Een coöperatie is een organisatie van mensen en dus moeten die mensen worden gehoord oplopen tot vijftien en dus zijn er, meestal onder werktijd, ook nog de nodige telefoontjes af te handelen. Tot slot staan -meestal buiten werk tijd- ook regelmatig bezoeken aan banken op het programma, bijvoor beeld om een ondernemingsraad te (helpen) beginnen. Idealisme p>e Ruijter heeft onlangs eens geturfd hoeveel tijd ze voor de regiocommissie in de weer was en dat bleek bijna een dag in de week te zijn, ongeveer acht uur. Van die acht uur vallen er tweeëneenhalf onder kan tooruren; de rest moet uit haar vrije tijd komen en dat betekent vaak 's avonds bezig zijn. De Ruijter: 'Het is goed dat te bedenken voordat je je kandidaat stelt. Je moet er voor hon derd procent achter staan en over het nodige idealisme beschikken, anders red je het nooit.' Ze prijst zich geluk kig met een man die haar voor de volle honderd procent steunt en be reid is huishoudelijke activiteiten van haar over te nemen. Bovendien krijgt ze alle medewerking van haar werk gever. Zij zelf houdt haar directe col lega's goed op de hoogte. Bol vindt het vanzelfsprekend dat de bank in Breda een bijdrage levert op het vlak van medezeggenschap. 'Ondernemingsraad, regiocommissie en CAAR zijn belangrijke organen voor zowel werkgever als werknemer. Mensen denken weieens dat het om twee contrasterende partijen gaat maar zo zie ik dat niet. Een coöpera tie is een organisatie van mensen en dus moeten die mensen worden ge hoord.' Ooit is berekend dat 7,5 procent van de werktijd voldoende zou moe ten zijn om het lidmaatschap van de regiocommissie naar behoren te kun nen vervullen. Volgens De Ruij ter is dat hoe dan ook te weinig en gebaseerd op verouderde uit gangspunten. De vergoeding, die de bank ontvangt voor het 'afstaan' van een medewerker ten behoeve van de regiocom missie, is gebaseerd op die 7,5 procent. Werkt dat ook in de praktijk? De Ruijter: 'Wat je toch veel ziet, is dat wordt ge zegd: prima dat je voor de re giocommissie werkt maar doe het zo min mogelijk onder werktijd. Om dat makkelijker te maken, vergoeden de meeste banken die 7,5 procent door naar de medewerkers. Het klopt natuurlijk niet maar aan de an dere kant, voor de dag dat ik weg ben, kan de bank niet even een andere kantoormanager in huren. Dus dat men ernaar streeft werkzaamheden voor de regiocommissie zoveel mogelijk naar de vrije tijd te verschuiven, kan ik wel begrijpen.' Geven en nemen Volgens Bol is het een kwestie van geven en nemen. 'Ook al zou de bank die 7,5 procent vergoe ding niet ontvangen, dan nog zou ik mijn medewerkers stimuleren zitting te nemen in OR of regiocommissie of CAAR. Het komt er in feite op neer dat we allemaal -dat wil zeggen bank, medewerker en de Rabobankorgani- satie als geheel- ons deel moeten leve ren. De bank door op zijn tijd iemand onder werktijd te laten gaan, de me dewerker door behoorlijk wat vrije tijd te investeren, meer in ieder geval dan die 7,5 procent doorvergoeding rechtvaardigt, en de organisatie door die 7,5 procent te betalen. Zolang je er maar flexibel mee omgaat, vind ik de huidige regeling best aardig.' Het wordt wat anders als het re giocommissielid ook nog eens de CAAR-vergaderingen moet gaan be zoeken. Ben je lid van beide dan be draagt de vergoeding 15 procent. De Ruijter is daar in november '95 mee gestopt. Voor haar verdriedubbelde het aantal vergaderingen. Ze kon dat niet meer combineren met haar werk. Haar werkgever heeft overigens geen druk uitgeoefend met het CAAR-werk te stoppen. Gezien de (vele) tijd die regiocom missie en CAAR opeisen, lijkt het niet voor elke medewerker weggelegd zich kandidaat te stellen. Volgens Bol zijn het met name de meer commerciële functies die zich minder lenen voor een combinatie met werk in regio commissie en CAAR. Voorzover niet al een natuurlijke selectie plaatsheeft, is aan de kandidaatstelling een inten tieverklaring verbonden. Daarin ver klaart de directeur met de kandidaat stelling akkoord te gaan om zo pro blemen in een later stadium te voorkomen. De Ruijter relativerend: 'Zo'n intentieverklaring is gauw gete kend. Ik denk trouwens dat in eerste instantie niet de directeur zich over de kandidaatstelling moet uitspreken maar de chef van de betrokken mede werker. Want de chef heeft er het eerst en het meest mee te maken.' De zittingstermijn van de leden van regiocom missies en CAAR loopt eind dit jaar af. Sommi gen leden zullen zich opnieuw beschikbaar stel len, anderen niet. Er bestaat al een aantal vaca tures doordat zich tussentijds mensen uit commissies en CAAR hebben teruggetrokken. Er zal een aantal stoelen vrijkomen en belangstel lenden daarvoor kunnen zich tot eind septem ber als kandidaat aanmelden (zie ook de bro chure die in deze RaboMagazine is bijgesloten). Waar meer kandidaten zijn dan plaatsen zullen in oktober verkiezingen plaatshebben. De kan didaatstelling en eventuele verkiezing betreft de vijf regiocommissies. Deze commissies kie zen elk uit hun midden drie afgevaardigden voorde CAAR.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'RaboMagazine' | 1996 | | pagina 25