereen zijn zegje kan doen, is van groot be lang om de coöperatie inhoud te geven. Dan kun je elkaar eerlijk toet sen. Je moet accepteren dat klanten zeggen wat ze ervan vinden. Dat posi tief meenemen. Alleen dan kunnen we Directeur Arie Ou desluijs (52) beaamt dat er naar aanleiding van de opmerkingen van klanten veranderingen zijn doorgevoerd. Lid van de raad van toezicht Gerrit Oosterkamp (65), ge pensioneerd sectoreconoom bij het Ministerie van Landbouw, licht toe dat het noodzakelijk is om het ge sprek met de klanten gaande te hou den: "We zijn het gesprek met de klanten aangegaan. Niet omdat wij een heleboel te vertellen hebben, maar omdat we van hen willen horen waar aan ze behoefte hebben. Hoe vindt u dat we het doen? Hoe zou het anders kunnen? We moeten blijven praten met klanten om ze betrokken te hou den. De coöperatiediscussie moet je levend houden. Als je er twee jaar niet intensief mee omgaat, ben je het con tact kwijt en kun je niet meer met de veranderingen van de klant meegroei en. We moeten ervoor waken alles weer dicht te timmeren." Relatiebeheerder Bedrijven Henk Karzijn (31): "De gedachte dat we er nu zouden zijn is verkeerd. De coöpe ratiediscussie is nooit afgerond." Di recteur Oudesluijs: "Om een goede discussie gaande te houden, zul je ook in je handelen moeten laten zien dat je een coöperatie zijn. Eigenlijk vind ik dat je niet te lang mag stilstaan bij wat een coöperatie is, maar dat je moet laten zien wat het karakter van een coöperatie is." Commercieel ma nager Financiële Advisering/Eigen Huis Cock Grandia (44) vult aan: "We hoeven niet meer een coöperatie te worden, maar we zijn het." Begeisterd Oosterkamp hield op elke bijeenkomst een verhaal over de coö peratie en haar geschiedenis. Dat heeft heel wat losgemaakt. Van Ark: "Na die eerste bijeenkomst ben ik gaan na denken over de bewuste keuze van de Rabobank om de winst niet aan de in dividuele leden uit te delen, maar te besteden aan speciale doelen die de lo kale samenleving ten goede komen. De jeugd zou van het mooie van een coö peratie doordrongen moeten zijn. Een coöperatie is van groot belang voor de gemeenschap. Als ik zie wat de Rabo bank er allemaal 'bij doet'. Dat doen de handelsbanken niet." "Je moet wel helemaal 'begeisterd' zijn om bij zo'n coöperatieve organi satie te werken. Een deel van de winst kan ook voor de leden ter beschikking komen door een soort fonds in het leven te roepen. De Rabobank is niet alleen zakelijk. De bank houdt het kantoor in Ernst open en er is zelfs een geldautomaat geplaatst. Toen ik er van de week langs fietste, zag ik een van de medewerkers een oudere heer uitleggen hoe de gea werkt. Dat stukje service, dat doet me wat." Het gesprek spitst zich toe op hoe het product coöperatie moet worden verkocht. Oudesluijs: "Lang achter je leden staan, daar kun je niks mee. Het is een zaak van confidentie. De klant kan het zelf vertellen, maar wij kun nen niet zeggen dat we die en die klant hebben geholpen." Karzijn merkt op dat dat lang achter de leden staan niet alleen een kreet is. "We zijn gericht op continuïteit. Dit wordt openlijk beves tigd door mensen die er heel direct vanuit hun functie mee te maken heb ben, zoals een notaris. Dat betekent overigens ook dat je op een bepaald moment durft te zeggen dat het zo niet langer kan. De klant is er niet bij ge baat als hij nog dieper in de schulden komt. Voorop staat wat mij betreft dat het menselijk moet blijven." Oudesluijs: "Natuurlijk moeten we ook commercieel zijn om een solvabe le coöperatie te blijven. We zeggen nee als we het niet verantwoord vin den, daarin moeten we ook coöpera tief zijn. Maar we hebben onze princi pes. Als we eenmaal 'ja' hebben ge zegd, dan kan de klant op ons rekenen, ook in moeilijke tijden." Van der Wal: "Dat laveren tussen ideaal en geld verdienen is uniek. Het heeft bij mij veel enthousiasme losge maakt." Geen automatisme Voor de agrarische klanten is een speciaal traject in de

Rabobank Bronnenarchief

blad 'RaboMagazine' | 1998 | | pagina 4