hoogte van de pensioenuitkering (bijvoorbeeld de eerste jaren een hoger pensioen en daarna lager). Verder zal een regeling met een pensioenleeftijd van 62 jaar nog meer mogelijkheden bieden tot individuele flexibilisering, bijvoorbeeld via pensioensparen. Zo kan de werknemer sparen voor vervroeging van de pensioendatum of voor verhoging van het nabestaandenpensioen. Dit is echter niet verplicht. Het pensioensparen zal worden ondergebracht bij een verzekeraar. Daarmee lopen wij vooruit op de te verwachten overheidsmaatregel, dat dit soort aanvullende pensioenverzekeringen niet bij een pensioenfonds afgesloten mogen worden. Wijzigingen pensioenreglement Geregistreerd Partnerschap Op 1 januari 1998 is de Wet Geregistreerd Partnerschap in werking getreden. Ook voor pensioenen geldt dat geregistreerde partners gelijk behandeld moeten worden als gehuwden. De wet kent geen bepaling van terugwerkende kracht. Het Rabobank Pensioenfonds gaat voor geregistreerde partners verder dan de minimale wettelijke regels. Zij bouwen het gebruikelijke nabestaandenpensioen op met ingang van 1 januari 1989 of de latere datum van indiensttreding. Pensioenopbouw voor aangemelde partners Vanaf 1993 kunnen deelnemers die samenwonen hun partner bij het Rabobank Pensioenfonds aanmelden voor partnerpensioen. Eén van de voorwaarden uit het pensioenreglement is, dat sprake is van een notariële samenlevingsovereenkomst. Het partnerpensioen was tot 1 januari 1998 verzekerd op risicobasis en gaf alleen een uitkering bij overlijden tijdens het dienstverband of aansluitende pensionering. In het pensioenreglement is met terugwerkende kracht opgenomen, dat vanaf 1 januari 1998 ook voor aangemelde partners het gebruikelijke nabestaandenpensioen wordt opgebouwd met ingang van 1 januari 1989 of de latere datum van indiensttreding.

Rabobank Bronnenarchief

Rabokrant | 1999 | | pagina 20