Jan Hageraats 'Waarde van eigen cultuur weer naast economische ratio's zetten' "Als die dingen gemeengoed zijn, dan krijg je ook een heel andere dis cussie over de beloning. Je moet niet over beloning beginnen terwijl de geesten nog niet rijp zijn om op een integere en vertrouwenwekkende ma nier te praten over de werkgeschikt- heid van vijfenvijftig- of zestigplus sers. Als je mensen op een volwassen manier mee laat denken en mee laat praten - en dat geldt voor mannen en vrouwen, voor jong en oud, voor vali de mensen en voor gehandicapten - dan komen ze zelf met ideeën over het soort werk dat ze kunnen en willen doen." In de kern heeft Hageraats natuur lijk gelijk, maar hij is realist genoeg om te weten dat hij een situatie schetst die nog werkelijkheid moet worden. Van de huidige groep 50- plussers zullen velen er een probleem mee hebben tot 65 jaar te werken. Ze zijn absoluut niet meer gewend aan die gedachte. Toch, zegt Burghouts, mogen de huidige 50-jarigen niet meer op een vut rekenen. Natuurlijk zal er voor een bepaalde groep een overgangsregeling ontwikkeld wor den: "Maar de mensen die nu jonger dan 50 zijn zullen het niet meer bele ven. Tenminste niet op kosten van de bank of van de gemeenschap. Iedereen mag ophouden als hij 55 of 58 jaar oud is. Maar dan moet hij er wel zelf de financiële voorzieningen voor heb ben getroffen." Samen volgende eeuw in £r S(.aa(- nGg een derde punt op de agenda. Zoals Burghouts het noemt, de reanimatie van de coöperatie. De Jong ziet het wel zitten. "Het is het meest wezenlij ke verschil tussen ons en alle andere banken", zegt hij. "De relatie met de klant vormt bij ons het hoogste ambi tieniveau. Hier en daar hebben mede- werkers er nog moeite mee het dienen van het klantbelang in evenwicht te brengen met het afzetten van produc ten. Met goede producten dien je het klantbelang. Goede producten mag je gerust met verve afzetten in de markt. Daarop moet je ook prestatiesturend belo nen. Maar het gaat er nooit om zo groot mo gelijke bonussen binnen te halen." "Kijk", zegt Burg houts, "ondernemingen als Akzo-Nobel, Shell en ook ABN- AMRO zullen het altijd blijven doen om shareholders valueom wat het uiteindelijk de aandeelhouder ople vert. Daar is klantgerichtheid in de kern niet meer dan een uitgekiend marketingtool. De diepste drijfveer voor de Rabobank is de customer valuede méérwaarde die wij de klant opleveren. Het is onze opdracht om zo te werken dat de buitenwereld wel moet beamen dat wij er niet voor ons zelf zijn, maar voor haar. Wij moeten het ten dele opnieuw leren. De coöpe ratieve instelling van mensen is lange tijd geen selectiecriterium geweest bij personeelswerving. Maar gelukkig is het wel op een natuurlijke wijze te recht gekomen in de 'software' van onze nieuwe mensen. Als de organisa tie volgend jaar haar honderdjarig be staan viert, hebben we daar niet voor niets de naam 'Toekomst door Samen spel' aan gegeven. Samen met onze klanten zullen we de volgende hon derd jaar in gaan. Als we dat echt samen, en dus coöperatief doen, dan voorspel ik: succes verzekerd." Tot in de vingertoppen Hageraats noemt Toekomst door Samenspel nog om een andere reden belangrijk. Hij oor deelt dat de coöperatiediscussie in hoge mate voorbijgegaan is aan de medewerker. Blijkbaar hebben de be stuurders en directies, die van Rabo bank Nederland voorop, het zo druk gehad met discussiëren dat ze even over het hoofd hebben gezien hoe de medewerker de feitelijke dienstverle ner is. Geen meerwaarde voor de klant zonder een medewerker die tot in zijn vingertoppen klantgericht is. Toekomst door Samenspel biedt een herkansing om de medewerkers te be trekken bij de coöperatie. "Want", zegt Hageraats, "het is heel belangrijk dat de eigen cultuur van de Rabobank weer zijn waarde en invloed terug krijgt naast de puur economische ra tio's."

Rabobank Bronnenarchief

blad 'RaboMagazine' | 1997 | | pagina 6