0©®© Henk Iteswaard: Uitbreiding werk gelegenheid? Pierre Derksen: Tevreden met nieuwe rooster Henk Ietswaard (45), accountmanager vermogens- advisering van de Rabobank Harderwijk-Ermelo- Putten, heeft er steeds minder vertrouwen in dat de 36-urige werkweek haalbaar is voor de meer commerciële functies. Weliswaar heb ik naast der tien roostervrije dagen recht op één vrije middag in de twee weken. Maar de laatste twee maanden heb ik die niet meer opgenomen omdat ik teveel werk heb.' Zou uitbreiding van de werkgelegen heid dan niet de oplossing zijn'Ik geloof daar niet zo in. Op het niveau van commerciële dienst verlening trek je niet zomaar even mensen aan.' Ietswaard ervaart ook een toename van de werk druk en vreest een cumulatie van niet-opgenomen vrije dagen. 'Laatst las ik ergens dat overwogen werd die dagen dan maar uit te betalen. Als voor zitter van de ondernemingsraad zeg ik dan: waar blijf je met je herbezetting?' Zijn vrouw, Hennie letswaard-Morren, werkt bij dezelfde bank, in de commerciële ondersteuning relatiebeheer. Zij is weer wel erg blij met de 36- urige werkweek die haar, naast dertien roostervrije dagen, een vrije middag in de twee weken heeft opgeleverd. Zij ervaart het als een luxe. Tegelijkertijd heeft ze er begrip voor dat haar man op zijn vrije middag vaak blijft doorwerken. Ik heb liever dat hij zijn vrije middag opoffert dan een deel van zijn avonduren.' 'Of ik duidelijk herkenbare vrije tijd over houd. Jazeker. Sinds ik op woensdag vrij ben, kan ik bij voorbeeld mee naar de aqua-aerobic. Dat deed mijn vrouw altijd alleen maar nu doe ik gezellig mee.' Pierre Derksen (53), hypotheekadviseur bij de Rabobank Heerlen-Hoensbroek-Brunssum, is tevre den met zijn nieuwe rooster. Sinds 1 maart werkt hij de ene week vier dagen van negen uur, de ande re week op maandag en vrijdag van 9.30 tot 16.30 uur, op dinsdag en donderdag van 10.30 tot 20 uur en op zaterdag van 10 tot 14 uur. Dat 's avonds werken is geen probleem voor hem ('Deed ik vroe ger ook regelmatig') maar op zaterdag, dat valt hem zwaar. 'Laat ik het zo zeggen: de vrijdagavond was altijd mijn uitgaansavond dus dat is nu wei eens moeilijk.' Over het geheel genomen heeft hij echter geen problemen met de nieuwe situatie. En elke woensdag vrij, Derksen vindt het een 'heerlij ke onderbreking' Zijn vrouw, Maria Derksen-Braun, zegt het hem na. 'De zaterdag deden we toch al niet zo gek veel dus dat hij dan af en toe moet werken, is niet zo'n punt. Maar die woensdag vrij, daar profiteren we allebei van. We hebben nu meer de tijd aan onszelf. Dat hij nu een paar dagen pas na achten thuiskomt, vind ik niet erg. Ik heb me daarop ingesteld en op die dagen krijgt hij warm eten mee naar kantoor. Kan hij het in de magnetron daar opwarmen.' naar de klanttevredenheid. Overigens moet je met de uitslag daarvan voor zichtig zijn want stel, je hebt nu een klanttevredenheid van zeventig pro cent en straks blijkt die nog steeds ze ventig procent. Dan kun je wel zeg gen: we zijn er niet veel mee opge schoten maar je weet evenmin wat er gebeurd zou zijn als je de zaterdag was dicht gebleven. Voor mij staat voorop: ik ga er alles aan doen die klant meer dan zeventig procent tevre den te houden. Mits het enigszins ren dabel te doen is natuurlijk.' Otten: 'Ja maar het gaat erom: welk type klant zien we op zaterdag? Dat is niet de zakelijke klant bijvoor beeld. Die werkt op zaterdag.' Vos: 'Je moet niet overdrijven. Dat is afhankelijk van het werkgebied.' Otten: 'In Amsterdam zien we hem in elk geval niet. Dus het is die parti culier die op zaterdag zijn kastransac tie komt doen en een enkeling die een hypotheek- of een financieel advies wil hebben. Daarvan zeggen wij als OR trouwens: wat zijn we toch weer statisch bezig. We zouden naar die klant toegaan, pro-actief en nu gaan we toch weer op die kantoren zitten. Nee, we moeten op de plek zijn waar ze ons nodig hebben. Plan nou je af spraken op de zaterdag en maak ge bruik van het kantoor in het gebied waar je nodig bent. We hebben ons Minervaplein. Daar komt eigenlijk he lemaal geen kastransactie tot stand. Ik overdrijf maar grosso modo. In die buurt zit een type klant met een sterke behoefte aan financieel advies en dan heel breed. Ik zeg: doe dat kantoor nou toch niet helemaal open met een volle bezetting. Spits het puur toe op de vraag die in die omgeving leeft en laat een adviseur zijn afspraken op dat kantoor plannen.' Vos: 'Je hoort een hoop gesputter in Raboland. Al die veranderingen, zegt men dan, het gaat zo snel en kan het niet wat minder. Ik ben van mening dat het absoluut niet minder kan en dat het eerder sneller moet, om dat eigen gezicht te krijgen, die eigen posi tionering. Want we zijn nu toch ge woon een eenheidsworst met alle an dere banken, we stellen niks voor. Dat een deel van het personeel, van hoog tot laag, inclusief het management, problemen heeft met de aanpassing, is juist. Daar wordt nu ook hard aan ge werkt. Als je kijkt naar notities als 'Op weg naar nieuwe arbeidsverhou dingen' en 'Management op weg naar 2000', die leggen allemaal de vinger op de zere plek. Laat ik het naar mijn eigen situatie vertalen. Stel, ik kan de ontwikkelingen niet meer volgen en het komt er uiteindelijk op neer dat er voor mij als directeur geen plaats meer is. Dan pas ik me daaraan aan, dan vind ik wel een andere uitdaging. Zo zou iedereen moeten denken. Als je praat over een kanteling van de or ganisatie - en dat doen we, kijk naar Visie '98 - die kanteling zit vooral tus sen de oren. Vaste zekerheden voor het leven, dat is achter de rug, voor- bi].'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'RaboMagazine' | 1996 | | pagina 26