Medewerkers hebben negatief zelfbeeld van Rabobank Groep Algemeen 'Er is genoeg binnen deze organisatie om trots op te zijn' Medewerkers onderschatten het dynamische en innovatieve karakter van de Rabobank. Die conclusie trekt beleidsadviseur Tom van Laarhoven van Corporate Communicatiebeleid en Onderzoek van de Rabobank Groep in POPIA 1999. Volgens hem is het hoog tijd om dat negatieve zelfbeeld bij te stellen. "Er is genoeg binnen deze organisatie om trots op te zijn." Colofon 'Ons imago wordt voor het overgrote deel bepaald door het gedrag van de medewerkers' MAATSCHAPPELIJKE BETROKKENHEID DIENSTENPAKKET INTEGRITEIT KLANTGERICHT 2 De Rabobank houdt sinds 1989 jaarlijks de Periodieke Opiniepeiling Identiteit en Arbeidsklimaat, kort weg POPIA, onder 2.400 medewer kers van lokale banken en Rabo bank Nederland. In deze Rabokrant Extra deel 2 van het onderzoek: het onderdeel identiteit. Het jaarlijkse identi- teitsonderzoek geeft het beeld dat medewerkers hebben over hun werkgever. Over het al gemeen zit het daarmee wel goed. Net als voorgaande jaren scoort de Rabobank hoog op aspecten als maat schappelijke betrokkenheid, het dienstenpakket en de klantgerichtheid. Ook vin den medewerkers de bank integer, betrouwbaar en des kundig. Op onderdelen als dynamisch en toonaangevend, blijft de bank achter bij de gewenste identiteit. Ook kan Rabo bank Nederland betere diensten en producten leve ren en moet ze signalen van lokale banken serieuzer oppakken, zo vindt men. Pluspunt is dat op vrijwel alle punten vooruitgang zit. Alleen van de integriteit en de positie op de particuliere markt vinden medewerkers dat die verslechterd is: de Rabobank is minder be trouwbaar, zorgvuldig en eerlijk dan in het verleden en ook tarieven voor het betalingsverkeer en de spaar- rente zijn minder gunstig. Gedrag van medewerkers Het beeld dat medewerkers hebben van de Rabobank komt overeen met hetgeen de klanten van hun bank vinden. Volgens Van Laar hoven is dat niet verwon derlijk. "Het imago, dus hoe klanten ons zien, wordt voor het overgrote deel be paald door het gedrag van de medewerkers. De invloed van communicatie is aan merkelijk kleiner." Dus is het belangrijk dat medewer kers positief over hun be drijf denken en dat in hun gedrag tonen. Dat bij voorbeeld de integriteit is verslechterd, vindt Van Laarhoven dan ook veront rustend. "Als dat beeld doorzet en medewerkers dat uitstralen dan gaan klanten dat vanzelf ook vinden." Behalve overeenkomsten zijn er ook verschillen in het beeld dat medewerkers en klanten over de Rabobank hebben. Zo vinden mede werkers veel meer dan klan ten dat de Rabobank zich inzet voor de plaatselijke gemeenschap en anders is dan andere banken. Van Laarhoven: "Het onder scheidend vermogen op dit punt van onze bank wordt overschat. Klanten vinden de Rabobank voorlopig een bank als alle andere. Zij zien het verschil niet zo. Ze wachten op bewijzen voor die stelling, op leden producten bijvoorbeeld." Aan de andere kant zijn klanten een stuk positiever dan medewerkers als het gaat om het 'voorop lopen bij nieuwe ontwikkelingen' en 'doen wat ze beloven'. Rabobankmedewerkers vinden hun bank minder innovatief dan klanten, terwijl die klanten onze bank op hun beurt weer minder ver- nieuwend vinden dan andere banken." Interne communicatie Medewerkers doen zichzelf en de bank tekort, vindt Van Laar hoven. "Ze moeten er zich bewust van worden dat we in Nederland de belangrijkste bank zijn. Op veel terreinen zijn we marktleider of heb ben een goede positie." We zijn te bescheiden, vindt hij. "Als je bijvoorbeeld finan cieel adviseurs vraagt wan neer ze op het kwaliteitsni veau van een collega van de ABN AMRO zitten, zeggen ze dat dat nog jaren duurt. De werkelijkheid is dat ze voorop lopen." Van Laarhoven wijt die be scheidenheid voor een deel aan de interne communica tie. Of beter gezegd: het ge brek eraan. "We hebben ge noeg om trots op te zijn: het brede pakket diensten -All Finanz-, de stap naar een Europese financiële groep, we lopen al sinds het begin voorop met Internet en de invoering van de euro. Dat zijn items die we intern goed moeten communice ren." Volgens Van Laar hoven moet er meer aan dacht komen voor interne communicatie. "We moeten vooral zorgen dat medewer- Grote verschillen Net als voorgaande jaren zijn medewerkers van lokale banken een stuk positiever dan hun collega's bij Rabobank Nederland. Een klassiek verschil, aldus Van Laarhoven. "Hoe ver der je van de klant afstaat, des te minder is het imago ingevuld. Maar het verschil is wel erg groot." Ook in opleidingsniveau bestaan grote verschillen. Hoger opgeleiden, leidinggeven den en medewerkers in de hogere functiegroepen zijn in het algemeen een stuk negatiever over de Rabo bank dan anderen. "Zorgwekkend. Juist de lijn moet stimuleren, moti veren, inspireren, de kar trekken. Nu staat een aan tal van hen met de hakken in het zand aan de achter kant van de kar. Het lijn management zou meer dan nu betrokken moeten zijn bij de plannen en de reali satie daarvan." Dat zal ook een gat in de communicatie dichten: drie van de vier medewerkers zijn tevreden over de interne in formatievoorziening. Wel wordt informatie gemist over de toekomst van de eigen af deling, de Rabobank Groep en de samenwerking tussen de verschillende organisatie onderdelen. Van Laarhoven: "Hier is duidelijk een com- municatierol weggelegd voor het lijnmanagement." Rabokrant Extra is een uitgave van Interne Media Rabobank Nederland Redactieadres: Eindhoven EP B16 Telefoon: (040) 217 71 18 Fax: (040) 217 71 36 E-mail: rabokrant@rn.rabobank.nl kers goed op de hoogte en trots op hun organisatie zijn. Door hun contacten met de klanten zijn zij de belangrijkste merken- bouwers. Klanten gaan het dan vanzelf zien." van de medewerkers vindt het onderwerp passend bij Rabobank Rabokrant Extra

Rabobank Bronnenarchief

Rabokrant | 2000 | | pagina 2