vC'B
Als je weet dat daar dyna-
Q v miet onder ligt in de
wV vorm van een ondeug-
(Qkdelijke milieuvergun-
4# G\ ning, moeten we adviseren
het niet te doen.'
Komt bet weieens voor, zowel in
Asten als in Eindhoven, dat wordt ge
zegd: sorry maar dit gaat om milieu
redenen niet door
Geerts (terwijl Martens instem
mend knikt): 'Ja, dat komt voor. Dan
denk ik aan een ondernemer die het
bedrijf van zijn buurman wilde over
nemen. Hij had er allerlei plannen
mee maar die konden niet doorgaan
omdat ze in strijd waren met de mi
lieuvergunning. Dus hebben wij nega
tief geadviseerd en uiteindelijk is de
overname ook niet doorgegaan. De
zaak is dus afgeketst op grond van
het niet kunnen verkrijgen van die
vergunning. Als ik louter bancair had
gekeken, had de financiering mis
schien wel kunnen doorgaan, gezien
de waarde van het bestaande bedrijf
o en van de onroerende zaken.'
Martens: 'Nee, dat doen we niet.
Maar als het om onze verantwoorde
lijkheid gaat, wil ik toch nog eens be
nadrukken dat er wat mij betreft een
onderscheid bestaat tussen oude en
nieuwe relaties. In het laatste geval
kun je dat hele milieuverhaal vanaf
het begin meenemen terwijl het bij
een bestaande relatie toch anders ligt.
Best mogelijk dat hij voor een milieu-
Martens: 'Stel dat de klant zegt: ik
ga gewoon door. Zou je de relatie dan
toch opzeggen?'
Geerts: 'Dat denk ik wel. Als je
het bancaire risico zodanig inschat
dat je zegt: ik loop te grote risico's op
het moment dat het bedrijf stilgelegd
wordt - want de echte cash flow valt
dan weg en de waarde van de onroe-
je als bank kijken: wat is mijn risico
positie op het moment dat die milieu
vergunning keihard in orde moet zijn?
Is de conclusie dat het bedrijf niet
meer levensvatbaar is, dan is het ad
vies aan de ondernemer: stoppen.'
Geerts: 'Uit een gevoel van verant
woordelijkheid voor het milieu? Nee,
daar gaan we niet te ver in. Die ver
antwoordelijkheid ligt, vind ik, pri
mair bij de ondernemer. Wij voeren
geen milieubeleid.'
Martens:'Dan kijk je heel duidelijk
naar de continuïteit van het bedrijf.
De ondernemer in kwestie kan die
overname natuurlijk doorzetten. Hij
kan gewoon zijn activiteiten starten,
maar daar hangt dan wel het zwaard
van Damocles boven. Dat de over
heid ingrijpt en zegt: "Sorry maar u
bent in overtreding. U zult het bedrijf
moeten sluiten." En dan zit jij na
tuurlijk met je bancair risico. Want
dan heb je een krediet verstrekt en
gaat het bedrijf ineens naar de knop
pen. Stel dat Milieuinspectie de mi
lieuvergunning wil zien en de klant
kan die vervolgens niet tonen. Wat
doe jij dan?'
Geerts: 'Ik herinner me een geval
waarbij een bedrijf zich volledig had
ingericht op het houden van legkip
pen terwijl het beschikte over een mi
lieuvergunning voor slachtdieren. Om
de bedrijfsopzet in overeenstemming
te brengen met de milieuvergunning,
moest er dus óf worden geïnvesteerd
óf worden doorgemodderd, met het
risico dat op een goede dag de
Milieuinspectie zou langskomen - en
die komt, gegarandeerd - met als ge
volg sluiting van het bedrijf. Dan ga
rende zaken is zodanig dat ik er met
mijn hele bancaire positie niet uit
spring - dan ga je opzeggen.'
Martens wil weten hoever je ver
antwoordelijkheid als bank gaat.
Voorbeeld: een relatie kan al langer
lopen, maar na verloop van tijd blij
ken bepaalde zaken niet te kloppen.
Geerts scherpt dit nog aan: in het ver
leden was het milieu-aspect immers
nog niet zo aan de orde. Volgens
Martens getuigt het juist dan 'van een
bepaalde zorgvuldigheid van de kant
van de bank om de vraag te stellen:
moeten we op dit moment stoppen of
moeten we niet nog eens kijken of er
toch nog mogelijkheden liggen.'
De vraag blijft: waar is bet milieu
in dat hele verhaalKomt er een mo
ment dat de bank zegt: vanuit mi
lieu-oogpunt loopt dit bedrijf zo te
knoeien dat het, hoewel financieel
gezond, van ons geen krediet meer
ontvangt
investering komt te staan die ten
koste gaat van een stukje rentabili
teit, dat hij daardoor een tijdje in een
wat zwakkere financiële positie komt
te zitten. Dan zeg ik: voor bestaande
relaties doen we wat extra's, nemen
we tijdelijk genoegen met wat min
der.'
Geerts vindt dit 'puur continuï-
teitsdenken.' Zowel bank als klant
vragen naar een perspectief. Als dat
er is, kun je vooruit. 'En ik ga met
mijn collega mee als hij zegt: bij be
staande klanten moet je je wat verder
uitrekken.'
Feit blijft dat er altijd bedrijven
zullen zijn die een loopje willen
nemen met het milieu. Denk aan het
geval TCR (Tank Cleaning Rotter
dam). Hoe ga je daarmee om?
Martens doet er nog een schepje
bovenop: 'Het zijn ook nog rendabele
klanten.'