'Toch écht betrokken
blijven bij die bank'
Dë ïiii'ëtik.'.'icikëi'i
Cees van der Linden
JacguesJansen
Niemand kan het zijn ont
gaan: de Rabobank is
volop bezig met een discus
sie over haar identiteit.
Dat de organisatie een coö
peratie wil blijven, is in
middels wel duidelijk.
Maar hoe moet daaraan in
de dagelijkse praktijk in
vulling worden gegeven.
Bij alle ruim 500 lokale
banken is die vraag inzet
van drukke gesprekken, onder elkaar, met
bestuurders én met de leden. RaboMagazi-
ne vroeg de directeuren van Rabobank
Eindhoven en Rabobank Alphen aan de
Rijn hoever zij zijn met de discussie.
Cees van der Linden, directeur van
de Rabobank Alphen aan de Rijn:
"Dat gevoel kan ik me wel enigszins
voorstellen. De coöperatie leeft hier in
Alphen enorm, maar na alle vergade
ringen van de afgelopen tijd beginnen
er enige vermoeidheidsverschijnselen
op te treden. We zijn al ruim een jaar
bezig en men heeft het gevoel dat er
nu toch eens een tot daden moet wor
den overgaan."
Jansen: "Wat mij opvalt is dat het
enthousiasme niet vanzelf komt. Ik
heb nog niet meegemaakt dat iemand
spontaan riep: 'coöperatie, fantas
tisch'. Het begon al in het bestuur.
Toen de voorzitter het onderwerp
aankaartte was het algemene gevoelen
toch vooral: hoezo coöperatie? Niet
zeuren, gewoon winst maken en daar
mee uit. Het zijn allemaal zakenmen
sen en die kijken toch anders tegen
zo'n onderwerp aan."
'Felle koppen' yAN DER LlNDEN: "Wij
zijn aan de andere kant begonnen, bij
de leden. We hebben samen met de
et heeft me wat moeite
gekost om met dat hele
verhaal aan de slag te
door Dick van gaan", zegt Jacques Jansen, algemeen
de Schraaf directeur van de Rabobank Eindho
ven, eerlijk. "Ik ben op 1 juli als alge
meen directeur aangetreden in Eind
hoven en ik had wel iets anders aan
mijn hoofd dan die discussie. Daar
kwam nog bij dat ik in mijn vorige
functie van regiodirecteur iets van
dertig congressen heb mogen leiden
over dit onderwerp, dus die hele dis
cussie hing me een beetje de keel uit.
Maar goed, we zijn er toch mee aan
het werk gegaan en ik moet zeggen
dat ik gaandeweg toch weer enthou
siast ben geraakt, ook al omdat ik
merk dat de mensen het na wat aarze
ling met plezier oppakken."
Stafgroep Coö
peratie een en
quête opgesteld
en die naar alle
1.200 leden ge
stuurd. Een klei
ne 200 man heb
ben het formu
lier terugge
stuurd. Aanslui
tend hebben we
twee avonden
georganiseerd,
waarop ongeveer
50 leden aanwe
zig waren. Die
hebben in sub
groepjes gediscussieerd en daar kwam
veel uit. Je zag mensen echt met felle
koppen tegenover elkaar zitten. Wer
kelijk elke variant kwam aan de orde,
alles wat er maar ligt tussen een goed
werkende coöperatie aan de ene kant
en een NV-structuur a la ABN AMRO
aan de andere. Er waren leden die zei
den: 'schei nou uit met die poppen
kast', terwijl anderen vonden: 'nee,
wij willen toch echt betrokken blijven
bij die bank'."
Jansen: "Wij vonden dat we het
eerst moesten inbedden in de bank.
Voordat je met de coöperatie naar
buiten gaat, moeten de medewerkers
weten wat zo'n structuur precies in
houdt. Dat besef was namelijk nogal
beperkt. We hebben bij de bank een