'Collega's stinkend jaloers 'Ik ben een echte leesfanaat', bekent Harko Sta- vasius, commer cieel directeur bij de Rabobank Al- mere. Volgens mijn vrouw zelfs van de ergste soort. Ik heb twee studies gevolgd: Nederlandse landbouw en bedrijfskun de, overigens een ideale combinatie als je bij de Rabobank werkt. In die tijd verdiende ik bij, door boekrecensies te schrijven die in bibliotheken als samen vattingen worden gebruikt. Daarvoor moest je van de hele vakliteratuur goed op de hoogte zijn. Ook later ben ik dat nog een tijd blijven doen. Ik had er ge woon plezier in om de ontwikkelingen goed bij te houden, en had daar ook profijt van bij alles wat er in mijn werk op me afkwam. Maar langzamerhand kreeg ik behoefte aan meer structuur. Een van de redenen om me voor de MBA-opleiding aan te melden.' Stavasius startte begin dit jaar in Rotterdam, samen met negentien collega's van grote banken, Interpolis en Rabobank Nederland. 'Almere is met een balans totaal van 750 miljoen gulden - 200 miljoen off-balance niet meegerekend - de jongste grote bank van Nederland', vertelt hij. 'In december bestaan we 20 jaar. Wij zijn de leidende bank in deze snelgroeiende stadsomgeving, maar het is wat je noemt bankieren op de milli meter. Het is ook superdynamisch. Bij alle toekomstplannen die er voor Al mere zijn heb je als management echt een gestructureerd theoretisch kader nodig om de ontwikkelingen voor te blijven. Studeren blijkt trouwens bij ons aanstekelijk te zijn. Acht medewer kers volgen een Heao-opleiding en drie of vier anderen een universitaire studie. Dat zijn mensen die zien dat we ook in de toekomst aan de top van de markt willen blijven staan. Ons opleidingsbud get is dan ook driemaal zo hoog als nor maal. Op examendagen moeten we soms noodgedwongen kantoren sluiten. Ook Stavasius moet door zijn regelmatige afwezigheid het zelfde werk in minder tijd zien te doen. 'Ik moet mijn dagen veel strakker vol- plannen. De afstemming gaat nog wel eens staccato en tot management by walking around komt het niet vaak meer. Maar dat past wel bij Visie '98: de managers moeten hun autonomie waarmaken. Je hebt het dan wel druk ker, maar op die twee dagen in Rotter dam is die stress er niet. En je krijgt een nieuw netwerk van collega's, die heel open zijn met veel begrip voor el kaar. Dat is niet alleen heel leerzaam, maar het werkt ook louterend. Wat me echt tegenvalt is de beno digde studietijd. In het ene studieboek lees ik in een uur 30 pagina's, maar in andere zijn dat er soms maar zes. De tijd die ervoor staat blijk je ook echt nodig te hebben; daarin had ik me be hoorlijk vergist. Op sommige vakken, zoals statistiek, zat ik eerlijk gezegd niet echt weer te wachten. Wat ik er nog van wist viel bar tegen, en ik was niet de enige. Maar het wordt zo gege ven dat je er direct veel aan hebt, met veel verbindingen naar je dagelijkse praktijk. Ook daardoor is de studie al leszins de moeite waard. Maar dat laat ste is geloof ik wel bekend. Van som mige collega-directeuren merk ik ten minste dat ze stinkend jaloers zijn...' noten hebben. Van Rooy: 'Het is een heel heterogene club van mensen uit allerlei onderdelen van de organisatie. Dat maakt het hartstikke leuk. Je krijgt inbreng uit veel verschillende hoeken. Het contact is boven ver wachting intensief, en er wordt heel open gepraat. Niemand is bang om door het ijs te zakken.' nieuwe dingen. Als ik nu terugkijk op reorganisaties die ik heb begeleid, dan zie ik onze manier van werken wel in de literatuur terug, maar ook dat er andere manieren zijn om het te doen. Dat is een hele verrijking.' Ook hebben Van Rooy en Van Ee gemeen dat ze veel aan hun studiege- 'Dat is bij ons net zo', reageert Van Ee. 'In de vakantie heb ik mijn studie genoten gemist. Allemaal werken ze bij de Rabobank, dus je weet waar de ander over praat - wat voor de docent trouwens soms wel eens lastig is. Als je moe wordt, peppen ze je wel weer op. Op een gegeven moment wilde er één zelfs stoppen, maar die is door de klas gemotiveerd om door te gaan. Zelf heb ik er over gedacht om over te stappen naar bedrijfseconomie, omdat dat meer in het verlengde van mijn werk zou liggen. Maar ik weet niet of ik dan weer in zo'n leuke groep terecht kom.' zo zijn eigen manier om tijd vrij te maken voor de studiedagen en het huiswerk. 'Die twintig uur per week voor de opgaven moeten érgens van daan komen', begint Van Ee. 'Ik kan dus soms 's avonds niet weg omdat ik moet studeren. Met mijn vriendin heb ik dat tevoren goed doorgesproken. Zij wacht nu met het vervolg van haar studie tot ik klaar ben. In de tus sentijd ben ik ontheven van huishou delijke taken - dat is een bijkomend voordeel! Op het werk merk ik dat mijn baas erachter staat dat ik stu deer, en ik kan bij hem aankloppen als het soms eens moeilijk is om een vrije dag te regelen. Na de zomer gaan we 36 uur per week werken. Dan krijg ik het wel drukker. Dat Bankieren op de millimeter Louterend netwerk Méér dan 36 uur yan twee heeft

Rabobank Bronnenarchief

blad 'RaboMagazine' | 1996 | | pagina 10