Bankdirecteuren en hun gasten wor den voor even weer jongens, als ze een dag mee mogen rijden in deTourde France, als invité special. Het is een droom die werkelijkheid wordt. Vooral als de man aan het stuur een oud renner is, die veel over zijn eigen erva ringen in de Grande Bouclé kan vertel len. De hoogste vorm van 'hospitality', een vorm van relatiemarketing. In de komende Tour voor de Rabobank ver zorgd door Peter Winnen. lukkige botsing met een auto, zijn loopbaan als beroepswielrenner. Intellectuelen Tijdens zijn loopbaan bleek Winnen zich niet alleen met hardfietsen bezig te houden. De sport was nog niet geheel verlost van de be denkelijke faam een aangelegenheid voor hersenloze krachtpatsers te zijn. Winnen kreeg door de wielerpers het stempel opgedrukt met renners als Fignon en Maarten Ducrot tot de in tellectuelen van het peloton te beho ren, omdat ze wel eens een literair verantwoord boek bij zich hadden. Dit imago beviel Winnen maar matig, hij vond het niet zo bijzonder om Maarten 't Hart te lezen. Feit was dat hij een relativerende kijk op het wie- Iermétier ontwikkelde. Nadat hij ge stopt was nam hij afstand van de sport, om zich te werpen op een liefde waar hij al die jaren niet aan toe geko men was. Hij schreef zich in op de ospitality In het begin van de jaren tachtig reed een almachtig heerser rond in het pe loton: Bernard Hinault. De Breton had de Tour de France al twee keer ge wonnen: in 1978 en 1979. In 1980 moest hij de strijd opgeven door een knieblessure en ging de zege eindelijk naar Joop Zoetemelk. Het jaar daarna diende zich een nieuw Nederlands talent aan: Peter Winnen. Als Tour-debutant vestigde hij in 1981 in één klap zijn naam als klimmer met een fraaie zege op Alpe d'Huez. In 1982 won hij opnieuw een Alpenetappe, na een historisch duel met Johan van der Velde, in de zware rit van Alpe d'Huez naar Morzine. Winnen eindigde dat jaar als vierde in het eind klassement en werd gebombardeerd tot favoriet voor een Tourzege. Botsing jn 1983 herhaalde hij zijn kunststuk van twee jaar eerder door andermaal te zegevieren op Alpe d' Huez. In Parijs stond hij als derde op het podium, naast de debuterende winnaar Laurent Fignon en de Span jaard Angel Arroyo. Het werd Win- nens beste eindklassering in de ronde. De rossige Limburger kende inmid dels zijn beperkingen: hij was een ma tige tijdrijder en moest het in dit spe cialisme steeds weer afleggen tegen all-rounders als Hinault en Fignon. Winnen bouwde voort aan een zeer verdienstelijke erelijst. In 1990 werd hij Nederlands Kampioen. Het jaar daarna beëindigde hij, na een onge- kunstacademie in Arnhem en begon te experimenteren met uiteenlopende kunstvormen. Terug in karavaan Gaandeweg vertoonde Winnen zich toch weer als volger in de karavaan. Vorig seizoen toonde hij zich bereid om af en toe de gasten- wagen te besturen voor WordPerfect, de ploeg van Jan Raas, zijn oude ploegleider. De voormalige publici- teitschef Harry Jansen benaderde hem begin dit seizoen met de vraag of hij zich structureler met de mobiele hos pitality bezig wilde houden. De Rabo bank wilde een echte kenner in de per soon van een grote oud-wielrenner. De kleine Peter Winnen hapte toe. In isolement Hij ]egt uit: Tk had er niet zo bij nagedacht, dat zoiets bestond, met die hospitality. Ik had me een jaar of vijf teruggetrokken uit de wieler- wereld. Ik werd al die tijd steeds weer gebeld voor interviews. Daar had ik niet zo'n trek in, omdat ik geen wiel renner meer was. Het begon me te

Rabobank Bronnenarchief

blad 'RaboMagazine' | 1996 | | pagina 6