Samenwerken
of fuseren?
1
Nader bekeken
Fusies
Ifi/nNG
Met.- Wim Gaalman
functie: Voorzitter van
Coöperatieve Fitnessclub
standplaats: Oldenzaal
m*'
Lokale ban
ken lijken
steeds ge
makkelijker te kiezen voor een fusie. Om zo meer
klantwaarde te kunnen leveren. Echter, voor een co-
operatieve bank is het essentieel om nauw verbonden
te zijn met het werkgebied. Door schaalvergroting
neemt die binding af. Is fuseren een oplossing of moe
ten de banken op zoek naar andere samenwerkingsver
banden
Wim van den Goorbergh, lid van de Hoofddirectie:
"Fusies met als doel de bank op te schalen naar een
'comfortabele' maat -uitzonderingen daargelaten is dat
zo'n 60 FTE's- zijn zinvol. Zo kan een bank alle spe
cialismen in huis halen die nodig zijn om klantwaarde
te leveren. Er is geen aanwijzing dat een grotere om
vang leidt tot meer klantwaarde. En ook niet dat ban
ken van een grotere omvang betere bedrijfseconomi
sche resultaten boeken. Kortom: een grotere omvang
leidt niet vanzelfsprekend tot een betere bediening van
de markt. Door als bank op deelterreinen samen te
werken met andere banken, Rabobank Nederland en
gelieerde instellingen, kan wél meer toegevoegde waar
de voor de klant worden bereikt."
Jo van Ras, directeur van Rabobank Goirle, heeft lang en diep
nagedacht over de vraag of zijn bank met Tilburg moest fuse
ren. Uiteindelijk koos hij voor samenwerking:
"Wij zijn een relatief kleine, en daarom kwetsbare
bank. Door te fuseren met Tilburg zouden we een klein
bijkantoor van een grote stadsbank worden. Dan kun
nen we niet die toegevoegde waarde aan onze klanten
bieden, die we op grond van de coöperatiediscussie wil
len leveren. Dat kan wel als we op bepaalde terreinen
samenwerken. Bijvoorbeeld: het uitwisselen van mede
werkers of het gezamenlijk bewerken van de markt."
f
Johan de
Looff, direc
teur van
Rabobank Oldambt, per 1 december directeur van Rabobank De
Dollard (Winschoten, Oldambt en Bellingwedde), een streek-
bank - 7ókantoren voor 20 kernen- waar straks 135 personeels
leden werken:
"Oldambt, een bank met 50 FTE's, dacht niet sterk
aan fuseren. De andere banken, Winschoten en
Bellingwedde, zijn kleiner zodat fuseren voor hen
meer voor de hand lag. Oldambt doet mee omdat we
samen een sterke bank in de regio worden. Ook was
fuseren wenselijk omdat het werkgebied zeer ruim
en dunbevolkt is. Door alleen samen te werken zou
den we niet méér klantwaarde kunnen leveren. Er
zijn immers geen goede systemen die ons in staat
stellen om bijvoorbeeld de back-office activiteiten te
centraliseren. Ook hebben individuele banken die
samenwerken vaak moeite hun autonomie los te
laten."
Paul Groen is commercieel directeur van de gloednieuwe
Rabobank Zaanstreek, een bank met een balanstotaal van
f 1,2 miljard en 150 medewerkers:
"Klantwaarde is essentieel. De schaalgrootte van de
bank moet op de thuismarkt zijn afgestemd. Een groot
en dynamisch werkgebied is door een kleine bank
moeilijk professioneel te bedienen. Een bank van onze
omvang is uitstekend in staat om voldoende klant
waarde te leveren. Dat is namelijk van twee dingen af
hankelijk: van het werkgebied waarin je actief bent en
van de wijze waarop je de bank organiseert. Het werk
gebied is zeer homogeen. Zaanstad is ontstaan door de
samenvoeging van zes kernen. Aanvankelijk was de be
volking sceptisch. Inmiddels voelt het gros zich
'Zaankanter'. Dan is het logisch dat zij ook door één
bank worden bediend."
De Oldenzaalse notaris
Wim Gaalman (47) voelt
zich nauw verbonden met
de Rabobank. Al vele jaren is hij
lid van de Raad van Toezicht van
Rabobank Oldenzaal-Weerselo en
kringvoorzitter in Twente.
Daarnaast is Gaalman initiatiefne
mer van de Coöperatieve
Fitnessclub, een club van en voor
bestuurders en medewerkers van
de Rabobank, opgericht om de
coöperatie praktisch vorm te
geven. Gaalman vindt het na 10
jaar tijd om de Rabobank-fakkel
aan een ander over te dragen.
Alleen die ene club, die rebellen
club, zoals die wel genoemd is,
daar kan hij moeilijk afscheid van
nemen.
"Ik heb er jaren over gedaan om
te begrijpen dat een coöperatie
uniek is. De Rabobank is een or
ganisatie met zo'n 3.000 bestuur
ders. Geweldig, toch? Toen de
coöperatiediscussie op bestuurlijk
niveau in volle gang was, kreeg ik
het gevoel dat men te theoretisch
bezig was. Een coöperatie moet
voelbaar zijn, concreet.
Ooit dacht ik eens: We zijn een
coöperatie. In Venlo, Amsterdam
en Oldenzaal. Dit bleek te eenvou
dig. We zijn een coöperatie, maar
overal verschillend. Dat zie je
terug in de Fitnessclub. Al die ver
schillende identiteiten komen daar
samen om te praten over de co-
operatie, ervaringen uit te wisselen
en te leren van elkaar.
In het begin hoopte ik ook op de
deelname van Rabobankbobo's.
Ik was teleurgesteld over hun ge
ringe opkomst. Tot Wijffels tegen
me zei: "Doe niet teveel vanuit be
staande denkstructuren. Dan be
reik je het meeste."
Nu overtreft de club mijn stoutste
verwachtingen en staan we aan het
prille begin van een moderne coö
peratie. Dat is zeer uitdagend."
12
Rabokrant Extra