Integratie met Interpolis
Al enige jaren vroeg men zich op diverse plaatsen binnen de Rabo-
bankorganisatie af of een samengaan op pensioengebied tussen het
Rabobank Pensioenfonds en Interpolis - een bijna honderd procent
dochter van Rabobank Nederland - niet wenselijk zou zijn. Een
voor de hand liggende vraag, want beide bedrijven richtten zich op
pensioenvoorzieningen. Dat een of andere vorm van samenwerking
zou kunnen leiden tot een zeker voordeel lag in de lijn van de
verwachtingen. Kostenverlaging, efficiëntere werkwijzen en een
sterke positie van de Rabobankorganisatie op de pensioenmarkt
lagen in het verschiet.
Voor het Fonds was vooral de vorm van integratie van groot
belang. Het Fonds moest er duidelijk voordeel bij kunnen behalen
en het Bestuur wilde er ook zeker van zijn dat het niveau van
dienstverlening en voorlichting voor de deelnemers, de werkgevers
en de gepensioneerden gehandhaafd bleef en verder ontwikkeld kon
worden. Daarnaast was er de zorg voor de medewerkers van het
Fonds. Ook hun belangen moesten nauwlettend worden bewaakt.
Met deze uitgangspunten voor ogen besloot het Bestuur op
8 februari 1995 een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheden
van een vergaande samenwerking. Ook werd besloten om gebruik
te maken van de diensten van een extern adviesbureau.
Gedurende het hele verslagjaar werden de medewerkers van het
Fonds doorlopend en zoveel mogelijk persoonlijk op de hoogte
gehouden van de vorderingen. Er vond overleg plaats met de
vakbonden en het Sociaal plan van de Rabobankorganisatie werd
aangepast aan de wensen en behoeften van de medewerkers van
het Fonds.
Al in een vroeg stadium bleek, dat het Fonds bij een samengaan
met Interpolis een aanzienlijke kostenbesparing kon realiseren. Ook
aan de andere voorwaarden van het Bestuur kon worden tegemoet
gekomen. Na regelmatig overleg met de Hoofddirectie en na