In de voetsporen van vader tre
den, je kinderen bij de bank zien binnenkomen, dat
geeft zo zijn eigen eigen problemen
Met gezins- of familieleden op de
bank staat één gespreksonderwerp vast: de Rabobank
"Ik ben geboren en getogen in Hazerswoude
en heb daar ook pa opgevolgd. De plaatselij
ke bakker kende me vanaf geboorte. Ik was
altijd Kuun, tot ik directeur werd. Toen
heette ik ineens mijnheer De Boer, hoewel de
man vijftig jaar ouder is. Ik kreeg het niet
meer veranderd. Ik vind dat ik gewoon mijn
job doe maar de omgeving kijkt daar toch
anders tegenaan." (Kuun de Boer, directeur
van Rijn en Wouden).
"Je moet je wel eens verdedigen in het
dorp. Mijn vader is bekend. Ze gaan niet bij
de Rabobank geld halen, nee, ze gaan het bij
Piet Zut halen. Effe tappen bij Piet Zut, zeg
gen ze. En als er dan eens iets misgaat, krijg
jij het te horen. Je bent tenslotte zijn doch
ter." (Maaike Zut, werkstudente/oproep
kracht Rabobank Langedijk waarvan haar
vader Piet Zut de directeur is)
"Van vroeger staat mij bij dat we een
beetje in een hokje werden gestopt. Dochter
van de directeur, dat was best wel eens een
nadeel. 'Oh, dat zal je vader wel geregeld
hebben', hoorde je dan. Dat vond ik verve
lend, ik regel het liever zelf. Daarom ben ik
ook bewust in een andere regio gaan wer
ken. Ik wil op mijn eigen capaciteiten wor
den beoordeeld. We hebben van huis uit
meegekregen dat je gewoon alles moet doen,
je nergens te goed voor moet voelen. Bij va
kantiewerk zag je ook wel eens scheve ogen:
'Oh, ben jij de dochter van de baas?' Maar
als je met alles meedoet, de koffie rond
brengt en gewoon met iedereen omgaat, ac
cepteren ze je wel." (Marian Koenz-Broek-
huijse, dochter van de oud-directeur van de
Rabobank Nedersticht (voorheen Vleuten),
nu zelf werkzaam bij de Rabobank Heiloo-
Limmen).
"Nee, ik heb geen sturende rol gehad in
het feit dat mijn beide dochters ook bij de
Rabobank zijn gaan werken." (Elly van der
Meijden, voor halve dagen secretaresse bij de
Rabobank Wehl). "Vroeger pestten we mijn
moeder wel eens, zo van: wij bij de Rabo
bank? Nooit! Nu zitten we er allebei toch, in
zekere zin door toeval maar het bevalt heel
goed. Moeder is wel meer Rabominded dan
wij. In huis hangen allerlei Rabospullen
zoals kalenders, schilderijen en ook dat oude
logo in de vorm van een vogel." (Angela en
Claudia, dochters van Elly van der Meijden,
respectievelijk werkzaam bij de banken
Bergh en Duiven).
"Toen ik nog op school zat, wilde ik niets
met de bank van mijn vader te maken heb
ben. Je gaat toch niet hetzelfde doen als je
vader. Later ben ik er mijn loopbaan nota
bene begonnen en eerlijk is eerlijk, ik vond
het boeiender dan ik in eerste instantie wilde
toegeven. In 1975 ben ik naar de Accoun
tantsdienst gegaan. Toen het hoofd daarvan,
Oosterwaal, hoorde dat ik een Ketelaars
was, zei hij: 'Een zoon van Jan altijd
goed.' Mijn vader was een gezien man. Ik
heb er niet van geprofiteerd maar de entree
is gemakkelijker. Ze weten wie je bent."
(Toon Ketelaars, Rabobank Nederland).
Vlnr. Piet, Ron, Liesbeth, Corina, Maaike en
judith Zut
meteen een dagtaak aan. Het was
toen nog een eenmansbedrijf en ik
moest letterlijk alles zelf doen. Ge
waart loketbediende, brieven, die
deed ge zelf tikken, elke mutatie
moest ge met de hand in het dagboek
schrijven en vervolgens op een groot-
boekkaart, ge moest een afschrift
typen en dat versturen, ja, alle vóór
komende werkzaamheden deed ge
zelf. Maar vanaf 1960 ging het hard.
Sindsdien kwam er met de regelmaat
van één per half jaar iemand bij en
om de vier tot vijf jaar volgde weer
een grote verbouwing of uitbreiding.
Als ge dus weet dat toen ik hier
kwam, de balans een bedrag van twee
miljoen vermeldde terwijl dat bij mijn
vertrek in 1992 al tweehonderd mil
joen was Het ging altijd crescen
do." (Wil Verhoeven, oud-directeur
Rabobank Oisterwijk, met VUT).
Vlnr. Ton, Maresca en Peter
Deutekom.
"Op verjaardagen bracht ik
de bank vaak aan de orde,
met name ten opzichte van
mijn broer. Hij werkt bij de
juridische afdeling in Eind
hoven en in mijn ogen verte
genwoordigde hij dus Rabo
bank Nederland. Alle pun
ten die daar beter zouden
kunnen, kreeg hij dan te
horen. Op een gegeven mo
ment is mij toen gezegd: 'Effe dimmen, Ben'.
Sindsdien hou ik me een beetje in." (Ben Bart-
holomeus, directeur Pey-Posterholt).
"We hebben met mijn schoonvader afge
sproken dat wij iedere keer als we elkaar
privé zien - en dat is zo'n drie keer per week
- niet langer dan een kwartiertje over de Ra
bobank praten. Anders zit je voor je het weet
uren te praten over circulaire zus en circulai
re zo en vergelijkingen te maken met hoe het
vroeger ging. 'Heb jij nog oude balansen en
stukken', vraagt mijn schoonvader ook wel
eens aan mijn man. Dat vindt hij leuk, het
vastleggen van de historie van de bank. Mijn
familie reageert wel eens in de trant van:
'Rabobank, Rabobank,
alwéér de Rabobank?'"
(Maresca Deutekom-De
Jong, hypotheekadviseur bij
de Rabobank Noordwijk,
getrouwd met Peter Deute
kom, hoofd planning con-
trol van Leiden-Oegstgeest
waar vader Ton Deutekom
ook werkt, in de binnen
dienst Eigen Huis).
"Thuis werd regelmatig over de bank ge
sproken, jazeker. Maar nooit in negatieve
zin, bijvoorbeeld over dubieuze debiteuren.
Natuurlijk speelde de vertrouwelijkheid van
die gegevens een rol. Maar pa huldigde ook
het principe 'alles te weten maakt niet geluk
kig', zeker voor kinderen. Ook nu nog leeft
de Rabobank binnen het gezin als we bij el
kaar komen. Er wordt veel over gesproken,
in een goede, opbouwende sfeer. Pa - hij is
nu 78 jaar oud - heeft me bij zo'n gelegen
heid wel eens laten weten jaloers te zijn op
de cijfers hier." (Wout Dreschler, adjunct-di
recteur van de Rabobank Hardinxveld-Gies-
sendam).
Wordt vervolgd