Aandacht is 'n beetje verslapt mmwmÊÊÊÊSBÊÊZ. Tussen Almere en Eindhoven Algemeen Progress moet één miljard opleveren Tussen het moment dat een klant een bancair product aanschaft en de afwikkeling van die transactie, voltrekt zich een heel proces. Maar wat er precies gebeurt, hoeveel het kost en hoeveel medewerkers bij dat proces betrokken zijn, heeft de Rabobank niet helder in beeld. Het project Progress brengt daarin verandering. En, belangrijker, komt volgende maand met voor- Hans Vriend: 'Vrijblijvendheid moet eraf.' stellen om de processen te verbeteren en goedkoper te maken. Hans Vriend leidt die klus. Een gesprek. Procesketen Rabobank Optimalisatie: Goed Resultaat door Eenvoud, Samenwerking en Synergie, kortweg Progress. Het Rabobank-jargon is weer een mooie afkorting rijker. Projectleider Vriend noemt Progress een logisch vervolg op De Cost en de Baet. "Binnen dat project zijn enorm veel ideeën boven gekomen. Progress vertaalt die ideeën in consistente ver- betervoorstellen, voorzien van een prioriteitstelling." Fikse kostenreducties De projectgroep heeft de processen vrijwel volledig in beeld. Ook zijn er al be hoorlijk wat verbetervoor- stellen geformuleerd. Daarbij gaat het om ingrij pende maatregelen die fikse Pieter van der Weijden, directeur RNAB: "Ik heb sterk de indruk dat de aandacht een beetje verslapt is. Het pro ject De Cost en de Baet is voortvarend begonnen. Met het realiseren van de lokale begrotingen bereiken we de eerste 500 miljoen van in totaal 1,4 miljard resultaatverbetering. Opgeteld is dat goed, maar tegelijk zien we bij bijna vier van de tien lokale banken de financiële ratio's verder dalen. Die situatie moeten we absoluut een halt toe roepen. Wéïijn er nog lang niet. We staan vommgigantische klus om in de volgende twee jaar een resultaatverbétifing van bijna één miljard gulden te halen. Vanaf vol gende maand moeten we de verbetervoorstellenvan Progress in de praktijk brengen. Als we er met zijn allen onze schouderMnder zetten, ben ik ervan overtuigd dat we eind 2002 het gewenste resultaat bereikt hebben." kostenreducties opleveren. Voorbeelden daarvan zijn het bovenlokaal inrichten van de effectendienstverle ning en het centraliseren van het waardebeheer. Dat het invoeren van derge lijke veranderingen makke lijker gezegd dan gedaan is, beseft Vriend terdege. "Theoretisch is het makke lijk praten. Je schuift ge woon van lokaal naar cen traal. Maar in de praktijk werkt dat natuurlijk anders. Ruwweg 70% van de ban ken heeft de verbetervoor- stellen die de laatste jaren zijn uitgebracht niet kunnen vertalen naar verminderde kosten of verhoogde op brengsten. We moeten nu zoeken naar nieuwe moge lijkheden om die voorstellen alsnog in te voeren en het geld te incasseren. Verbeterpotentieei Naar verwachting leidt Progress tot een programma dat per bank het te bereiken verbeterpotentieei in kaart brengt. Vriend: "Daarna moeten we de realisatie samen oppakken. Het be langrijkste nu is dan ook dat we duidelijke afspraken maken hoe we met elkaar omgaan. Zeker bij substan tiële verbeteringen moet de vrijblijvendheid eraf." Tijdens bijeenkomsten met lokale bankdirecteuren -die rond deze tijd plaatshebben- hoopt Vriend daarover dui delijkheid te krijgen. Progress moet bijna één mil jard gulden besparen. Dat dat mogelijk is, baseert Vriend onder meer op refe- rentiecijfers van twee andere grote Nederlandse banken, ABN AMRO en ING. "Beide bedrijven presteren financieel beter dan wij, ter wijl ze relatief meer verlie zen op debiteuren lijden en meer investeren. Dat wijst op een aanmerkelijk lager kostenniveau dan het onze." Noodzaak Die kennis onderstreept de noodzaak tot kostenbeheer sing des te meer, aldus Vriend. "We staan voor forse investeringen: boven lokale callcentra, het ont wikkelen van een gemeen schappelijke financiële Gewoonlijk is hij medewerker Procesondersteuning bij Rabobank Almere, maar sinds een maand reist hij drie dagen per week naar Eindhoven. Zijn naam: Allard Penninkhof. Hij is één van de negen lokale bankmedewerkers die de broodnodige praktijkerva ring inbrengen bij Progress. Leuk en leerzaam, zo typeert Penninkhof zijn verblijf in Eind hoven. Hij vindt de lokale inbreng van toegevoegde waarde. "De mensen van Rabobank Nederland focussen zich heel sterk op proce dures en geld. Wij weten hoe het in de praktijk werkt." Het terugbrengen van het aantal kastransacties is een hot item bin nen het team Betalen en Sparen waarin Penninkhof actief is. "Dat levert miljoenen op. Je zou bijvoor beeld de grens van contante balie opnames bij f2.500,-of hoger kunnen leggen. Sommige banken doen dat al, in Almere gaan we het waarschijnlijk ook doen." Penninkhof vindt dat veel lokale standaardactiviteiten gecentrali seerd kunnen worden. Hij gaat in Almere in ieder geval actief aan de slag met de verbetervoorstellen. "Het invoeren van de voorstellen wordt het moeilijkste karwei. Want we moeten het met zijn allen wel willen, anders lukt het niet. Voor zijn eigen baan als proceson dersteuner is hij niet bang. "Het verbeteren van processen blijft een continu proces. Daarnaast volgen ontwikkelingen elkaar snel op, zodat je als procesondersteuner ook nieuwe applicaties lokaal kunt invoeren. Ik zal wél meer tijd krijgen om pro-actief aan de slag te gaan. En dat is prettig. administratie, noem maar op. Bovendien kunnen we op het gebied van Internet en e-commerce niet achterblijven bij onze concurrenten. Dus ook daarin zullen we veel geld moeten steken. Dat kan alleen als we standaardise ren en één lijn trekken op terreinen waar diversiteit tot meer kosten leidt." 2 Rabokrant Extra

Rabobank Bronnenarchief

Rabokrant | 2000 | | pagina 2