Markt groeit
covolle markt. Ongeveer veertig pro
cent van de starters houdt er binnen
vijf jaar mee op. Wie dat zijn is tevo
ren helaas niet aan te geven." Zij ziet
mét de banken heel wat beren op de
weg. Hoe herken je de succesvolle
starter? Want het gaat de bank ten
slotte toch om die zestig procent die
het wel redt en voor economische ver
nieuwing zorgt.
"Als ik dat maar wist", verzucht
Aarts. "De een is commercieel goed,
maar blijkt administratief een wrak.
De ander heeft een vlotte babbel maar
blijkt op de een of manier slecht in
organiseren. Natuurlijk zijn wel indi
caties te geven van invloeden op later
falen of succes, maar er spelen zoveel
'Een starter vraagt
veel tijd van een
bank, terwijl
het te verwachten
rendement op korte
termijn klein is'
Niet alleen geld telt
zaken een rol dat je inschattingen
nooit een volledig beeld zullen geven.
Uit een ondernemingsplan bijvoor
beeld kun je niet meteen afleiden of
iemand succesvol wordt. Van een
werkloze - onderzoek wijst uit dat de
meerderheid faalt bij de opzet van een
eigen bedrijf - kun je niet bij voor
baat zeggen dat het niks wordt. Je
hebt altijd weer die ene uitzondering.
Belangrijk is er achter te komen of
een ondernemer in spé een goed beeld
heeft van de eigen sterke en zwakke
punten en of hij actie onderneemt om
zijn zwaktes aan te pakken, bijvoor
beeld door het tijdig inschakelen van
een goede specialist."
Zij heeft begrip voor de terughou
dendheid bij potentiële financiële
partners. Dat is écht niet alleen teke
nend voor de Rabobank maar voor
geldschieters in het algemeen. Zo
staat een relatiebeheerder dagelijks
voor de keuze: hoe deel ik mijn uren
Vier op de tien stranden, maar rest bloeit op
Jaarlijks schrijven tussen de 25 en 35 duizend
ondernemingen zich in bij de Kamer van Koop
handel. Daarvan vestigt 48 procent zich in
stedelijk gebied. De landelijke bedrijven-
groei bedraagt ongeveer elf procent
per jaar, waarvan ruim een derde
starters. De rest is afkomstig van
een doorstart van een al bestaand be
drijf. Dat houdt in dat het bedrijf uitbreidt met
een nieuwe poot, waarvoor nieuwe investeringen ge
daan worden. Andere bedrijven, de zogenoemde volg-
bedrijven, komen voort uit reeds bestaande bedrijven,
zoals bijvoorbeeld een boerderij die de activiteiten
deelt en splitst. De Rabobank aast op de starters in
midden- en klein bedrijf met winstoogmerk.
De relatiebeheerder treedt als eerste met een starter in contact
als die de Rabobank kiest. Traditioneel zijn banken gericht op het
verstrekken van kapitaal. Maar meer dan de helft van alle nieuwko
mers opereert op dit moment in de zakelijke dienstverlening, het
geen nauwelijks een kapitaalinjectie vraagt. Belangrijker is in de
huidige situatie bijvoorbeeld advies op het gebied van onderne
mingsplan en het aanbieden van andere producten zoals
betalingsverkeer, verzekeringen - via dochter Interpolis - en
lease -via De lage Landen -, om maar eens een paar zijstraten
te noemen.
Van de ervaren relatiebeheerder mag verwacht worden dat deze een rede
lijk inzicht heeft in het potentieel van de starter, hoewel dat toch altijd een
moeilijke en riskante kwestie zal blijven. Maar, no guts, no glory. Bill Gates
begon tenslotte ook in zijn achterkamer.
Onderzoek heeft aange
toond dat zestig procent
van alle nieuwe bedrijven
succesvol mag heten. De
rest verdwijnt binnen vijf
jaar van de aardbodem,
een deel daarvan door
een faillissement. Vele
instanties houden zich
bezig met onderzoek
naar factoren die het
succes van starters
bepalen. Dit heeft
nog niet geleid tot
eenduidige maatstaven.
De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbe
leid (WRR) waarschuwt in een mede door Rabobank
Nederland gesponsord onderzoek tegen investeren in
een werkloze of pas afgestudeerde die voor zichzelf
een baan wil creëren door een eigen bedrijf op te rich
ten.Te vaak lukt het hen niet om op die manier een
plek op de arbeidsmarkt te veroveren. Betere vooruit
zichten hebben zij die als werknemer eerst enige jaren
ervaring opdoen en dan een start wagen in de hun in
middels bekende branche.
Opleiding telt volgens dit onderzoek minder dan je
zou verwachten. Bij jongeren is de relatie tussen suc
ces en opleiding overigens nog zwakker dan voor de
oudere starters opgaat. Een ondernemende houding
lijkt belangrijker. Ook bleek uit het onderzoek dat
overheidssubsidies geen bijdrage leveren aan het sla
gen van een ondernemer, in de relatief weinige geval
len waarin ze daarvan gebruikmaken. Fondsen zijn
blijkbaar niet zo populair in startend Nederland. Wel
waarderen ondernemers in hoge mate de steun van
andere zelfstandigen. De conclusie van de onderzoe
kers luidt daarom - en vanwege de verhoogde sla-
gingskans door ervaring - dat een junior partnership
de beste leerschool en uitgangspositie voor de succes
volle starter is.