Medewerkers over de coöperatie
ffljjEjEES Organisatie De Rabobank
Voordat de Rabobankorganisatie volgend jaar haar honderdjarig bestaan viert, is
beslist wie de Rabobank wil zijn en hoe ze dat wil realiseren. De coöperatiediscus
sie wordt in december afgerond wanneer de lokale banken op een speciale Alge
mene Vergadering laten weten of ze het met alle vernieuwingsvoorstellen eens
zijn. Daarna begint het eigenlijke werk pas, want dan moet de nieuwe coöperatie
in de praktijk gestalte krijgen. Rabomagazine vroeg vijf medewerkers van de Rabo
bank Nijmegen en vier medewerkers van andere lokale banken naar de betekenis
van de coöperatie voor hen.
Wat maakt de Rabobank tot
een coöperatieve bank?
'Wie zijn wei
door Mariëi.le e Rabobank Nijmegen heeft
Oostveen de medewerkers wel geïnfor
meerd over de coöperatiedis
cussie binnen de hele organisatie,
maar er is nog geen bankbrede discus
sie gevoerd over de coöperatie Rabo-
x g bank Nijmegen. Dat staat wel te ge
beuren. Directeur Jan Van Teeffe-
len: "We hebben onze missie
geformuleerd.
jjg Als je weet
waar je wilt
komen moet je
eerst goed
weten wat
voor bank je
bent. Hoe kij
ken klanten
tegen ons aan.
Hoe zien wij
onszelf? Dan
Jan van Teeffelen kun je een plan van aanpak maken
om vanuit de bestaande situatie naar
de gewenste situatie te komen."
"Daar is heel lastig antwoord op te
geven", vindt Ton Veldhuizen (Nij
megen). Sietze Tibbesma (Drachten):
"Door de coöperatieve structuur ben
ik relatief zelfstandig in het maken
van een beleid voor mijn werkge
bied." Lydia Willems (Nijmegen):
"Onze geschiedenis maakt ons tot wie
we zijn. Klanten zien ons toch als de
boerenleenbank." WiliMA Brouwer
(Nijmegen): "Ik kan niet iets noemen
dat wij als coöperatieve bank voor
hebben op andere banken."
van Teeffelen beaamt dat de zelf
standigheid van de bank de coöpera
tie inhoud geeft. "Je kunt lokaal ini
tiatieven ondernemen die aan jouw
leden ten goede komen. Daarvoor
moet je goed luisteren naar de leden.
Als het goed is vormt het ledenbe
stand een afspiegeling van de gemeen
schap en komen die initiatieven uit
eindelijk ten goede aan de hele ge
meenschap." Ook Hans Mol
(Enkhuizen) noemt de organisatie
structuur, met de plaatselijke banken
die zelfstandig zijn als belangrijkste
uiting van de coöperatie. "Dat we een
coöperatie zijn, zegt me verder niet
zoveel."
Jana van Dam (West-Flakkee)
vindt dat de winst gedeeltelijk ten
goede moet komen aan de klanten.
"We hebben een groot visserijcongres
georganiseerd dat door tweehonderd
leden is bezocht en we organiseren
voor basisscholen een rondleiding
langs musea." Theo Derix (Sittard)
vindt dat de coö
peratie op dit
moment weinig
inhoud meer
heeft. "De coöpe
ratie is een titel,
zoals een ander
bedrijf een bv is."
Wim Poppe-
laars (Nijmegen)
vindt het moeilijk
klanten te vertel
len wat de Rabo
bank tot coöperatie maakt. "Dat we
de belangen van leden behartigen en
een economisch machtsblok zijn met
een bepaalde achterban. We zijn niet
goedkoper dan andere banken, maar
het feit dat je een grote marktpartij
bent, betekent wel dat je invloed hebt
op de tariefstelling."
Yertel je de klanten dat de
Rabobank een coöperatie is?
"Alleen als het ter sprake komt",
zegt Willems. "Hier in Nijmegen
krijgen we weieens mensen binnen die
in hun oude woonplaats slechte erva
ringen hebben met de Rabobank. Dan
vertel ik dat dat een hele andere Ra
bobank is dan die waar ze nu in de
bankhal staan. Dat ze niet alle Rabo-
banken over één kam moeten scheren.
Maar dat is voor klanten heel ondui
delijk."
Veldhuizen gebruikt de coöpera
tie niet als 'verkoopargument' naar
zijn klanten. "Zakelijke klanten zijn
nog verplicht om lid te worden en op
het moment dat ze het lidmaatschaps
kaartje tekenen vertel ik wel dat de
Rabobank een coöperatie is, maar om
discussie te voorkomen ga ik bijvoor
beeld niet te diep in op de aansprake
lijkheid." BROUWEr: "Ik zou het argu
ment van de coöperatie best naar
voren willen brengen bij klanten,
maar ik weet niet goed hoe. Ik wijs
klanten erop dat we snel kunnen be
slissen, altijd klaar staan en een goede
service hebben. Maar daar zouden
misschien betere handvatten voor
moeten komen."
Tibbesma merkt dat
relatiebeheerders het
moeilijk vinden om
klanten duidelijk te
maken wat voor hen het
voordeel van de coöpe
ratie is. "Zelfs de agrari
sche relatiebeheerder
vindt dat we ons in fi
nancieringen niet onder
scheiden van een ABN
AMRO of ING. Voor de
klant moet de toege-
Lydia Willems