TOUR DE TOUR DE FRANCE Erik Breukink: Voor de tiende keer komt hij aan de start van de Tour de France. De dagen dat hij mee telde als favoriet voor de eind zege zijn voorbij.Toch bereidt Erik Breukink (32) zich weer met grote ernst voor. De erva ring heeft hem geleerd: 'Je moet je niet te druk maken.' q^NWM-i unni "\mwuj an un Als voorbereiding startte Breuk ink ruim een maand voor de Tour in de Bicicleta Vasca. Dat betekende veel bergop in het Baskenland. Na de Spaanse vijfdaagse volgden voor hem nog de Ronden van Luxemburg en Zwitserland. Hij zegt: "Bij Panasonic heb ik een paar keer de Giro d'Italia gereden voor de Tour. Bij PDM later deed ik de Tour Dupont in Amerika, de Ronde van Asturias in Spanje en de Ronde van Zwitserland. Het is moeilijk te zeggen wat de ideale voorbereiding is. In de eer ste jaren vond ik die combinatie van Giro en Tour wat veel. Het verschilt van persoon tot persoon. Er zijn renners die De harde competitie nodig hebben, maar je kunt ook kapot uit Italië komen. De tijd om te herstellen is dan te kort. Voor mij is het beter om die competitie op te doen in twee of drie wedstrijden van een dag of zes.' Fris aan de start Tussen de Baskische Ronde en die van Luxemburg trainde hij acht dagen dicht bij huis. Hij werkte drie dagen af van zes uur, pure duurtraining over 200 kilometer, solo, of met ploegmakker Adri van der Poel. Van Kalmthout naar Baarle- Nassau en dan weer terug via Breda. De andere ritten waren korter, zo'n 100 kilometer, meer gericht op kracht. Na het Nederlands Kampioenschap, een kleine week voor de Tour gaat het weer anders. Breukink: "In die dagen doe je nog één goeie training. Het gaat er dan vooral om om fris aan de start te komen.' Hij begon dit jaar met de schema's van inspanningsfysioloog Adrie van Diemen, maar liet die los. Hij legt uit: "Dat lag niet aan die schema's. Als je denkt dat het niet lekker loopt moet je daar niet mee blijven sukkelen. Dan moet je je eigen kop volgen. Na elf jaar weet je het wel.' Ook mentale zaak Breukink reed een slecht voorseizoen, als gevolg van ziekte. Hij had er moeite mee, maar raakte niet helemaal van zijn stuk. Hij zegt: "Na de klassiekers had ik twee weken rust. Ik sta er weer fris tegen over. Dat ik slecht was is achter de rug. Voor de Tour ga ik me daar niet meer druk over maken. Ik voel me een stuk beter dan in het voorjaar.' Hij hoeft geen uitgebreide studie meer te maken van het Tour-schema. "In de jaren dat ik nog echt voor het klassement reed gingen we bergetap pes verkennen. Ik kijk nu nog wel naar het schema, maar ik weet waar de zwaartepunten liggen. Het is ook een mentale zaak: je moet zo ontspan nen mogelijk blijven.' ofvoorraad per dag van. In een rit van 200 kilo meter eten ze zo'n acht taartjes met gevarieerde vruchten, mueslirepen en een paar broodjes, die we vullen met pudding. Die broodjes en taartjes kopen we onderweg, maar we hebben ook veel in de diepvries van onze bus. We hebben ook veel frisdrank bij ons voor direct na de koers. De koolhy draten en de suikers, dat is de beste brandstof. Ze gebruiken tussen de 5.000 en de 9.000 caloriëen. Dat is bijna niet bij te eten. Daarom geven we ze ook Isostar Longenergie mee, heel zwaar geconcentreerd in de bi dons, belangrijk om de suikers op te voeren. Goed, gevarieerd en veel eten en drinken. Het is onontbeerlijk in de Tour de France. Het gaat ten eerste om brandstof, niet om culinair genot. Verzorger Ton van Engelen geeft toelichting op de volle boodschappenlijst voor een zwaar menu. Van Engelen (45) is oud-keeper van PSV, hij stond in het doel toen PSV de UEFA-cup veroverde. Hij gaat voor de negende keer als verzorger naar de Tour. Hij vertelt: "Om te beginnen nemen we Iso star mee, in poedervorm. Daar maken we energiedrank van. We hebben ook Fantomalt bij ons, ook in poedervorm. Daar zit veel eiwit in. Dat spul is speciaal uitgedokterd op de Universiteit van Maastricht. En verder gebruiken ze Dextro-energie en Extran. Daar nemen ze er zo'n drie

Rabobank Bronnenarchief

blad 'RaboMagazine' | 1996 | | pagina 38