Wereldeconomie
en rente in '97/'98
Als we terugkijken op het jaar 1997 kunnen we vast
stellen, dat onze verwachtingen over economische
groei en rente, zoals we die eind vorigjaar in onze
'Visie op 1997'hebben gepresenteerd, redelijk zijn
uitgekomen. Dat betekent overigens niet, dat we het
met al onze voorspellingen bij het rechte eind had
den.
uit;
door Albert Dierick
o is de Amerikaanse eco
nomie in staat gebleken
de toch al zeer langdurige
fase van hoogconjunctuur met
nog een jaar te verlengen. On
danks de hierdoor sterk vermin
derde werkloosheid en toene
mende krapte op de arbeids
markt, zijn de loon- en
inflatiestijging daar nog steeds
onder controle gebleven. Hoewel
af en toe sprake was van lichte
paniek op de obligatiemarkten,
heeft het gunstige inflatieverloop
er per saldo toe geleid, dat de
Amerikaanse lange rente tame
lijk laag kon blijven (bijna 6%)
en slechts iets boven onze ra
ming van een jaar geleden (5V2-
53/4%).
De Duitse economie heeft zich
conform verwachting ontwik
keld, zij het dat het herstel min
der overtuigend tot stand is ge
komen dan verwacht. De Duitse
overheid kampt nog steeds met
budgettaire problemen, terwijl
de consument door de nog steeds
toenemende werkloosheid wei
nig vertrouwen heeft en daarom
weinig besteedt. De implicaties
voor de rente waren er evenwel
niet heel anders door. De Bun
desbank heeft haar korte rente
tarieven vanwege de aantrekken
de groei geleidelijk wat ver
hoogd, terwijl de lange rente
tamelijk laag en stabiel kon blij
ven door het ontbreken van wer
kelijk inflatiegevaar. Dit resul
teerde in een driemaands rente
die opliep tot circa 33/4%, iets
meer dan onze voorspelling van
een jaar geleden (31/4-31/2%). De
lange rente fluctueerde tussen de
53/2% en 6% (onze voorspelling
was 53/4-6%).
De Nederlandse economie
ontwikkelt zich uitstekend.
Dankzij een gunstige concurren
tiepositie neemt de uitvoer fors
toe, terwijl ook de binnenlandse
bestedingen flink toenemen. De
consument heeft veel vertrou
wen, mede gesteund door een
zeer gunstige ontwikkeling van
Rabobank
Conjunctuurindicator
voor Nederland
de werkgelegenheid. Sterke
waardestijgingen op de woning
markt, door een grote vraag
naar koopwoningen en geholpen
door relatief lage renteniveaus,
geven de consument tevens de
mogelijkheid om eventueel de
hypotheek te verhogen voor
extra consumptieve bestedingen.
Bedrijven zien hun winsten
flink stijgen, vooral op de bui
tenlandse afzetmarkten. Hun be
zettingsgraden zijn fors gestegen
en de investeringen nemen reeds
enige tijd krachtig toe. Ook
wordt het steeds moeilijker om
personeel te vinden, wat vroeg
of laat zal leiden tot toenemende
loonstijgingen. Al met al groeit
de economie uitbundig met ruim
3% (conform onze verwachting
van een jaar geleden), maar blijft
de rente vooralsnog relatief laag.
Stafgroep Economisch Onderzoek)
conj. wijzer
conj. voorspeller
Kijken we vooruit naar het
jaar 1998, dan lijken onze ver
wachtingen sterk op die van
vorig jaar. In de Verenigde Sta
ten wordt nu toch echt enige af
zwakking van de economische
groei verwacht, terwijl in Duits
land juist sprake zal zijn van een
verdergaand conjunctuurherstel.
De uitbundige ontwikkeling in
Nederland zal zich ook volgend
jaar nog kunnen voortzetten. De
gevolgen voor de rente in ons
land, zoals we die nu kunnen in
schatten, suggereren een enigs
zins gemengd beeld. Enerzijds
zijn er krachten die de rente zul
len doen stijgen (aantrekkende
groei in Europa, mogelijk infla
tiegevaar in de VS); anderzijds
zijn er structurele factoren die de
rente juist kunnen drukken (toe
nemende concurrentie waardoor
lagere inflatie, kleinere begro
tingstekorten, ruim aanbod van
kapitaal).
Al met al verwachten wij een
iets verder oplopende korte rente
tot zo'n 41 /2eind volgend jaar
(nu 33/4%) bij een per saldo on
geveer gelijkblijvende lange rente
51 /2 a 53/4%).
(drs. Albert M. Dierick is hoofd