Wielerploeg: uithuilen en opnieuw beginnen I Algemeen 'Over twee, drie jaar blijkt of het Nederlandse wielrennen op een hoger plan is gebracht' De wens was de vader van de gedachte. Dat gezegde geldt met terugwerkende kracht voor de hooggespannen verwachtingen van wielerminnend Nederland voor de Tour de France, editie 1999. Want afgezien van de overwinning in de laatste etappe van sprinter Robby McEwen, werd het drie keer niks met de Raboploeg. Pijnlijk, heel pijnlijk, geeft manager Jan Raas ruiterlijk toe. "We zijn nu met de ploeg de film aan het terug draaien om te voorkomen dat dit ons een tweede keer gebeurt." simpele verkoudheid mee te jeugdploeg iets goeds zit aan bestrijden." te komen." De Zeeuw noemt de tegen vallende prestaties een kink in de kabel van het Rabo bank Wielerplan. "Niet meer, maar ook niet minder. Vergeet niet dat we pas drie Jan Raas was begin juli een van de weinigen die nog enigszins een slag om de arm hield als hem werd gevraagd naar de kansen van de Raboploeg in het algemeen en kopman Michael Boogerd in het bij zonder. "Hij heeft een zwaar voorseizoen gereden. Of hem dat niet opbreekt zien we straks op de Champs Elysées", liet hij aan de vooravond van de Ronde weten. Voor wie het even vergeten was, de blonde Hagenaar werd in het eind klassement 53ste. Ontiegelijk veel kracht Zes weken later en een illu sie armer verklaart Raas zich nader: "In het voorjaar reed de ploeg de sterren van de hemel. Dat heeft ontiege lijk veel kracht gekost. In mei hebben we wel flink gas teruggenomen, maar dat was blijkbaar niet genoeg. We zullen daarom moeten kiezen voor een andere trai- ningsopbouw. Later in de winter gaan trainen, later in vorm komen en niet meer in het voorjaar in alle wedstrij den voor de winst gaan. Dat leert ook de eindklassering van deze Tour. Afgezien van Armstrong, maar die is op dit moment een klasse apart, zat er bij de eerste vijftien renners niemand die in het voorseizoen voluit is gegaan." De Raborenners kampten ook nog eens met domme pech toen in de derde etappe 'een stuk door zee' moest Rabokrant Extra worden afgelegd. Hoe dat afliep is bekend, Boogerd en zijn knecht Wouters sloegen tegen het wegdek. De eerste kon een goede eindklasse ring op zijn buik schrijven, Wouters raakte zo zwaar ge blesseerd dat hij de strijd staakte. "Nog veel desas treuzer dan dit fysieke leed, was de mentale dreun die de hele ploeg hierdoor opliep", luidt Raas' stellige overtui ging- Kwakkelen met gezondheid Tot overmaat van ramp be gonnen veel renners in de ploeg in de loop van de ronde te kwakkelen met hun Michael Boogerd kwam in de derde etappe van de Tour ernstig ten val. jaar bezig zijn. Of we er echt in slagen het Neder landse wielrennen op een hoger plan te krijgen zal over twee, drie jaar blijken. Dan zien we welke renners die we als jeugdrenner Onderhandelingen nieuwe seizoen De onderhandelingen over de samenstelling van de profploeg voor het nieuwe seizoen zijn momenteel in volle gang. Raas: "Nog on zeker is of McEwen blijft. Geruchten dat Kirsipuu bij ons zou komen zijn uit de lucht gegrepen. Die komt zeker niet. De versterking zoeken we ook binnen onze eigen gelederen. Bijvoorbeeld bij jongens als Matthé Pronk, Karsten Kroon en Bram de Groot die doorstromen van de amateur- naar de prof- ploeg." Raas, op wiens palmares onder meer staan een wereld titel en elf ritoverwinningen in de Tour, opereert tegen woordig bij voorkeur achter de schermen van het pelo ton. Hij staat aan het hoofd van het managementteam dat naast de profs ook lei ding geeft aan een scouting- team voor de jeugd, het juniorenteam en het ama teurteam. "In de dagelijkse praktijk ben ik dus vaak bezig met zaken als salaris sen, gesprekken met spon- Jan Raas: 'Ik heb veel vertrouwen dat er uit de jeugdploeg iets goeds zit aan te komen.' gezondheid. "Op zo'n mo ment mis je je eigen ploeg- arts verschrikkelijk. De Franse huisarts waarmee we, conform de regels van de Tour-organisatie, moes ten werken, mocht uitslui tend een kleine huisapotheek bij zich hebben. Daarin ont braken goede, en in andere landen geoorloofde, medicij nen om bijvoorbeeld een onder onze hoede hebben gehad, zijn doorgebroken. Die jongens zijn nu een jaar of negentien, dat is nog te jong om daar nu al iets over te kunnen zeggen. Maar dat een jongen als Mare Lotz in zijn eerste jaar zo sterk rijdt is een goed voorteken. Ik waag me niet aan namen, maar ik heb er veel vertrou wen in dat er vanuit de sors, inkoop van materialen. En ik sta natuurlijk in nauw contact met de ploegleiding over de wedstrijden waar we aan deelnemen, de selectie van de renners, het trainings programma, enzovoorts. Het pure ploegleiderswerk mis ik doorgaans niet. En als me dat wel overkomt, dan is er altijd wel een plaatsje vrij in de volgwagen." 11

Rabobank Bronnenarchief

Rabokrant | 1999 | | pagina 3