op* 'Bij ons meer weerklank voor allochtonen' Coöperatie in de dagelijkse praktijk Wie honderd jaar geleden een medewerker van een coöperatieve bank had gevraagd of het iets uitmaakte dat zijn bank een coöpe ratie was, had ongetwijfeld een lange uitleg gekregen over standsverschillen, woekeraars, achtergestelde bevolkingsgroe pen en nog zo wat meer. Het verschil tussen een gewone en een coöperatieve bank was overduidelijk. Maar wat betekent de coöpe ratie anno 1997 in de dagelijkse praktijk? In De Spraakmakers: Gert Sluis, hoofd Marketing communicatie, Hans Ludo van Mierlo, hoofd Externe Communicatie en Ton de Vrieze, directeur Rabobank Leerdam. 'Laat maar zien wat dat extra is' et komt Ton de Vrieze recht door Dick van uit het hart. "Je verdient der Schraaf niets aan die kleine winkel tjes en het is de vraag of dat ooit beter wordt. Toch staat onze deur ook voor deze ondernemers gewoon open. Gewoon, omdat dat er bij ons, als Rabobank, nu eenmaal bijhoort. Niet het onmiddellijke rendement staat voorop, maar de vraag hoe we de gemeenschap waarin wij gevestigd zijn, kunnen helpen." Gert Sluis knikt. "Je ziet bijvoor beeld dat er meer allochtonen naar de Rabobank komen dan naar andere banken. Zij vinden bij ons meer weerklank. De collega's zeggen: die groep is voor ons niet winstgevend, dus die houden we buiten de deur. Wij niet. Vanuit onze mentaliteit zien wij ook allochtonen echt serieus staan en proberen we hen de moge- Gert Sluis lijkheden te geven zichzelf te ont plooien." Ingeslepen £en medewerker uit Bra bant zei onlangs dat wat hem betreft de coöperatieve identiteit zich beperkt tot het aanwezig zijn op de plaatselij ke braderie en dat de Rabobank voor de rest gewoon een commercieel insti tuut is als alle andere... Gert Sluis: "Ik denk dat die man zich niet realiseert dat hij zich anders gedraagt dan zijn collega's bij andere banken. Veel gedrag dat voortkomt uit die coöperatieve traditie, is zo in geslepen, dat mensen allang niet meer beseffen dat het verschilt." Hans Ludo van Mierlo: "Dat hij aanwezig is op die braderie, is zo'n verschil. De Rabobank staat van oudsher middenin de gemeenschap. Als die gemeenschap iets organiseert, ben je daar dus bij. Ofwel letterlijk, met een kraam, ofwel door financiële middelen te verstrekken, of met ken nis of mensen. Dat is nu juist waar het om draait." Maar een coöperatie beperkt zich toch niet tot het steunen van de bra derie en de korfbalclub? Sluis: "Nee, ze draagt bij aan het goed functioneren van de mensen die bij die coöperatie betrokken zijn. De leden, de klanten en ook de mensen om hen heen. Je kunt wel zorgen dat het alleen met jouw leden, klanten goed gaat, maar als het de rest van de gemeenschap slecht gaat, dan gaat het op den duur nog mis. De intentie van de coöperatie is te zorgen dat het met iedereen goed gaat. Dan gaat het uit eindelijk ook de bank goed. Dat is zowel een ideëel als een puur com mercieel principe. Daar is volgens mij niks mis mee." De Vrieze: "Sterker nog, het een versterkt het ander. Onze coöperatie ve identiteit kan ook nog eens een keihard commercieel voordeel opleve-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'RaboMagazine' | 1997 | | pagina 6