7 8 10 een tulp, een leeuw of een afbeelding van koningin Beatrix. Het wordt een decimaal stelsel, dus met munten van I, 2 en 5 euro en bankbiljetten van 10, 20, 50, 100 euro enz. Er komen geen biljetten van 25 of 250 euro; ook komen er geen munten van 25 of 250 eurocent. Wel keert de (euro-)cent terug. 6 Wat zijn de gevolgen voor bijvoorbeeld hypo theken, spaarrekeningen en pensioenen Op dit moment wordt gewerkt aan een wettelijke regeling die voorziet in het omzetten in euro's van alle financiële contracten die vóór de invoering van de euro zijn afgesloten en doorlopen na de invoering. Voor een hypotheek betekent dit dat de bedragen veranderen, maar de waarde van het contract en de afgesproken vaste rente niet. Voor spaargeld gaat hetzelfde op. Ook hier veranderen slechts de bedragen, maar de rente en de koopkracht van het geld niet. Ook de waarde van pensioenen die nu in guldens wor den opgebouwd maar straks in euro's worden uitbetaald, blijft ongewijzigd. Omdat de euro waarschijnlijk rond de twee gulden waard zal zijn, zullen de bedragen dus ongeveer worden gehalveerd. Maar omdat prijzen ook zullen worden gehalveerd, heeft dit geen gevolgen voor de koopkracht. Voor huurovereenkomsten, verzekeringen, arbeidsovereenkom sten e.d. gaat eenzelfde redenering op. De euro maakt niemand armer of rijker; bet is slechts een omre keningsfactor. Wat gebeurt er met de inflatie en hoe 'hard' wordt de euro De 'hardheid' van de euro wordt bewaakt door de Europese Centrale Bank. Het beleid van deze bank in de EMU zal net als nu in Nederland en Duitsland gericht zijn op een zo laag moge lijke inflatie. Prijsstabiliteit wordt het hoofddoel. Als dit beleid succesvol is, hoeft de euro niet minder hard of minder waarde vast te worden dan de gulden. Wat is het voordeel van één munt U vraagt zich misschien af wat het extra voordeel is van een gemeenschappelijke munt. De voordelen van extra handel en economische groei worden op dit moment toch al bereikt met de Interne Markt? Voor zowel burgers als bedrijven betekent de euro een besparing op de omwisselkosten van buitenlands geld. Voor internationaal opererende bedrijven is ook het wisselkoersrisico van belang. Zoals bij de eerste vraag al werd toegelicht wordt de onzekerheid over de waarde van buitenlandse investeringen en contracten met bedrijven in andere deelnemende landen geëlimineerd. Invoering van de euro maakt het zodoende mogelijk de voordelen van de Interne Markt volledig te benutten. Een tweede belangrijk voordeel is dat prijzen van gelijksoortige produkten in het gehele EMU-gebied vergelijkbaar worden. Dit stimuleert een kritischer koopgedrag, waardoor bestaande prijs verschillen kleiner kunnen worden. Door verdere ontwikkeling van de Interne Markt wordt eveneens de concurrentie tussen pro ducenten vergroot. Ook dit kan neerwaartse druk uitoefenen op de prijzen. 9 Wat zijn de directe praktische gevolgen en moet ik mij hierop voorbereiden Tot aan de invoering van euromunten en -biljetten zal de gemeen schappelijke munt waarschijnlijk geen rol van al te grote beteke nis spelen voor particulieren. Tot die tijd zullen zowel contante als girale transacties van particulieren in ieder geval ook in gul dens kunnen worden uitgevoerd. Tijdens de omwisselingsperiode zal iedereen zijn laatste contante guldens gaan omwisselen in euro's en een nieuw gevoel voor waarde moeten ontwikkelen. Dit is natuurlijk niet van de ene op de andere dag mogelijk; daarom is hiervoor een half jaar tijd gereserveerd. Particulieren hoeven voorlopig nog geen voorbereidingen te tref fen, al is het natuurlijk aan te raden geïnformeerd te blijven. Binnenkort zullen overheid, banken en consumentenorganisaties de nodige informatie verstrekken. De overheid is bijvoorbeeld bezig met een voorlichtingscampagne, die meer begrip voor de euro moet kweken. Waar kan ik met verdere vragen terecht? Door de beperkte omvang van deze brochure is de informatie uiteraard niet uitputtend. Als er vragen onbeantwoord zijn gebleven of de informatie niet voldoende duidelijk is, kunt u contact opnemen met uw lokale Rabobank of schriftelijk met de Stafgroep Economisch Onderzoek van Rabobank Nederland (UCG 566), Postbus 17100, 3500 HG Utrecht.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'RaboMagazine' | 1996 | | pagina 17