De zaak Astrid Veenhoven Sportverenigingen en hun aansprakelijkheid Conceptbrief aan daarvoor in aanmerking komende relaties 22 Bedrijvenadviesgroep Op 6 oktober jl. wees de Hoge Raad arrest over een ongeval dat een turnster was overkomen. Het arrest leidde in de pers tot krantenkoppen zoals 'Sportletsel kan club de kop kosten', 'Clubs aansprakelijk voor letsel sporter', Miljoenen voor invalide vrouw na val uit ringen', 'Boksers hoeven niet op schadevergoeding bij letsel te rekenen'. Door deze en dergelijke koppen is in de media de indruk gewekt dat het arrest een belangrijke ontwikkeling in het aansprake lijkheidsrecht zou behelzen. Dit is echter niet het geval. In januari 1985 doet de dan ruim 14 jaar oude Astrid Veenhoven bij haar club een training aan de ringen, een zogenoemde disloque. Ze valt en raakt zeer ernstig gewond. Haar vader spreekt - nadat de verzekeraar van de club had geweigerd aanspra kelijkheid te erkennen- de club in rechte aan, in eerste instan tie zonder succes. De Recht bank wijst de vordering af, met als motivering dat geen onrechtmatig handelen van de club of van de -eveneens gedaagde- trainster is komen vast te staan. Veenhoven gaat in hoger beroep. In hoger beroep Volgens het Hof gaat het er niet zozeer om of de val op zich had kunnen worden ver meden, maar of er voldoende veiligheidsmaatregelen waren getroffen om de gevolgen van een val te voorkomen, althans te beperken. Het Hof beantwoordde die vraag ontkennend en wees de vorderingen zowel tegen de club als tegen de trainster toe, onder meer op grond van de volgende overwegingen: de trainster was niet vol doende deskundig; het clublid dat als vanger bij de groep waartoe Astrid behoorde fungeerde, had de disloque zelf nooit geoe fend en was zich dus de gevaren daarvan onvol doende bewust; er hadden minimaal twee vangers moeten zijn (volgens deskundigen een juist oordeel); de voor deze oefening ver eiste concentratie in de zaal ontbrak, omdat gelijktijdig drie groepen de oefening deden; er waren sterke aanwijzingen dat er onvoldoende matten waren neergelegd, althans dat deze niet op de juiste plaatsen hebben gelegen. De club wordt op grond van zowel artikel 1401 als 1403 OBW aansprakelijk gehouden. Het Hof vindt dat de club jegens Astrid onrechtmatig heeft gehandeld en bovendien als werkgever verantwoorde- Betreft: aansprakelijkheid sportverenigingen Geachte mevrouw, meneer, Wellicht hebt u enkele weken geleden in de media kennisgenomen van een arrest van ons hoogste rechtscollege over de gevolgen van een turnongeval. De indruk werd toen gewekt dat deze uitspraak grote gevolgen zal hebben voor de aansprakelijkheid van sport verenigingen, als een lid tijdens de training of op een andere manier een ongeval krijgt dat lichamelijk letsel tot gevolg heeft. Hoewel er over deze uitspraak bij veel sportverenigingen onrust is ontstaan, is er nauwelijks sprake van een opmerkelijke beslissing. De boodschap die het arrest geeft kan -toegespitst op de risico's die een turnvereniging loopt- als volgt worden samengevat: 1. de matten waren te dun, te kort en/of te smal en/of lagen in ieder geval niet op de goede plaatsen; 2. de trainster had onvoldoende ervaring met de uitgevoerde -bepaald niet ongevaarlijke- oefening; 3. er waren onvoldoende vangers/helpers aanwezig om bij een -op zich nooit geheel te vermijden- val te kunnen ingrijpen. Wat voor de turnvereniging geldt, kan -waar nodig met aanpassin gen die afhankelijk zijn van de sport- worden omgezet naar uw club of vereniging. Het zal daarbij vrijwel steeds gaan om 'organi- satiefouten van de club' en niet om situaties waarbij -denk aan een voetbalclub of hockeyvereniging- het ene lid in het vuur van het spel schade toebrengt aan een medelid of een tegenstander. Voor die situaties blijven van beslissend belang de twee arresten die de Hoge Raad enige jaren geleden heeft gewezen over een ongeval bij tennis en één bij voetbal. De essentie van die uitspraken is dat zij die samen of tegen elkaar een (team)spel spelen, bepaalde gedragingen van de ander -welke gedragingen buiten de spelsituatie niet behoeven te worden gedoogd- voor lief moeten nemen. Met vriendelijke groeten, De disloque: Een oefening die concentratie en veiligheidsmaatrege len vereist.

Rabobank Bronnenarchief

Rabo Weekblad | 1995 | | pagina 22