De bank bestuurd door leden T Lokaal Centraal 'De coöperatie is uit nood ge boren, laten we oppassen dat we hem niet uit weelde verlie zen.' Met deze woorden opende kringvoorzitter J. Saaltink de najaarsvergadering van de kring Oost-Gelderland. Hij zette daarmee de toon voor de vier de ronde in de coöperatiediscussie. Hoe kunnen de leden inspraak hebben in het beleid van de Rabobank? Is een Algemene Ledenvergadering voldoende of biedt een ledenraad of klankbordgroep meer soelaas? Horen bank en vereniging bij elkaar? Is er nog wel een raad van toezicht nodig nu het bestuur meer op hoofdlijnen leiding geeft aan de bank? Heeft die verschuiving gevolgen voor de positie van de directeur? Vragen die de Raad van Beheer dit najaar aan de bestuurders en directeuren van de plaatselijke banken voorlegde. Zevenentwintig vergaderzalen in conferentiecentra en restaurants door het hele land stonden tussen eind september en half oktober in het teken van de coöperatiediscussie. Dit keer was er een hele dag uitgetrokken om de bestuurders en de directeuren van de plaatselijke banken te laten praten over het beheer van de Rabobanken. Doel van de bijeenkomsten was het verkennen van het probleemveld en inventariseren van opvattingen over mogelijke oplossingen, zodat de Raad van Beheer later met een voorstel kan komen op de Centrale Kring vergadering van 20 november dat steunt op een breed draagvlak in de organisatie. Er werden geen beslissingen genomen. De vergadering van de kring Oost-Gelderland had plaats in café-restaurant De Luifel in Ruurlo.'lk heb me wél afgevraagd toen de discussie startte of het de moeite waard was er zoveel tijd en energie in te steken. Nu is het concreet en gaat het direct om de positie die bestuur, raad van toezicht De bank is gestoeld op de verenigings structuur. Of zoals lid van de Raad van Be heer Rutten in Ruurlo betoogde:'De klant is geen middel tot winst, maar het middel punt van onze financiële dienstverlening waarbij winst nodig is voor een goede con- tinuiteit. Dit kan alleen worden gereali seerd als er goed toezicht is vanuit de leden op het bankbedrijf.' en directeur in het besturen van de coöpe ratieve bank innemen', zegt Cees Smit, di recteur van de Rabobank Zutphen en lid van het kringbestuur. Bank en vereniging bij elkaar De Raad van Beheer legde de bestuur ders en directeuren vier vragen voor. Op elke kringvergadering zette één van de leden van de Raad van Beheer uiteen welke vragen over het beheer van de plaat selijke banken beantwoord moesten wor den. In de kring Oost-Gelderland was dat Paul Rutten. De eerste vraag vond in alle kringen een éénduidig antwoord. Zijn vereniging en bank onscheidbaar en ondeelbaar? In de kringen Oost-Gelderland en ook in Mid den-Nederland Zuid -waar de foto's zijn ge- nomen- werd deze volmondig met ja be antwoord. Daarmee wordt het bestuur niet een kleine coöperatieve club mensen die met de winsten uit het bankbedrijf leuke dingen voor de lokale gemeenschap kan gaan doen. Het bestuur blijft verantwoor delijk voor de gang van zaken in de bank. Klankbordgroepen Hoe moet de medezeggenschap van leden worden georganiseerd? Dat was de tweede vraag waarover bestuurders zich in kleine groepjes bogen. De Algemene Ver gadering wordt volgens de statuten eens per jaar gehouden. De opkomst is bij het overgrote deel van de 540 banken mager. In Oost-Gelderland werd dat niet als het grootste probleem ervaren.'De opkomst bij de Algemene Vergadering zegt nog niets over de ledenbetrokkenheid. Je kunt je afvragen hoe betrokken je kunt zijn als je één keer per jaar de Algemene Vergade ring bezoekt.' Rutten opperde enkele ideeën die in de nota 'Het beheer van Ra bobanken'staan om de leden meer betrok ken te maken bij de bank. Zo kan een Ie- i

Rabobank Bronnenarchief

blad 'RaboMagazine' | 1996 | | pagina 12