Milieubeleid Rabobank in hoofdlijnen kunnen concluderen dat het milieu op dat niveau weinig aandacht krijgt. Daarom hebben we een werkgroep in het leven geroepen. Deze heeft als doel om alle medewerkers die betrokken zijn bij het kredietverleningsproces kennis bij te brengen over de vesti- gings-/milieuvergunningenregelgeving. Ik ben van mening dat door het bij brengen van kennis met name de ac countmanagers sneller vergunningen tot gespreksonderwerp zullen maken. Ook zal hierdoor het opvragen van de vergunningen bij de bestaande relaties op een commercieel aanvaardbare wijze kunnen plaatshebben.' Geerts: 'Ik onderschrijf jouw op merking dat we vanuit Rabobank Nederland relatief weinig ondersteu ning krijgen als het gaat om kennisin- stroom van milieuvergunningen. Ver ondersteld wordt dat de mensen in het veld - de relatiebeheerders en de kredietbeheerder met name - die ken nis hebben. Dat die kennis eigenlijk een onderdeel moet zijn van hun op leiding. Je moet dat dus lokaal invul len. Zelf hebben wij een extern bureau ingehuurd dat de relatiebe heerders in een cursus heeft uitgelegd hoe de milieuvergunning in elkaar zit. Dat is daarom zo belangrijk omdat vooral in de agrarische sector de mi lieuvergunningen bepalend zijn voor de verdere ontwikkelingsmogelijkhe den van een bedrijf. Wil jij als bank een serieuze gesprekspartner zijn, dan zullen je relatiebeheerders die kennis in huis moeten hebben.' Is het niet wonderlijk dat de banken pas nu werk maken van het milieu en de daarbij behorende regelgeving? Martens: 'Niet alleen bij de banken wordt het pas laat opgepakt. Onlangs zijn de resultaten van een landelijk onderzoek bekend geworden waaruit bleek dat het slecht gesteld was met de naleving van de milieuregels. Be drijven die geen milieuvergunning hadden of een vergunning die niet meer aansloot bij de aard van het bedrijf, dat soort zaken.' Geerts: 'Toch zie ik dat in Asten weinig gebeuren. Het beleid van de gemeente is behoorlijk strikt. Dus als bij ons een ondernemer wil beginnen gaat daar een behoorlijk dwingende inventarisatie aan vooraf. Wij verle nen pas krediet als aan alle vereiste vergunningen is voldaan.' Dat lijkt een vrij helder uitgangs punt. Waar ligt dan het probleem Geerts: 'Kijk, je kunt je er vanaf maken door tegen die ondernemer te zeggen: "Zorg maar dat je een gelden de milieuvergunning hebt. Dan kijken wij wel of die klopt." Maar die on dernemer verlangt meer, die wil met de bank als gesprekspartner al in een oriënterende fase praten over de vraag hoe hij gegeven de milieuwetge ving met zijn bedrijf een optimale ontwikkeling kan bereiken. Een rela tiebeheerder moet kunnen meedenken hoe bijvoorbeeld de wijzigingen in de bedrijfsopzet ingepast kunnen worden in een nieuwe milieuvergunning. En juist op dat gebied schiet de kennis nog wel eens tekort. Dat ondergraaft je positie als gesprekspartner natuur lijk.' Stel, er meldt zich een ondernemer die een bedrijf wil beginnen maar vooralsnog niet over de juiste milieu vergunning beschikt. Tegelijkertijd gaat het om een interessante klant. Krijgt hij het gevraagde krediet? Martens is heel beslist: 'Nee. Wij verstrekken pas als de ondernemer de vereiste vergunning kan overleggen.' Geerts voegt daaraan toe dat de mi lieuvergunning voorwaarde moet zijn voor de levensvatbaarheid van het be drijf en de daarop rustende financie ring. 'Gaat het om een gering krediet waarbij het niet van levensbelang is dat die milieuvergunning op orde is, dan verstrek ik toch. Ik leg dus een duidelijke relatie met het ontwikke lingsplan van het bedrijf.' Martens vindt dit wel een heel erg bancaire be nadering: 'Je maakt eigenlijk alleen een risico-inschatting.' Geerts: 'Ja maar dat is ook in het belang van het bedrijf. Eén van de elementen in het gesprek is een in schatting van de levensvatbaarheid. De Hoofddirectie en de Raad van Beheer van de Rabobank hebben in 1992 een milieu-beleidsverklaring onderschreven. Deze verklaring zegt dat het milieubeleid een integraal onderdeel van het onderne mingsbeleid is, dat het voorziet in een milieuprogramma per organisa torische eenheid én dat de voorbereiding en uitvoering van het milieu beleid zowel in het reguliere overleg als in het vertegenwoordigend overleg aan de orde komen. Fer Koehorst is Hoofd Advisering Handel, Industrie en Dienstverle ning bij Rabobank Nederland. Hij wijst op de onlangs opgerichte be leidswerkplaats Duurzame Ontwikkeling, waarin naast het streven om tot heel concrete projecten te komen milieu en economie ook een rol spelen.'Eigenlijk de 'denktank' waarover Martens en Geerts het heb ben/zegt hij.'ln 1992 is overigens ook een uitvoerige milieudocumen- tatie samengesteld voor de lokale banken. Dit informatieve pakket was voornamelijk bedoeld om het bewustwordingsproces te bevorderen. Maar met name door wetswijzigingen is deze documentatie nu niet meer actueel.' Koehorst beaamt dat de in het tweegesprek aangeroerde milieu problematiek inderdaad sterk situationeel is bepaald:'Belangrijk zijn in dit verband: het type bedrijf, de branche alsmede de locatie.' Volgens hem concentreren de risico's voor de Rabobankorganisatie zich met name in de agrarische sector.'Daar besteden we veel aandacht aan. De HID-markt is echter aanzienlijk heterogener van karakter dan de agrari sche markt. Bovendien is regelmatig sprake van nieuwe ontwikkelin gen op het gebied van het omgaan met milieuproblemen door de cen trale overheid en is er ook sprake van een toenemende delegatie van bevoegdheden naar lokale overheden. En dat maakt het weer moeilijk om een algemeen geldende documentatie op te stellen. Daarom heb ben wij voor de HID-bedrijven ervoor gekozen ten behoeve van de loka le banken drie informatiebronnen te gebruiken: een milieuparagraaf in de Bedrijfstakdocumentatie, een infodesk, die vragen kan beantwoor den of doorgeleiden én individueel advies, hetzij door de branche-advi seur hetzij door een jurist.'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'RaboMagazine' | 1996 | | pagina 9