Pensioeninformatie
Een paar van de belangrijkste aanbevelingen:
-Laat de deelnemers zelf hun pensioenleeftijd kiezen tussen 55 en
70 jaar;
-Sta toe dat bij doorwerken na dè pensioen(richt)leeftijd het pensioen
hoger wordt (tot een maximum van 100 procent van het inkomen);
-Open de mogelijkheid voor een variabele pensioenuitkering. Met
andere woorden het uit te keren pensioen mag van jaar tot jaar
onder bepaalde voorwaarden in hoogte verschillen;
-Maak deeltijdpensioen vanaf 55 jaar mogelijk (in overleg met
de werkgever).
In de zomer van het verslagjaar werden 1.500 vrouwelijke
deelnemers aan het pensioenfonds persoonlijk benaderd. Zij hadden
in 1982 de keus tussen een pensioengerechtigde leeftijd van 60
of 65 jaar en kozen voor 60 jaar. Het Europese Hof van Justitie
bepaalde echter in 1994 dat er geen verschil meer mocht zijn in
de pensioenleeftijd van mannen en vrouwen en verwees voor zijn
beslissing naar het EG-verdrag waarin gelijke behandeling van
mannen en vrouwen voor gelijke arbeid is geregeld. Dat betekende
voor de betrokken vrouwelijke deelnemers dat hun pensioen
gerechtigde leeftijd op 1 juli werd gewijzigd in 65 jaar.
Het Fonds informeerde in het verslagjaar deelnemers en werkgevers
onder meer over het Reglement Interne Beroepsprocedure en de rol
van de Ombudsman Pensioenen.
Uit onderzoek onder uitkeringsgerechtigden bleek, dat deze positief
oordeelden over de dienstverlening en informatieverstrekking van
het Fonds. Bij het ontwikkelen van een nieuw jaarlijks informatie
bulletin is zoveel mogelijk rekening gehouden met de opmerkingen
en wensen van de uitkeringsgerechtigden.