'Netwerker' moet agrariërs behouden als Rabobankklant 'Kruisbestuiving banken en agrarische organisaties' Bedrijven Jan Engelsma, Manager Agrarische Zaken Noord-Nederland: Jacobus Walsma: 'Wil je de agrariërs als klant behouden, dan moet je investeringen doen.' "Als je het als bank goed wilt doen in de agrarische sector, moet je netwerken. Tachtig procent van het werk bestaat uit het onder houden van contacten." Dat zegt Ruud Weinans, directeur van Rabobank Klenckeland, een van de banken in het noorden des lands die gezamenlijk een 'agrarische netwerker' in dienst hebben genomen. Zijn taak: de boeren behou den als Rabobankklant. Vroeger waren het de agrarische krediet adviseurs van Rabo bank Nederland die naast het beoordelen van financie ringen ook de regionale con tacten buiten de bank on derhielden", zegt Weinans. "Medewerkers hadden die netwerken nodig om goed te functioneren." Enkele jaren geleden veranderde Rabo bank Nederland de taak van de adviseurs. Elke adviseur richt zich nu op één sector, bijvoorbeeld de melkvee houderij. Volgens Weinans zijn daardoor de relaties van lokale banken met agrarische organisaties verwaterd. Ook met de toenemende profes sionalisering in de organisa tie wordt de roep om een in vulling van deze netwerk functie steeds sterker. Regionale variant "Het klopt", zegt Arie van der Spek, manager Agra rische Zaken bij Rabobank Nederland, "dat er regio naal een gat is ontstaan. Het is een kwestie van prio riteiten stellen. Rabobank Nederland onderhoudt de sectorale en landelijke con tacten. De 'regionale variant' van de banken in het noor den is een goede manier om de ontstane leemte op te vullen." De Rabobank ondervindt in de agrarische sector steeds meer concurrentie van grote handelsbanken, zoals ABN AMRO, die met scherpe ta rieven komen. Voor de krin gen Groningen, Friesland en Drenthe was deze ontwik keling aanleiding te pleiten voor een functionaris voor agrarische zaken. "Wil je de agrariërs als klant behou den, dan moet je investerin gen doen", weet Jacobus Walsma, voorzitter van de kring Friesland. "Klanten, ook boeren, kijken meer naar prijzen dan vroeger. De binding met de Rabobank is anders dan vroeger. De coö peratiegedachte leeft minder bij de klant. Klanten stap pen makkelijker over naar de concurrent." Walsma wijst ook op de schaalvergroting binnen de agrarische sector. "We heb ben steeds vaker te maken met grote agrarische bedrij ven die worden geleid door hoog opgeleide onderne mers. Dat vraagt meer ken nis en professionaliteit van de Rabobank." Veel banken zijn echter te klein voor pro fessioneel agrarisch relatie beheer. Weinans: "Een lo kale bank kan zich dit nooit alléén permitteren, er zijn immers veel meer sectoren dan de agrarische." Het marktaandeel van de Rabo bank onder grote agrariërs neemt met name in Noord- Nederland naar verhouding meer af dan de rest van de sector. Walsma: "We moeten een weerwoord hebben op wat de concurrenten doen. Daarom zijn we in noorde lijk verband gaan opereren. Nu is het zaak dat de lokale banken samen een strategie bedenken om het markt aandeel onder de boeren te behouden. Daar heb je een 'voortrekker' bij nodig. Iemand die de problemen onderkent en initiatieven ontwikkelt om ze de baas te blijven." Jan Engelsma vervult sinds 1 juni de functie van Manager Agrarische Zaken voor Noord-Neder land. Vanuit het regiokantoor in Groningen is hij aanspreekpunt voor zo'n dikke veertig banken en 'netwerkt' hij met agrarische organisaties. Om de heftige concurrentie in de agrari sche markt de baas te blijven, is het be lang van netwerken en samenwerken groot. De agrarische activiteit is kenmerkend voor het noorden: veel melkveehouderij, akker bouw en ook wat tuinbouw en intensieve vee houderij. Als bank word je afgerekend op de ken nis en visie die je daarin ontwikkelt. Een netwerker is daarbij geen overbodige luxe. Op het gebied van advisering aan boeren is het belangrijk dat de Rabobank een vinger in de pap houdt. Tijd dus voor een 'kruisbestuiving' tussen lokale banken en agrarische organisaties. Denk aan accountants, de LTO en de bedrijfsvoorlich ting. Een aantal werkt regionaal en ontstijgt daardoor het lokale aandachtsgebied van de bank. Mijn rol als eerste aanspreekpunt voor zowel banken als landbouworganisaties is vooral aan sturend. Zelf nemen zij vaak geen initiatief om samen iets op te zetten of kennis uit te wisselen. Wat ik voor elkaar wil krijgen? Dat bijvoorbeeld de dienst Landbouwvoorlichting en Rabobank- adviseurs samen om tafel gaan zitten en ervaringen delen. Ook zet ik momenteel een lezingenronde op voor agrariërs, gericht op toekomstvisies in de sector. Mensen van lokale banken en organi saties gaan die samen verzorgen. Ook intern mogen we de koppen best wat vaker bij elkaar steken. Bijvoorbeeld in de vorm van een studieclubje van agrarische relatiebeheerders van buurtbanken. Zij kunnen dan actuele en vakinhoudelijke informatie uitwisselen. Banken in Zuidoost-Drenthe onderzoeken nu ook hoe ze nauwer kunnen samenwerken op het gebied van agrarisch relatiebeheer. Zij hebben plannen voor Agrarisch netwerker Jan Engelsma: 'Mijn rol is vooral aansturend.' een agrarisch kenniscentrum in de regio, waarin de Rabobank met mengvoercoöperatie ACM ge huisvest zou kunnen worden. Door coaching en coördinatie kan ik aan dit project een stukje in houd geven." 8

Rabobank Bronnenarchief

Rabokrant | 1999 | | pagina 8