'Goedemiddag, u met de Rabobank spreekt r Algemeen Rabobank streeft naar zeven tot tien bovenlokale callcentra Het overkomt iedereen wel eens die een bedrijf belt: minutenlang wachten, door verbonden worden van het kastje naar de muur, afgescheept worden met een niets zeggend antwoord. In een tijdperk waarin klanten hun zaken steeds vaker telefo nisch afwikkelen zijn deskundige callcen- ters goud waard. De Rabobank zoekt de professionaliteit in bovenlokale samen werking tussen banken. Als een klant straks zijn lokale bank belt, krijgt hij een medewerker van één van de zeven tot tien bovenlokale centra aan de lijn. 'Het interesseert de klant niet waar hij binnenkomt, als hij maar goed geholpen wordt' Toen Graham Bell in 1876 de telefoon uit vond kon hij onmo gelijk bevroeden wat daar van anno 2000 de gevolgen zouden zijn. Veel mensen noemen Bell's geesteskind dé uitvinding van het afgelopen millennium. Feit is dat het telefoongebruik nog immer fors toeneemt. Zo hebben zeven miljoen Nederlanders al een gsm op zak. Over een paar jaar zijn dat er naar ver wachting tien miljoen. Op die explosieve groei van het telefoongebruik haken bedrijven gretig in met voi- cemailsystemen, helpdesks en callcenters. Zo ook de Rabobank. Neem de Rabo- foon. In 1997 goed voor 600.000 overeenkomsten en 17 miljoen telefoontjes, vorig jaar belden 1,5 mil joen rekeninghouders 34 miljoen keer met 0 499 499 499: een jaarlijkse stij ging van 30%. Snel en ge makkelijk voor de klant, efficiënt voor de bank. Cliënten service center Ook het aantal telefoonge sprekken tussen klanten en medewerkers neemt toe. Jaarlijks krijgen Rabo- banken tientallen miljoenen telefoontjes van klanten. Lokale banken gaan daar heel divers mee om. Hon derdvijftig banken hebben een eigen cliënten service center om het groeiende Het is dan ook tijd om de telefonische klantenbedie ning verder te professiona liseren, vindt Harrie de Greef. Binnen Kanalen- management bij RNAB is hij verantwoordelijk voor het telefoonbeleid. "Andere grote banken als ABN AMRO en ING zetten grote landelijke callcentra neer. Als we de concurren tie een stap voor willen blij ven, moeten we ook tele fonische klantcontacten maximaal benutten." De Greef ziet de oplossing in zeven tot tien boven lokale callcentra, elk met zo'n 200 tot 250 medewer kers, afkomstig van lokale banken. De voordelen zijn legio: gespecialiseerd per soneel, langere openstel ling, uniforme uitstraling en werkwijze, snelle en Praktijk Hoe werkt het in de praktijk? Een klant belt het telefoon nummer van zijn bank. Dat nummer is doorgeschakeld naar een bovenlokaal call- center, waar de medewerker binnen een paar tellen de ge- jaar fors geïnvesteerd in een nieuwe telefonische infra structuur. "De enorme stijging van het aantal telefoontjes zorgde voor een overbelasting van de Rabofoon", licht De Greef toe. "Een nieuwe infra structuur was nodig. Daarbij is rekening gehouden met het regionaal afwikkelen van tele foontjes. Wat er nu in Best ligt, behoort tot de modernste structuren van de wereld en is absoluut klaar voor de toekomst." Toch kiest De Greef voor een voorzichtige invoering van de bovenlokale call- 'Als we de concurrentie een stap voor willen blijven, moeten we ook telefonische klantcontacten maximaal benutten.' aantal klantvragen via de telefoon op te vangen. Maar ook binnen die centers wik kelt iedere bank de tele foontjes op haar eigen ma nier af. Sommige verwijzen alleen door, andere verko pen zelfs eenvoudige pro ducten aan de telefoon. professionele afhandeling van gesprekken. Kortom: het verhoogt de klant waarde en bespaart veel geld: naar verwachting tientallen miljoenen gulden per jaar. Een aardige duit in het zakje van het project De Cost en de Baet. gevens van de klant op zijn scherm heeft: naam, adres, woonplaats en welke pro ducten hij bij welke bank af neemt. De computer herkent de klant aan het telefoon nummer en de bijbehorende postcode. De Greef: "Waar schijnlijk heeft de klant niet eens in de gaten dat hij op een centraal punt binnenkomt. Het zal hem ook niet zoveel interesse- ren, als hij jggilfSSill maar goed geholpen wordt." Die hulp beperkt zich in eer ste instan tie tot het geven van informatie, het doen van trans acties en het door verbinden met een medewer ker van een lokale bank. Binnen drie jaar gaan de cen tra ook eenvoudige producten verkopen, de follow-up bij acties verzorgen en afspraken voor adviseurs inplannen. Modern Om dat technisch mogelijk te maken heeft Rabofacet vorig centra. Binnenkort een praktijksituatie met een aantal lokale banken, eind dit jaar het eerste boven lokale callcenter, binnen twee jaar een aantal andere. "Voor de organisatie van deze centra is het nood zakelijk techniek en proce dures volstrekt uniform te maken", licht De Greef toe. "Medewerkers moeten er geen millimeter vanaf kun nen wijken. Bovendien moeten de medewerkers in de callcentra rechtstreeks kunnen muteren in de lokale klantgegevens. We willen de tijd nemen om de systemen goed op elkaar af te stemmen." In de tussentijd adviseert hij banken de telefoonproces sen binnen de bank te stan daardiseren volgens het zogenoemde bereikbaar heidsmodel. "Als een bank haar lokale telefonische systemen aan wil passen of vervangen, kan ze het best gebruik maken van de on langs door Rabofacet afge sloten mantelovereenkom sten. Banken die de lokale inrichting goed regelen, kunnen straks makkelijker overstappen naar een bovenlokaal callcenter." Meer info: Rabofacet Teleservices (040) 219 50 50 Rabokrant Extra 1 1

Rabobank Bronnenarchief

Rabokrant | 2000 | | pagina 11