^3^
Het brutoresultaat 1995 samengevat in cijfers:
Bedrijfsvoering 21
ook duidelijk achter bij de
streefwaarde (ad 1,30).
Balansontwikkeling
De kredietverlening, het totaal
van de leningen, bouwdeposi-
to's en kredieten inclusief
vreemde valuta, steeg met 9%.
Ten opzicht van de flinke
groei van 10% in 1994 een
goede prestatie, waardoor
Ó&L?/
onder andere het marktaan
deel in de woninghypotheken
toenam.
Ook de toevertrouwde midde
len ontwikkelden zich voor
spoedig. De aanwas aan toe
vertrouwde middelen bedroeg
8% tegenover 4% in 1994,
door de introductie van de
spaarfondsen. Voorts stegen
de tegoeden op de rekeningen
courant en betaalrekeningen
met 11 vanwege onder meer
een goede gang van zaken in
diverse sectoren van het
bedrijfsleven, lagere bestedin
gen door particulieren, de
credit-arrangementen en de
lage termijndeposito-tarieven.
Door dat laatste daalde
evenwel de omvang van de
termijndeposito's met 27%.
Stijging rentemarge
De rentewinst nam met 11
toe. Dat is beduidend meer
dan de groei van het balansto
taal in guldens: 9%. De rente
marge, de rentewinst in pro
centen van het gemiddeld
balanstotaal, steeg dan ook
van 2,65 in 1994 naar 2,74.
Een groot deel van deze verbe
tering was het gevolg van de
herziening van de interne
financiële verhoudingen in
1995. Deze herziening hield
onder andere in dat een einde
kwam aan de kostenverreke
ning tussen de banken en
Rabobank Nederland door
middel van korting op de
rentevergoeding over de reke-
ning-courant-tegoeden bij
Rabobank Nederland.
Wel werden tegelijkertijd
enkele doorbelastingstarieven
verhoogd en werd er geen
dividend meer uitgekeerd op
deelnemingen in centrale
instellingen. Per saldo was
sprake van overheveling van
rentabiliteit van Rabobank
Nederland naar de lokale
banken. Wanneer we de rente
winst over 1994 en 1995
schonen voor de rentebaten
deelnemingen en over 1995
voor de toename van de rente
baten op de rekening-courant
Rabobank Nederland, dan is
de rentemarge in 1995 met
2,57 gelijk gebleven aan 1994,
ondanks de relatief hoge
variabele leningsrente in 1995
en ondanks het toegenomen
eigen vermogen. De rente
marge zou zijn verkrapt
wanneer niet in de tweede
helft van 1995 de credittarie-
ven, met name de creditrente
op de rendementsrekening,
zouden zijn verlaagd. Aldus
beschouwd weerspiegelt de
ontwikkeling van de rente
marge duidelijk de verder
verscherpende concurrentie
verhoudingen.
Provisie-inkomsten dalen
De provisie-inkomsten
daalden met 3%. Voor een
belangrijk deel is dat te wijten
aan de incidentele baten in
1994 aan oversluitprovisie
door omzettingen naar leningen
met een (langere) rentefixatie-
termijn. Daardoor nam de
afsluitprovisie leningen in
1995 met 32% af.
Verder daalde door de verla
ging van diverse tarieven de
provisie binnenlands beta
lingsverkeer met 5%.
Mede omdat een aantal banken
het product reizen niet meer
voert, werden er minder reis-
overeenkomsten afgesloten,
waardoor de reizenprovisie
afnam met 9%.
Wel een groei vertoonde de
kredietprovisie met 6% door
een flinke toename van de
bedragen x 1 miljoen
opstelling gelijk aan de Interne Winst- en Verliesrekening
1995
1994 procentueel
verschil
Rentewinst
4.597
4.134
11,2
Provisiewinst
1.534
1.585
-3,2
Andere baten
17
15
+13,3
Totaal baten
6.148
5.734
+7,2
Personeelskosten
2.168
2.124
+2,1
Bedrijfskosten
1.787
1.568
14,0
Afschrijvingen
271
256
+5,9
Totaal lasten
4.226
3.948
+7,0
Bedrijfsresultaat voor
voorzieningen
1.922
1.786
+7,6
Saldo bijzondere baten
en lasten
-7
-2
-250
Brutoresultaat
1.915
1.784
+7,3
Baten-lasten verhouding
1,45
1,45
Bancaire productiviteit
1,21
1,21