Ontwikkelingen binnen het Rabobank Pensioenfonds Op 31 december 1997 is het Fonds overgegaan op de nieuwste overlevingstafels - periode 1990-1995 - van het Actuarieel Genootschap. De landelijke overlijdenskansen zijn hierbij gecorrigeerd naar de overlij denskansen binnen het Fonds. Het zal ook in de toekomst nodig zijn de ontwikkelingen van waargenomen sterfte en verwachte sterfte in de berekeningen te betrekken. Vanaf het boekjaar 1998 zal, gedurende vijf jaar, jaarlijks 0,4% aan de Voorziening pensioenverplichtingen worden toegevoegd om de gevolgen van de stijgende levensverwachting op te kunnen vangen. In het verslagjaar is vastgesteld dat de administratiesystemen van het Rabobank Pensioenfonds - in beheer bij Interpolis Pensioen - millenniumbestendig zijn. ALM is de term die staat voor een optimaal samenspel tussen financieringen, reserveringen en beleggingen. Het zorgt ervoor dat de solvabiliteit en de waardevastheid van het fonds gewaarborgd zijn en dat de pensioenpremie gemiddeld laag blijft. Al in 1995 is een ALM-onderzoek uitgevoerd. Daarbij is onder meer vastgesteld hoe hoog de buffer van voorzieningen moet zijn bij diverse asset mix-varianten. Uitgangspunt was uiteraard dat - gegeven de risico's - de kans op onderdekking op een aanvaardbaar niveau moet liggen. Besloten werd toen tot een strategische asset mix van 50% vastrentende waarden, 40% aandelen en 10% vastgoed. In 1998 is opnieuw een ALM-onderzoek uitgevoerd. Dit heeft geleid tot vaststelling van een maximale, een kritische en een minimale dekkingsgraad, behorend bij de gekozen asset mix. Besloten is om het aandelenbestand in twee stappen uit te breiden van 40 naar 50%. De asset mix voor 1998 werd: 45% vastrentende waarden, Overlevingstafels Het jaar 2000 Asset Liability Management

Rabobank Bronnenarchief

Rabokrant | 1999 | | pagina 18